Meditatie

Het slot van Petrus’ tweede brief is hoogst aktueel. Ook wij weten van te voren hoe kerkmensen alle vastigheid kunnen kwijtraken. Omdat er ook in het heden de voorbeelden van zijn. ’t Begint met zogenaamde kleine zaken. “Ja maar dat moet je niet zo letterlijk nemen”. Of: “dat woord is tijdgebonden; als Paulus nu zou geleefd hebben, zou hij anders geschreven hebben”, ’t Kan ook gebeuren dat men waarheden gewoon weg exegetiseert. Let u erop: ’t gaat uiteindelijk om Adam en de tweede Adam. Wie de eerste Adam hoog plaatst zal de tweede Adam laag plaatsen. Daar zit een onlosmakelijk verband tussen. Weet geliefden, dat dwaalleraars en achter hen al de duivelen gaarne begeren dat u overhoudt een betwijfeld geloof. Zult u de vastheid behouden, zult u zalig worden dan alleen door het ongetwijfeld geloof, en wel dat geloof waarvan de Werkmeester de Heilige Geest is.

’t Is mogelijk dat dwaalleraars reeds vat op u hebben gekregen. Wel - dan zou er uwerzijds al irritatie kunnen zijn.. Maar leest u verder. Ik kon niet om het tekstverband heen gezien het woordje “maar” van bovenstaande tekst. Waar het nu verder op aankomt dat is het tweede vermaan van de apostel Petrus: om op te wassen in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus.

“Het geloof is een vaste grond der dingen, die men hoopt”. Door geloofsgroei, geloofsvermeerdering worden de dingen al vaster. Die groei, die vermeerdering staat in nauw verband met het opwassen in de genade en kennis van de Heere Jezus. Het is niet voldoende dat er is de genade en kennis van de Heere Jezus, ’t Komt aan op het groeien in die genade en kennis. Zo openbaart zich het ware geestelijke leven.

Wat dood is, groeit niet. Alleen wat leeft. Zo is het in de plantenwereld. Zo is het in de dierenwereld. Zo is het in het leven van mensen. Terecht verwacht u dat een kind groeit. Als de groei stagneert, maken we ons zeer bezorgd. Het kenmerkende voor het geestelijke leven is hetzelfde. Door de wedergeboorte leven, waarlijk leven. De wedergeboorte is rijk. Dat is de wonderlijke daad van de grote Herscheppen Echter het komt wel aan op de openbaring van dat leven, en dat is de groei, het opwassen. Als u zegt: ik meen wel dat er iets met mij gebeurd is, en er is geen groei, geen opwassen dan mankeert er wel iets aan. ’t Zou kunnen zijn dat u uzelf bedriegt, of dat u een onschriftuurlijke leer aanhangt. Immers wat leeft groeit. Dat is de wet van het leven.

’t Staat er heel erg teer: onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hier trilt in dat woordje “onze” het wonder. Er is schenking en deelachtigmaking. Toeëigenende genade door de Heilige Geest. Daarom: onze, mijn Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Heere dat is de Kurios, de Almachtige, aan Wie alle macht gegeven is. Hij regeert. Daarom komen zondaars aan Zijn voeten. Daarom zal straks elk der vorsten zich voor Hem buigen. Nog een stenen hart? Hier is Hij Die een stenen hart tot een viesen hart maakt. Hij is Zaligmaker. Uit de diepte der verlorenheid brengt Hij in de hoogte der heerlijkheid. Hij brengt in het Vaderhuis, aan het Vaderhart. God spreekt tot een zondaar: “Mijn kind, en die zondaar spreekt Abba Vader, mijn Vader. In de naam Zaligmaker en in de naam Jezus ligt alle heil voor tijd en eeuwigheid, voor leven en sterven. Die derde naam is niet minder rijk. Hij is de Messias, de Beloofde. De Christus Gods, de Gezondene van de Vader, de Profeet, Priester en Koning. O die namen zijn zo rijk. Ze laten zien al het heil dat er is in Hem.

In de apothekerswinkel staat nog altoos dat weegschaaltje. U weet het: ’t heeft twee schaaltjes. Ze staan met elkaar in balans. Als op het ene schaaltje iets gelegd wordt, wel u ziet het voor ogen: dat schaaltje gaat naar beneden, en ’t ander gaat omhoog. Geestelijk gesproken: ik ben op het ene schaaltje en Jezus Christus op het andere. Van nature zit mijn schaaltje helemaal bovenaan, en dat van Jezus Christus helemaal onderaan. Door het werk van de Heilige Geest komt er beweging in. Mijn schaaltje wordt zwaar en alsmaar zwaarder, ’t Gevolg is dat het andere schaaltje als maar hoger gaat. Er komt een groeien, een opwassen in de genade en in de kennis van de Heere Jezus.

Het groeien in die genade en kennis komt dus daaruit voort, dat ik mijzelf al meer ga kennen. Ik word de grootste, de voornaamste der zondaars. In die weg ga ik groeien, opwassen in de genade en kennis van de Heere Jezus Christus. O ik ben er zo’n vijand van om mijn verlorenheid, mijn zonde en schuld te leren kennen. Maar ’t is zo rijk, zo heilzaam, zo vruchtbaar. Juist daardoor ga ik al meer kennen de genade van de Heere Jezus, Wie en Wat Hij is als Borg, als Middelaar, als Zaligmaker van arme zondaars. Waarlijk - als mijn schaaltje helemaal naar beneden is dan is dat andere helemaal naar boven. Dan zie ik niemand anders dan Jezus alleen. Wat is er dan een ruimte om zalig te worden!

Nu - u kent dat opwassen, dat groeien in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus? Zalig om te worden die we zijn: een grote nul. Hoe schoon wordt Hij dan. Ja dan wordt Hij alles: mijn Heere en Zaligmaker Jezus Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen