Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Levensbeschrijving ds. Martinus Overduin (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levensbeschrijving ds. Martinus Overduin (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo mocht ik al smekende en bedelende zijn tot de Heere. Een Jezus kende ik niet. Achttien jaar had ik mijn vader Hem horen prediken als de enige weg tot zaligheid. Maar toen de Heere mij een verloren zondaar kwam te maken voor Zijn aangezicht, was er voor mij geen Jezus, ik kende geen Jezus. Ik was God kwijt. Ach, hoe krijg ik arme helwaardige zondaar ooit weer God tot mijn deel. Ach, hoe wordt die breuk tussen God en de ziel weer geheeld en overbrugd. En onder dat gemis, zuchten en tranen, behaagde het de Heere de weg in de Persoon des Middelaars voor mij verlorene te openbaren, met deze woorden: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in dewelke Ik al Mijn welbehagen heb, hoort Hem”. O, daar werden mijn ogen geopend voor de vertonende liefde in de Heere Jezus Christus. O, eeuwig wonder. Daar kreeg ik in de dadelijkheid te ervaren en te smaken, dat ik in en door Hem gered en gezaligd kon worden. O, welk een blijdschap dat nu zó één nog zalig kan worden. Ik moest het alle mensen gaan toeroepen. Dat nu zúlkéén, de slechtste uit de slechtsten, de goddelooste uit de goddeloosten nog zalig kon worden, en dat in die dierbare Heere Jezus. O, wat ging mijn ziel naar Hem uit. Als een gewaterde hof liep mijn ziel Hem aan. Ach, dat Hij Zich ook over mij mocht ontfermen. Ach, lieve Heere Jezus, was mij en reinig mij in Uw dierbaar bloed, Ach, wil U dat dierbaar bloed in mijn ziel toepassen, opdat ik ook daarin moge ontvangen vergeving voor al mijn zonden. En in en door U weer hersteld moge worden in de gemeenschap Gods, waar ik mijzelf heb buiten gezondigd. O, dat eeuwige wonder, daar zonk dag en nacht mijn ziel onder weg, dat er voor zulk één nog een weg der ontkoming was, en dat in die dierbare Jezus. Wat heb ik daarna mogen delen in de liefdesuitlating van die dierbare Heere Jezus. Mijn ziel smolt er geheel onder weg. Ik was soms geheel ongeschikt voor mijn arbeid, en zei mijn broer dan: ga maar naar ’t volk. O, wat een blijdschap om dan des Heeren volk te horen vertellen, hoe goed de Heere was en dat voor zó één. Ik kan het niet op, dag en nacht smolt mijn ziel weg in het wonder. De hel verdiend, en het leven te ontvangen. Ik kon dan ook hier niet meer leven, en had zulk een verlangen en heimwee om bij de Heere te zijn, om Hem volmaakt te mogen grootmaken en te verheerlijken. Dat op zekere keer ik in het verborgen lag, en de Heere smeekte dat als ik nog hier moest blijven, ach, dat Hij dat heimwee uit mijn ziel mocht wegnemen. En terwijl ik het vroeg, nam de Heere het weg, met deze woorden: Gaat dan heen, onderwijst al de volkeren, hen dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.

Daarop daalde zó’n blijdschap in mijn ziel, dat ik tot een lieve vriend zei: al moest ik zo oud worden als Methusalah, als ik dan nog maar het middel mag zijn, al ware het slechts voor één arme zondaar tot bekering.

Ik mocht dit aan mijn geliefde vader vertellen, hoe dat ik de roeping des Heeren had ontvangen, om die dierbare Christus te verkondigen aan arme zondaren, en dat het nu mijn begeerte was om opgeleid te worden voor het leraarsambt. Ik was toen nog maar achttien jaar oud. Mijn geliefde vader sneed dit af en zei dat het onmogelijk was. En uit eerbied voor mijn vader, geloofde ik wat vader mij zei. Dus dit was een afgedane zaak. Doch bij de Heere is dit niet zo. De zaak bleef diep in mijn ziel liggen. En hoe ik het zocht weg te werken, het ging niet. Ik was er altijd mee bezig; onder mijn arbeid was ik menigmaal aan het preken. Stond soms voor een deur waar ik gebeld had, daar ik geheel niet behoefte zijn. Ja, het is zelfs gebeurd dat ik van de weg af het water infietste, daar ik al maar aan het preken was, en niet meer wist waar ik was. Ach, hoe tobde mijn ziel dag en nacht, daar toch alles was toegesloten.

