Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons kind heeft een verstandelijke handicap (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons kind heeft een verstandelijke handicap (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De aard van de handicap

Zwakzinnigheid is een veel gebruikte Nederlandse aanduiding. Zwakzinnigheid betekent volgens het woordenboek van Van Dale zwak van zinnen, van verstand, achterlijk. Het boek waaraan wij veel informatie ontlenen ook voor dit artikeltje spreekt over verstandelijke handicap en over zwakzinnigheid. Op blz. 46 wordt gesteld dat de aanduiding zwakzinnigheid de voorkeur verdient boven de aanduiding verstandelijke handicap. Het is waar dat het verstandelijke tekort het meest opvalt, maar het is toch een te beperkte aanduiding wanneer we letten op alle andere tekorten en stoornissen die kunnen optreden. Zwakzinnigheid betekent dat er een aangeboren of opgedane stoornis is van verstandelijke funkties en de mogelijkheid om die funkties te ontwikkelen. Misschien wist u het niet, maar één op de tien Nederlanders heeft een handicap en één op de honderdvijftig Nederlanders heeft een verstandelijke handicap. Daarvan heeft 80% een lichte verstandelijke handicap en 20% een ernstige verstandelijke handicap. Een verstandelijke handicap gaat vaak gepaard met andere tekorten en stoornissen. Binnen de zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap lijdt ongeveer 40% van de bewoners aan autisme (in zichzelf gekeerd gedrag). Zwakzinnigheid gaat bijna altijd gepaard met een sterk vertraagde ontwikkeling van de motoriek. Het kind gaat veel later kruipen, staan en lopen dan andere kinderen. Spasticiteit is het grootste probleem bij mensen met een verstandelijke handicap. Hieruit kunnen allerlei lichamelijke problemen ontstaan. Spieren kunnen tekort worden om armen en benen nog te kunnen strekken. De heupkop kan uit de kom raken. Het slikken kan moeilijk zijn. Bij 30% van de mensen met een verstandelijke handicap komen epileptische aanvallen voor. Epilepsie is een storing in de electri-sche hersenstroompjes waardoor onwillekeurige of tegenstrijdige bewegingen ontstaan. Mensen met een verstandelijke handicap hebben soms beperkingen in de vermogens van gezicht en gehoor. Een verstandelijke handicap kan ook gedragsstoornissen met zich meebrengen. Men kan zichzelf benadelen of de omgeving benadelen wat zich kan uiten in slaan, krabben of bijten.

Oorzaken van zwakzinnigheid

Vroeger werd er veel minder of geen onderzoek gedaan naar de oorzaken van de zwakzinnigheid. Ook in onze tijd, al zijn de mogelijkheden tot onderzoek veel groter geworden, blijft bij éénderde van de mensen met een verstandelijke handicap onduidelijk wat de oorzaak is. Vier oorzaken van zwakzinnigheid worden aangegeven: Afwijkingen in de erfelijke eigenschappen, stoornissen tijdens de zwangerschap, problemen en beschadigingen rond de geboorte, beschadigingen na de geboorte. Wat zwangerschap betreft wordt de volgende goede raad gegeven: voldoende rust nemen, voorzichtig met genotsmiddelen (alcohol) en medicijnen. Een onverantwoord levenspatroon kan tot handicaps leiden. Stoornissen tijdens de zwangerschap hangen samen met ziekten van de moeder zoals schildklierafwijkin-gen, suikerziekte, epilepsie en zwan-gerschapsvergiftiging waardoor zwakzinnigheid kan optreden bij het kind. Ook kan er sprake zijn van stoornissen in de zwangerschap door oorzaken van buitenaf: straling, genot- en geneesmiddelen, rode hond (kan leiden tot doofheid en blindheid), infeclieziek-ten die het gezichtsvermogen aantasten of kans op een waterhoofd geven. Er kan ook sprake zijn van problemen en beschadigingen rond de geboorte. Een kindje dat te vroeg geboren wordt heeft kans op een hersenbeschadiging. Rond de geboorte valt te denken aan zuurstofgebrek, hersenbloeding, sui-kertekort en ernstige geelzucht. We hebben ook te denken aan beschadigingen na de geboorte: schedelletsel (val van de commode, verkeersongeluk of mishandeling), medicijngebruik (medicijnen die de moeder gebruikt en die in de voeding terechtkomen), giftige stoffen en infecties. Met name valt te denken aan hersenvliesontsteking. Ook epileptische aanvallen kunnen hersenschade veroorzaken bij de zuigeling. Ook door uitdroging kan hersenbeschadiging optreden.

