Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wees-discipelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wees-discipelen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

....en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap

De zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren plegen we wel te noemen: de wees-zondag.

Wees-zondag, omdat Christus, de Koning der kerk, de Zijnen heeft verlaten, althans wat betreft Zijn lichamelijke tegenwoordigheid.

Nu zijn Zijn discipelen wezen geworden. En het is toch wel heel erg wanneer een kind wees wordt. Bij een kind hoort toch een vader en bij een kind hoort een moeder. En als een kind nu zowel vader als moeder moet missen, dan is zo’n wees-kind toch wel diep te beklagen.

Welnu, nog oneindig veel meer dan vader en moeder samen was de Heere Jezus voor Zijn jongeren op aarde geweest. Hij betekende toch alles voor hen. En hadden ze niet alles verlaten, om Hem als hun Leidsman te volgen?

Maar nu is Hij van hen heengegaan. Met hun eigen ogen hebben ze Hem zien heengaan, opvaren. Ze hebben Hem nagestaard totdat die wolk Hem onderschepte.

En hoe leeg, hoe verlaten, hoe zielsbedroefd moeten ze daar nu hebben gestaan. Hoe verdrietig zullen ze elkaar hebben aangekeken. En met ogen, beneveld door tranen, zullen ze zijn teruggekeerd naar Jeruzalem. Beklagenswaardige wezen!

Maar toch: nee! Niets van dat alles! Deze wezen zijn niet te beklagen. Ze zijn alleen maar te benijden!

En ze zijn niet bedroefd. In geen enkel opzicht! Ze zijn alleen maar verheugd! Ze keren terug naar Jeruzalem met grote blijdschap!

En het is gegronde blijdschap.

Immers: hoe was hun Meester van hen heengegaan? Terwijl Hij hen zegende. En zij waren in aanbidding neergeknield. Onder Zijn zegenende handen, die eens doorboord waren op Golgotha, die getuigden van de zalige werkelijkheid: het is volbracht! En de zegen daarvan deelt Hij hun mee. Met grote blijdschap! O, ze gunnen hun Meester Zijn hemelvaart zo. Ze aanbidden Hem, nu aan Hem wordt vervuld wat de apostel later in deze woorden uitdrukt: daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven welke boven alle naam is, opdat in de naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders. Zouden de discipelen zich niet verblijden in de verheerlijking van hun Meester?

Er is nog meer! Wanneer op de grote Verzoendag onder Israel de hogepriester was binnengegaan in het heilige der heiligen, dan zag het volk hem niet meer. Maar ze wisten het: de hogepriester is daarbinnen “ons ten goede”! Want hij is naar binnengegaan met het offerbloed, om daarmee verzoening te doen bij God voor onze zonde.

Welnu: dat mogen de discipelen ook weten in het geloof: Jezus is binnengegaan in het hemels heiligdom met Zijn eigen bloed, om als de grote Hogepriester bij de Vader te pleiten op Zijn eigen werk voor Zijn strijdend volk hier op aarde. We zien Hem wel niet meer met ons lichamelijk oog, maar Hij is daarboven “ons ten goede”!

En ze keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. Als wees-discipelen. Ja, maar ze zijn toch ook weer geen echte wezen. Had Jezus, Die toch de Waarheid Zelf is, voor Zijn heengaan niet gezegd: “En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen, tot de voleinding der wereld”?

En had Hij hun niet beloofd dat Hij hen, niet lang na deze dagen, de Trooster zou zenden, dat ze gedoopt zouden worden met de Heilige Geest, Die het levend contact zou onderhouden tussen het verheerlijkte Hoofd in de hemel en Zijn lichaam, Zijn kerk hier op aarde. De Heilige Geest, Die hen zal doen delen in de volle zegen, door Christus verworven in de weg van Zijn verzoenend lijden en sterven. Wees-discipelen. Ja, maar dan toch met die heerlijke belofte van hun Meester: Ik zal u geen wezen laten!

Het wordt Pinksteren!

En ze keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap.

Blijdschap om Jezus! Blijdschap door Jezus! Blijdschap in Jezus!

Nee, in deze blijdschap is niets opgeschroefds. Niets aangepraat. Niets zelf-gemaakts.

Het is die blijdschap, die aanbiddende verwondering, die een arme, in zichzelf doemschuldige zondaar smaakt onder Jezus’ doorboorde, zegenende handen!

Lezers, leerden wij die plaats al vinden? Onder Jezus zegenende handen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 1994

Bewaar het pand | 8 Pagina's

De wees-discipelen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 1994

Bewaar het pand | 8 Pagina's