Hoe zou dat ooit kunnen gebeuren, dat ik zelf geen licht noch wijsheid bezat tot zulk een gewichtig werk. En toch kon ik het niet meer kwijt.

Toen ik twintig jaar was, kreeg ik kennis aan een meisje, Johanna Maaike Por, die ook godvrezende ouders mocht bezitten, en dezelfde opvoeding mocht kennen, en steeds met haar ouders meeging naar de gezelschappen. De 24e juli 1913 ging ik met haar het huwelijk in, en werden wij samengebonden in de heilige huwelijkse staat met de woorden uit Exodus 34:15. Het was een aangename dag. De Heere maakte het in alles wel. Veel heb ik ook in mijn huwelijksleven doorworsteld, en ervaren wat het Woord des Heeren ons zegt: de getrouwden hebben verdrukking in het vlees. Maar de Heere heeft ons overal uit en doorgeholpen, en is ons in alles des ontfermens gedachtig geweest.

Onder dit alles zette de Heere Zijn genadewerk in mij door, en ging ik inleven: wat Ik gebouwd heb zal Ik afbreken en wat Ik geplant heb zal Ik uitrukken, ja zelfs dat ganse land.

De Heere werkte krachtig in mijn ziel door, met de ontdekking des Heiligen Geestes. Zo, dat ik hoe langer hoe meer mijn verdorven bestaan leerde kennen, en dat ik gans melaats en onrein was van mijn hoofd tot mijn voetzool toe. Dat ik in ongerechtigheid geboren, en in zonde mijn moeder mij had ontvangen. O wat een zonde en ongerechtigheden kreeg ik van binnen te kennen en te zien, zodat ik met alles wat de Heere gedaan had, de dood in moest. Ach, welk een ontwaring, gedacht van kracht tot kracht te zullen voortgaan, om zo weldra voor God in Zion te mogen verschijnen, kreeg ik in te zien, dat ik nog één was die voor eigen rekening stond. Ach, wat al bestrijdingen en aanvechtingen, het was maar inbeelding, huichelarij, daar was nog niets van God bij. Alles nog eigen werk. Het was mij soms zó bang, dat ik niet anders dacht als met een Judas nog aan de strop te komen. Het was aldoor maar een roepen en zuchten tot de Heere; maar ach, het bleef alles even dicht en gesloten. Dit werd al erger en banger en ik leerde mijzelf kennen als een klomp zonde en ongerechtigheid. Zie Ps. 65, die als een stroom over mij heenging. De liefdesuitlatingen van die dierbare Jezus was ik kwijt, en liep daar weer als een ongelukkig, onbekeerd schepsel over de aarde, met een ongeredde ziel voor die grote eeuwigheid. Bij tijden kwam er eens even een lichtstraaltje, maar het was weer zo voorbij, en was het alles donkerheid en duisternis in mijn ziel. Totdat daar met kracht in mijn ziel kwam: Sion zal door recht verlost worden en haar wederkerenden door gerechtigheid. Toen gaf de Heere mij een oog voor Zijn Goddelijk recht, en kreeg ik de deugden en volmaaktheden Gods lief boven mijn eigen zielzaligheid. Zodat de Heere mij vaardig maakte en een lust gaf tot het recht Gods. En niets anders meer wilde als dat God wilde. De Heere trok door met Zijn zaligmakend werk in mijn ziel, zodat ik geheel werd uitgeschud en ontledigd. In deze weg heb ik geleerd, welk een vijand ik was om uit genade gezaligd te moeten worden. Heel mijn gevallen natuur kwam daar tegen op. Maar ook daarin heb ik ervaren dat de Heere zegt: Mijn Raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doen. Vlees en bloed zal het Koninkrijk niet beërven. Ach, hoe gaat het zalig worden geheel anders als dat de ziel gedacht en verwacht had. Mijne gedachten zijn niet ulieder gedachten en uw wegen zijn niet Mijn wegen spreekt de Heere. Jesaja 55:8. Ach, de zondaar, hij klemt zich vast tot aan de laatste strohalm. Wij kunnen ons leven niet kwijt, want dan immers is het voor eeuwig verloren.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1995

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Levensbeschrijving ds. Martinus Overduin (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1995

Bewaar het pand | 12 Pagina's