De rol van de erfelijkheid

Mensen staan in een erfelijke relatie met het voorgeslacht en de nakomelingen. In de moderne samenleving dreigt de gedachte al sterker te worden dat lijden het leven onmenselijk maakt. Men streeft naar de perfecte mens. Handicaps dienen vermeden te worden. Waar men er niet alles aan doet handicaps te vermijden worden verwijten geuit. Nadert het moment dat onze samenleving nee zegt tegen mensen met een verstandelijke handicap? (blz. 58). Kosten zij teveel geld en moeite? Er wordt al meer gediscussieerd over grenzen van zorg en hulpverlening aan kinderen met een verstandelijke handicap. Terecht lezen wij op blz. 72 dat kinderen met een handicap het recht hebben op dezelfde behandeling en benadering als mensen zonder die handicap. Ongeveer 5% van alle pasgeborenen komt met een aangeboren afwijking ter wereld. Dat zijn er in Nederland per jaar ongeveer 10.000. Bij ongeveer 35% is sprake van een erfelijke oorzaak, een afwijking die van geslacht op geslacht wordt overgedragen. Mongolisme is een bekend voorbeeld. Ook valt te denken aan de ziekte van Huntington, aan taaislijmziekte en spijsverterings-ziekte (kan opgespoord worden via de zogenaamde hielprik). Ook bloeder-ziekte valt hieronder. In alle gevallen is er iets mis met de bouwsteen van de erfelijkheid. Onderzoek voor de geboorte is mogelijk. Echografie is de bekendste methode. Een echo kan heel veel van het nog ongeboren kind zichtbaar maken. Daarnaast is er sprake van een vruchtwaterpunctie en vlokkentest. Hier zijn bepaalde risico’s aan verbonden. In onze maatschappij zijn er ouderparen die van het begin af aan het risico op een gehandicapt kind weggenomen willen hebben. Men spreekt dan van pre-embryonale diagnose. Dit is onderzoek van het embryo tijdens de eerste veertien dagen na de conceptie. Bij geconstateerde afwijkingen wordt het leven gedood, zijn er geen afwijkingen dan plaatst men het zogenaamde pre-embryo weer terug in de baarmoeder.

Beoordeling

Hoe dient onze houding te zijn ten aanzien van de vele onderzoeksmethoden die in onze tijd mogelijk zijn? Is onderzoek voor de geboorte wel geoorloofd? Onderzoek voor de geboorte moet het leven en het welzijn van moeder en kind bevorderen. Het moet de goede ontwikkeling en voorspoedige geboorte van het kindje beogen. Maar deze acceptabele toepassingen zijn in de medische wereld slechts bijzaak. De eerlijkheid gebiedt om dat neer te schrijven. Vaak eindigt onderzoek voor de geboorte in abortus. Duidelijk dient gesteld te worden dat het menselijk leven op zichzelf waardevol is ook al is de gezondheid ernstig aangetast en zijn er weinig of geen verstandelijke vermogens. Het spreken over een pre-embryonale fase is misleidend en gevaarlijk en vindt geen enkele grond in de Bijbel. Denk maar aan Psalm 139:13-16. Elk mensenkind heeft in elke levensfase - in welke kwaliteit ook - recht op bescherming. God heeft de mens naar Zijn beeld geschapen. Zouden wij dan mogen doden? Wanneer het gaat over geschonden leven dienen we te bedenken dat eigenlijk elk leven door de zonde is geschonden. Maar er is uitzicht. We lezen in Openbaring 21:4 en 5a “En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan. En Die op den troon zat, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.”

De Heere geve oog voor Zijn leiding in het leven en schenke kracht naar kruis. Om deze dingen wil Hij gebeden zijn. Het is een goede en geboden zaak voorbede te doen voor mensen die te maken hebben gekregen met verstandelijk gehandicapten, hetzij dat zij familie zijn, hetzij dat zij zich geroepen zien voor zwakzinnigen te zorgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1996

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Ons kind heeft een verstandelijke handicap (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1996

Bewaar het pand | 10 Pagina's