Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods hand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods hand

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“zo grepen dan die mannen zijn hand”

Op de schoorsteen in mijn huiskamer staat een souveniertje uit Israel, ’t Stelt voor een orthodoxe Jood, het zwarte pak aan, de hoed op, op weg naar de synagoge. Aan zijn hand trekt hij mee zijn zoontje, ’t Joch is weerbarstig. ’t Heeft geen zin, ’t blikt begerig om zich heen naar de dingen waarmee het zich zou kunnen vermaken.

Dit was eens zichtbare werkelijkheid in de straten van Sodom: Lot meegetrokken aan de hand van twee mannen. Eigenlijk zeg ik het nu fout. ’t Was niet alleen Lot, maar ook zijn vrouw en zijn twee dochters. U ziet hier zo duidelijk dat zoals Paulus dat schrijft in zijn brief aan de Corinthiërs, de ongelovige vrouw geheiligd is door de gelovige man en zelfs ook de kinderen. Daarom die vier. ’t Hadden er zes kunnen zijn. Echter Lot was in de ogen van zijn twee aanstaande schoonzoons als jokkende. Toen bleven er vier over, en voor die vier waren er twee paar handen. Elke hand pakte er een vast en trok uit Sodom. We zien het voor ogen: daar ’s morgens vroeg in de straten van Sodom. Vier tegenspartelende mensen, maar vastgegrepen door sterke handen. De zon ging op, de inwoners van Sodom stonden op. Allicht dat er waren die door de vensters naar buiten keken. Misschien ook wel van die mannen die de avond tevoren aan Lots deur om de uitlevering hadden gevraagd van die reine, heilige engelen Gods. Zullen ze elkaar niet hebben toegeroepen: moet je nu eens zien, wat een wonderlijke optocht, daar gaat onze magistraat met vrouw en kinderen; je kunt zien dat ze niet willen, ze worden weggevoerd door sterke handen. Niemand in heel Sodom heeft begrepen wat die wegtrekkende stoet uit Sodom te zeggen had. Ieder dacht: deze dag zal zijn als gisteren en eergisteren. Huiveringwekkend!

Van wie waren die handen die Lot en zijn vrouw en zijn kinderen vastpakten? Van mensen? O neen! Die hadden vanwege tegenkrachten losgelaten of los moeten laten. Het waren handen van engelen. Twee engelen met vier handen om die vier mensen uit Sodom te halen. Maak die engelen geen moment los van de God van Lot. Hij heeft ze gezonden. Precies het juiste aantal handen! Uiteindelijk kunnen en moeten ze zeggen: hier zijn Gods handen, de handen van de almachtige en barmhartige God. Die grijpen vast om niet meer los te laten. Hij leidt uit de stad van het verderf. Ondanks de weerbarstigheid en het tegenstribbelen; ondanks onwilligheid en verzet. Machtig is dat, lieve lezer(es) om te weten Wie de enige en ware God is. U moogt het op dit ogenblik zo heel duidelijk vanuit Zijn Woord zien.

Neen - onze verantwoordelijkheid wordt door niets opgeheven. Nooit zullen we de Heere in staat van beschuldiging kunnen stellen. Want Hij lokt, Hij roept en Hij nodigt. Maar ’t blijft waar: als die almachtige hand niet vastgrijpt en wegtrekt, er zou niemand behouden worden.

’t Is de Zone Gods - de Heere Jezus - die de noodzakelijkheid van het trekken door Zijn Vader heeft gepredikt. “Niemand kan tot Mij komen”, zo sprak Hij. Er is onze onmacht, en niet alleen die. Juist onze onwilligheid is het grootste probleem. Vijanden van

God en van Jezus Christus zijn we. Daarom kunt u nooit zeggen: een mens moet eerst willen. Dat is een verschrikkelijke boodschap. Hier is de ontkenning van onze natuurlijke staat, onze doodstaat. We worden niet geworpen op onszelf, maar op de Heere. Zijn almachtige hand wordt u getoond; die hand die tegelijk is een barmhartige hand in Christus Jezus... Zeg het nu eens: krijgt u die Goddelijke hand nodig? Gaat u kennen uw weerbarstigheid, uw onwilligheid? Dan komt er plaats voor dat gebed: Heere, trek mij en ik zal u nalopen.

Die hand van de Heere is ook een trouwe hand. Daarom is Lot uit Sodom gekomen. In die Lot gaan we onszelf zien. Wat een onwil, wat een verzet zelfs nog in het leven van een kind van God. Nooit kunnen we weglopen met een kind van God, wel met de God van dat kind. Hij, Die vastgrijpt en vasthoudt en nooit meer loslaat.

O u kunt zo moedeloos worden als er steeds meer zelfkennis komt, als u gaat ontdekken welke krachten er nog zijn in het overgebleven vlees, en de ontrouw en het ongeloof, het wantrouwen van de Heere. ’t Zou ook geen wonder zijn als de Heere zou loslaten en afbreken. De hand van Hem is echter een trouwe hand. “Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd”. Gods trouw ligt verankerd in eeuwige liefde, in Zijn liefde-hart. Liefgehad met een eeuwige liefde, daarom getrokken. Daarom Lot getrokken en vastgehouden en behouden.

Nog trekt Hij vanuit de duisternis, vanuit de stad des verderfs tot Zijn wonderbaar licht. O mens in Sodom, roep toch, smeek toch tot die God Die trekt onwederstandelijk uit Sodom. Alle krachten in ons en van ons en buiten ons zijn niet opgewassen tegen Hem. Als Hij werkt, wie zal het dan keren? Dan komen we aan door het Goddelijk licht geleid!

Waar is nu de roem? Die is aan onze kant uitgesloten, ’t Is de Heere alleen. Zijn almachtige, Zijn barmhartige en Zijn trouwe hand.

Hoe meer zelfkennis destemeer ga ik die hand zien en kennen. Die hand die mij heeft vastgegrepen en vasthoudt!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1994

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Gods hand

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1994

Bewaar het pand | 8 Pagina's