Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. J.A. Riekel 1869-1949 (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. J.A. Riekel 1869-1949 (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer hoorden we één en ander uit de Delftse jaren van Ds. Riekel. Hij moest er zijn vrouw verliezen. Ook heeft hij er de oorlogsjaren doorgebracht.

Afscheid van Delft

Op woensdag 9 augustus 1944 ging Ds. Riekel met emeritaat en hij preekte bij die gelegenheid over Hand. 20:31 en 32 - “Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang, nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen. En nu, broeders, ik beveel u Gode, en den woorde Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden.” Riekel preekte over: Des herders afscheid van zijn gemeente.

Hij sprak: “Daar zullen er ook geweest zijn, die Paulus’ woorden in de wind hebben geslagen. Praat maar door, preek maar raak! Ach, het waren toen mensen, die Paulus’ prediking te Efeze hoorden, mensen gelijk als wij.” En even verder: “Ook in uw midden heb ik meermalen mijn zonde geboet en gevraagd: o God, waarom zo weinig vrucht, waarom zo weinig bekering, waarom zo weinig doorbraak in het genadeleven, waarom zo weinig opwassen in de genade en de kennis van onze Heere Jezus Christus? Want dat is het. Al het andere? Wel, lieve mensen, ja, ik zal niet zeggen, dat het er niet bij hoort, maar dat is timmeren aan de buitenkant. Het gaat om het innerlijke.”

In zijn afscheidspreek sprak hij: “Wel geliefden, ik heb in uw midden ruim 10 jaren mogen arbeiden. Ik was blij met de blijden, bij geboorten en trouwdagen. Ik weende met de wenenden in sterfhuizen en bij rouw. Ik heb door genade de kranken mogen vertroosten, de achtergeblevenen in de sterfhuizen tot steun mogen zijn; de jeugd der gemeente heb ik mogen onderwijzen; velen uit ons midden heb ik belijdenis des geloofs mogen afnemen. Zo is er veel, geliefden, waarop wij kunnen wijzen. En als ik u nu vertel, dat toen wij tien jaar geleden hier kwamen, telde de gehele gemeente 161 zielen, mannen, vrouwen en kinderen, waarvan ik er veertig naar het graf heb gebracht, ruim 60 a 70 zijn met attestatie vertrokken en als wij nu mogen zeggen, dat door Gods genade de gemeente gegroeid is tot bij de 500 zielen, dan schrijven wij dat niet toe aan onze bekwaamheid. Nee, God de Heere de eer.”

Aan het einde van zijn preek sprak hij: “God weet het, hoe gij altijd, de ene tijd meer, de andere tijd minder, altijd in mijn gedachten zijt geweest, niet alleen overdag, ook niet alleen als wij hier vergaderden, maar ’s nachts wanneer de slaap ver van onze ogen was, dan weet God, dat ik u, bekeerd en onbekeerd, opdroeg aan God met uw noden en behoeften.”

Na de preek sprak hij de catechisanten toe: “Geliefde catechisanten, wat wij u altijd voorgehouden hebben, dat godsdienst zonder wedergeboorte iemand nooit binnen Jeruzalem brengt - zult ge dat altijd onthouden? Zoek de Heere in uw jeugd, opdat, als ge oud zult zijn, de God aller genade uw deel moge zijn in leven en in sterven.” Riekel bleef voorlopig nog in Delft wonen en preekte er nu twee zondagen per maand.

Huizen

Hij preekte ook weleens in Huizen. Daar zeiden ze: “Hier staat die grote pastorie leeg. Kom toch hier wonen.” De ledenvergadering van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Huizen besloot nu Riekel te vragen als hulpprediker. Deze ging erop in en 7 april 1946 verbond hij zich aan de gemeente met een preek over Jozua 1:6 - “Wees sterk en heb goede moed! want gij zult dit volk dat land erfelijk doen bezitten, dat Ik hun vaderen heb gezworen hun te geven.”

De gemeente van Huizen had nog schuld ten gevolge van de bouw van een kerk en pastorie. Maar financieel ging het nu goed.

Op een keer werd zijn huishoudster ernstig ziek en men vreesde voor haar leven. Ja, de huisarts verklaarde dat ze ging sterven. Riekel mocht echter weten, dat ze zou herstellen en hij zei dat ook. De dokter keek meewarig, maar ze herstelde.

Riekel heeft ook Ds. R van der Bijl bevestigd als predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Katwijk aan Zee. Hij begon de bevestigingspreek met: “Spinazie, spinazie, een pan vol! Wat schiet er over? Zo’n klein beetje.” Hij zei tegen Van der Bijl: Je bent nu nog jong. Die nu “Hosanna” roepen, schreeuwen straks “Kruis hem!” Je zult best nog eens moeilijkheden krijgen in je gemeente. Riekel was niet zo sterk meer, maar als hij op de preekstoel kwam, knapte hij helemaal op. Dan had hij nergens last van. Hij preekte zo vurig en sloeg soms met de vuist op de rand van de preekstoel. In april 1948 moest hij, wegens ouderdom en lichaamszwakte, zijn werk in Huizen neerleggen. Zelf wilde hij naar Den Haag, maar hij kon daar niet zo snel terecht. Het was immers kort na de oorlog. Hij voelde zich net een zwerver.

Lerend ouderling M.S. Roos te Naarden zei: Je kunt voorlopig wel bij ons in. Riekel was hier dankbaar voor. In Naarden is hij ziek geworden. Maandagmiddag 7 maart 1949 kwam het einde. Roos zei tegen hem: “Nog even, en dan gaat u naar huis.” Met duidelijke stem antwoordde hij: “Ja!” En hij was thuis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1995

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Ds. J.A. Riekel 1869-1949 (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1995

Bewaar het pand | 10 Pagina's