Overdenking in de Thaborkerk

De dag van de begrafenis van onze broeder C.N. van Dis is een goede dag geworden.

En dat niet in de eerste plaats omdat velen een laatste vriendendienst bewezen. Ook niet omdat vele parlementsleden en ook leden van het kabinet vertegenwoordigd waren. Maar omdat de Heere Zijn Woord opende.

In de Christelijke Gereformeerde Thaborkerk was het woord van overdenking Openbaring 5:9. En zij zongen een nieuw lied.

Wat was het geheim van het leven van onze broeder?

Dat de hemel beslist. De Koning van de Kerk regeert en niet wij.

Hij zorgt voor Zijn volk. Hij begint en voleindigt dat goede werk dat door Hem begonnen is.

De kracht van een geschonken geloof is bijzonder in het laatste jaar van zijn leven gebleken. Een goed getuigenis mocht hij geven, ook aan het adres van de Tweede Kamer, van het vrije genadewerk Gods. Uit genade zalig geworden!

Hij mocht wandelen door het geloof. Dat maakte hem eenvoudig en hartelijk in de omgang.

Het maakte hem ook moedig en vrijmoedig.

Hij kende de troost van de theocratie, de Godsregering.

Van dat Lam, dat Johannes aanschouwde, toen hij door een geopende deur in de hemel de troon Gods had ontdekt, mocht hij getuigenis geven. Dat Lam is geslacht, maar hoewel geslacht: het leeft. Het geslachte Lam staat. Het is overeind gekomen om eeuwig te leven en te regeren.

Dat was zijn troost in leven en in sterven.

Dat Lam heeft het boek van Gods raad en heilsraad uit de hand van Zijn Vader ontvangen.

Hij, Die Zaligmaker van een verloren volk is, heeft de heerschappij over alles en allen.

Hij was het waardig om dat boek te nemen. Gods heilsraad volkomen uit te voeren.

Die Koning alleen heeft vat op het mensenleven en het harde mensenhart.

Vat ook op het chaotische mensenleven.

Broeder Van Dis heeft zijn bestrijdin-gen gekend.

Daarvan gewaagde hij in zijn brief, gericht tot de leden van de partij die hij liefhad.

Onze broeder is uit genade zalig worden. Omdat de hemel beslist en omdat het Lam regeert.

Dat was zijn visie, zijn levensovertuiging. Daarvan heeft hij hier al mogen zingen. En nu volmaakt.

“Zij zongen een nieuw lied”. Zingen doen we als we verblijd zijn. En blijdschap is een vrucht van de Heilige Geest.

Die vrucht is in de hemel rijp. Daarom zal die blijdschap, na veel strijd, ten hoogste toppunt rijzen.

Zij zongen. Wie zijn dat? Het zijn mensen van gelijke beweging als wij. Van God afgevallen. Maar door het Lam in Zijn gemeenschap teruggebracht.

Met dat koninklijke Lam is Van Dis niet beschaamd uitgekomen.

Het zal erom gaan of wij die Koning kennen en erkennen.

In Psalm 2 wordt ons toegeroepen: Kust de Zoon, eer u Zijn toom verdelgt voor aller ogen. Maar welzalig zij die naar Zijn reine leer in Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen. Die Sions Vorst erkennen als hun Heer!

Dat is nodig. Persoonlijk. En voor onze gehele samenleving. In kerk en politiek. Dan zal het ons welgaan.

Een van de ouderlingen zeide: Ween niet.

Het boek van Gods raad is in goede handen. Hij werkt op de voleinding aan voor een volk dat Zijn verschijning heeft liefgekregen.

De verschijning van de Koning van het vrome volk dat een nieuw lied mag zingen, en dat zal huppelen van ziele vreugd als zij hun wens verkrijgen. Dat is het volk dat uit de verdrukking komt.

We zongen Psalm 68:2.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen