Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herdenkingsbijeenkomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herdenkingsbijeenkomst

t.g. v. het 50-jarig bestaan van de C. G. K. te ‘s Gravenhage-Scheveningen, 7 september 1996

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een goed gevulde Thaborkerk mediteerde de predikant van Scheveningen Ds. G.J. Capellen over Psalm 48:10 “O God, wij gedenken Uwer weldadigheid in het midden Uws tempels”. Deze Psalm bezingt de heerlijkheid van Jeruzalem.

Daarin is alleen de HEERE groot. Het gaat er niet om mensen te prijzen maar Gods deugden; daden en verbonds-trouw. Die is gebleken in de geschiedenis van Sion, de Kerk. De koningen komen op Jeruzalem af maar Gods macht verbreekt hun aanslagen. God is sterker dan de Satan en alle vijanden van de Kerk. Daarom gaat die Kerk niet ten onder. Het Fundament ligt vast in de bloedwonden van Christus. Daarom past ootmoedige dank voor 50 jaar Thabor.

In Psalm 48:10 gaat het om een lofver-heffing na doodsgevaar. Vanuit de ver-bondstrouw Gods mogen we gedenken. Gedenken is le voor de geest halen. Dat is nodig want hoe vergeetachtig zijn wij. Er is altijd reden, zegt Calvijn, om Hem te prijzen. Want zelfs in tegenspoed blijft er nog zoveel goeds over. Gedenken is 2e zich stilzwijgend, geduldig verlaten op Gods weldadigheid. Wat kunnen wij de uitwerking van Gods beloften door onge-duld in de weg staan. Verwachten wij in stille berusting ons heil ook van Hem? Het grootste kwaad is het ongeloof, dat God verdacht houdt. Laten wij Gods weldadigheid, aan het voorgeslacht bewezen, gedenken.

Wij gedenken! Wij doen dat niet egoïstisch maar gemeenschappelijk. En daarbij gaat het niet om voorgangers of kinderen Gods, maar om de Naam van die God die Zich in de gekruisigde Christus openbaarde. Wij gedenken Gods weldadigheid. Zijn weldaden in het verleden, die onderpanden zijn voor heden en toekomst! Wij gedenken “in het midden van Uw tempel”. Daar vindt de dienst der verzoening plaats. Daar wordt aanschouwd de vrije gunst die eeuwig Hem bewoog. De vraag is: werd ik verbroken onder Gods weldadigheid? Dat de HEERE ons niet afgeschreven, weggestuurd heeft? Waar hebben de preken ons gebracht? Hebben wij de boodschap versmald? Afgedaan of toegevoegd?

In Psalm 48 belijdt de dichter: Deze God is onze God. Het staat voor de dichter vast. Hij zal ons geleiden. Wat een troost als we deze belijdenis als antwoord op de prediking mogen afleggen. Het gelovig aanschouwen van de weldaden Gods geeft moed voor de toekomst. Laat onze bede zijn, bewaar en vermeerder Uw Kerk, dat Uw Rijk in Christus volmaakt mag worden.

Ds. M.W. Nieuwenhuijze sprak als eerste consulent van Scheveningen een woord van herinnering. Hij stond bij de geboortewieg van de gemeente. Tengevolge van de Duitse bezetting werden de Scheveningers verspreid over het gehele land. Zij werden door Ds. Nieuwenhuijze bezocht. Sommigen kerkten in de Haagse gemeenten van Centrum en West. Het waren geestelijk gezien goede tijden. Er werd veel geroepen tot God die uitkomst kon geven. Na de oorlog keerden de Scheveningers terug naar hun oude stekje. De behoefte een eigen gemeente in Scheveningen te stichten nam toe. De classis gaf permissie. De eerste dienst vond plaats op 14 juni 1946. Ds. Nieuwenhuijze heeft goede herinneringen aan die eerste tijd. Hoewel hij niet kon spreken van een volmaakte gemeente, waren er meerdere die in de Waarheid wandelden. Het begin was uit God. Hij gaf wasdom. In de breedte en in de diepte. Scheveningen is een leraar-lievende gemeente. Nooit van zijn leven heeft Ds. Nieuwenhuijze zoveel vis gegeten!

