Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Gods Vaderlijke vertroosting

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en de God aller vertroosting; Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke wij- zelven van God vertroost worden

Door veel verdrukkingen moeten Gods kinderen ingaan in het koninkrijk Gods (Hand. 14:22). Dat geldt van alle pelgrims naar Sion. “Die ons vertroost in al onze verdrukking”, zegt de apostel in de aanhef van zijn tweede brief aan de gemeente van Korinthe. Hij had veel zorg gehad over deze gemeente. In zijn eerste zendbrief had hij haar scherp moeten bestraffen vanwege allerlei misstanden die daar heersten: verdeeldheid, hoogmoed, zedeloosheid, twisten, ontheiliging van het heilig Avondmaal, enz. En dat alles had Paulus, wien de zaak des Heeren zozeer ter harte ging, veel verdriet gedaan. Hij leed eronder. Het betekende voor hem verdrukking, benauwdheid. En welke oprechte dienaar des Woords zou niet iets van deze “verdrukking” kennen? Verdrukkingen om de naam en de zaak des Heeren. Geen enkel kind van God blijft ervan verschoond. Verdrukkingen zijn onlosmakelijk verbonden met de vreemdelingschap hier beneden. Verdrukkingen van buitenaf. Lijden onder smaad en laster soms. En dan de innerlijke benauwdheid in tijden van geestelijke donkerheid, onder de aanvechtingen van satan. Het kan niet anders en het is niet anders: door veel verdrukkingen moeten Gods pelgrims ingaan in het koninkrijk Gods.

Maar toch geeft de apostel de moed niet op. Integendeel! Wij hebben dan altijd goede moed! Zo roemt hij in 2 Korinthe 5:6. Ondanks zijn vele benauwdheden en verdrukking. Ja, want Paulus heeft een Trooster. En die Trooster is zijn God!

In al zijn verdrukking troost hem God. “Die ons vertroost in al onze verdrukking”, zo mag hij roemen. We zouden hier letterlijk kunnen vertalen: “Die ons in onze verdrukking bij Zich roept en ons (vriendelijk) toespreekt!”

Heerlijke zaak! Daar is God, Die de verdrukte, benauwde apostel naar Zich toe roept, om hem dan vriendelijk, lieflijk toe te spreken: “Paulus, Mijn apostel, Mijn kind, ge hebt zorg en verdriet vanwege de zonden in de gemeente van Korinthe; maar weet het dan, en weest getroost: de poorten der het zullen Mijn gemeenten toch niet overweldigen. Laat Mijn genade u genoeg zijn! Ik aanschouw uw moeite en verdriet: geef het alles over in Mijn trouwe handen!”

Welnu, zo vertroost de Heere al Zijn verdrukte, aangevochten kinderen. Door ze naar Zich toe te roepen en ze toe te spreken. Door ze toe te spreken door Zijn Woord. En dan kan één woord uit het Woord het verdrukte, bedroefde kind des Heeren al zo wonderlijk vertroosten, wanneer namelijk de Heilige Geest dat woord in het hart doet indalen.

Dan geeft God soms psalmen in de nacht. Want als de Heere ons troost, dan zijn we getroost! Ons troosten, al bedoelen we het nog zo goed, is troost toewensen., Gods troosten is troost schenken! De Heere heeft altijd het rechte woord, dat gepast is voor onze toestand. “Met de moede een woord ter rechter tijd te spreken” (Jeseja 50:4) is een heilgeheim, dat alleen de Drieënige God volkomen verstaat en toepast. En dan ook dit nog: die zelf door God vertroost zijn, kunnen (en moeten) ook anderen troosten.

Luister naar wat de apostel zegt: “Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke wijzelf van God vertroost worden.”

Het is moeilijk om iemand gevoelig, troostend toe te spreken en gepaste woorden te vinden voor zijn toestand, wanneer die toestand onszelf helemaal vreemd is. Het gaat nog het best, wanneer wij bij eigen ervaring de verdrukkingen, de zorgen kennen, die we bij de ander proberen te verlichten. En wanneer we nu zelf in onze verdrukking door God vertroost zijn, zou het dan niet onze roeping en opdracht zijn, om dat niet voor onszelf te houden, maar om daarmee andere verdrukten en bekommerden te troosten?

En tenslotte: van alle vertroosting moet God de eer ontvangen: “Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting.”

Let op die samenvoeging van heerlijke namen. Juist als God en Vader van de Heere Jezus Christus is de eeuwige God de Vader der barmhartigheid! Buiten Christus is Hij de God der wraak, een verterend vuur! (zullen we ook dat bedenken en onszelf beproeven?)

Omdat God in Christus de Vader der barmhartigheden (meervoud!) is, daarom troost Hij de Zijnen, uit loutere barmhartigheid. En daarom komt het Hem toe, dat Zijn door Hem getrooste kinderen Hem lof toebrengen:


Gij hebt mijn ziel beveiligd voor de dood:
Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot’;
Gij zijt voor mij een Schild in alle nood;
Gij hebt mijn smart verdreven.
Uw dierb’re gunst is me altoos bijgebleven;
‘k Zal voor Gods oog, naar Zijn bevelen leven.
Zo wordt door mij Zijn Naam altoos verheven;
Zo wordt Zijn lof vergroot.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's