De naam Thabor wil zeggen dat het niet gaat om de christen maar om Christus. Op de berg Thabor zagen de discipelen niemand dan Jezus alleen. Het gaat niet om onze vroomheid maar om het zien op Hem die beloofd heeft dat de poorten der het Zijn gemeente niet zullen overweldigen, aldus Ds. Nieuwenhuijze.

Van Ds. J.C. van Ravenswaay las Ds. Capellen een brief voor met hartelijke wensen aan het adres van de gemeente.

Vervolgens sprak Ds. G. Bouw zijn ‘geliefde gemeente’ aan. Die aanspraak was voor hem geen formaliteit maar hartelijke realiteit. Twintig jaar mocht hij de gemeente dienen. Enige honderden kinderen werden gedoopt maar ook 207 begrafenissen geleid, waaronder die van personen, ouderen en jongeren, die mochten getuigen van Gods genade. Meerdere catechisanten stonden naar de bediening van het Woord in onze kerken.

In de Thaborkerk werden rijke ogenblikken beleefd. Op de berg Thabor werden de woorden gehoord: Deze is Mijn geliefde Zoon, waarin Ik Mij welbehagen heb. Hoort Hem! Dat is en blijft de kern van de zaak.

Ds. P. van Zonneveld feliciteerde de gemeente en sprak van een ‘rijk moment’. Een wonder dat de HEERE niet met ons doet naar onze verdiensten. De Koning van de Kerk moet de eer hebben. Hij bewaart bij Zijn Woord. In 1991 sprak Ds. van Zonneveld bij zijn bevestiging de wens uit dat hij de gemeente 20 jaar zou dienen. Het werden er vier. Maar evenals Ds. Bouw kan hij spreken van een liefdeband. Tijdens kerkdiensten en Avondmaalsbedieningen was de Heere in het midden. Dankbaar was hij ervoor dat spoedig de gemeente weer een nieuwe herder mocht ontvangen in de persoon van Ds. Capellen. Ds. van Zonneveld sprak de wens uit dat een honderdjarige herdenking niet nodig zal zijn, nl. omdat de Koning der Kerk vóór die tijd gekomen is.

Na Ds. P. van Zonneveld sprak Ds.L.W. van der Meij namens de classis. Hij wenste de gemeente toe te volharden bij de bijbelse bevindelijke prediking. Die heeft rijke vrucht afgeworpen en zal ook in de toekomst blijken levend en krachtig te zijn door de kracht van de Heilige Geest.

Na de toespraken bedankte br. Bar-geman namens de kerkenraad. Br. W.J. Pijl en zr. v.d. Harst voor het samenstellen van het fraaie gedenkboek, “s HEEREN werk in het midden der jaren’. Met een cadeaubon werd die dank onderstreept. Eén van de auteurs, br. W.J. Pijl overhandigde het eerste exemplaar aan de pastor-loci. Hij benadrukte dat het Gods vinger is die de geschiedenis schrijft. Niet alleen de wereldgeschiedenis, maar ook die van een kleine gemeente. Ook jongeren, bij wie geschiedenis niet altijd zo in trek is, dienen die te weten. Volgens Psalm 78 mogen zij niet vergeten welke grote daden God gedaan heeft. Opdat zij hun hoop op God zouden stellen.

Na het dankgebed zongen wij Psalm 48:6. Want deze God is onze God. Ter dood toe zou Hij ons leiden.

Een fotoverzameling riep bij de aanwezigen vele herinneringen op en werd na afloop aandachtig bekeken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Herdenkingsbijeenkomst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's