Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Het rood wordt wit

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol”

We lezen van scharlaken en karmozijn. Daarmee worden twee kleuren aangegeven. Scharlaken is helrood en karmozijn is bloedrood. Er is niets dat roder is dan scharlaken en karmozijn. Er zijn veel schakeringen in rood. Er is lichtrood, fletsrood, oranjerood enzovoort. Het meest rood zijn de genoemde twee. Ze vormen het toppunt van rood. Niets gaat dit rood te boven. Ze zijn het meest rood.

Nu gaat het niet over mensen die een rode vlag hebben, over communisten, of over “rooie vrouwen” of over een rode partij, ‘t Gaat over de zonde, over Israel met z’n zonde, over u en mij met onze zonde.

Jesaja, de profeet van de Heere, verkondigt het woord van de Heere. Hij zegt: “de HEERE spreekt”. Het wee wordt uitgesproken: “Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben de HEERE verlaten, zij hebben de Heilige Israëls gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts.” Waarlijk - het zouden de woorden van God kunnen zijn tot Nederland, tot ons volk. En wij behoren tot dat volk.

We gaan de reformatie gedenken. Wat een zegen dat het Woord weer zuiver verkondigd werd. “Wij, o verheven Majesteit, gedenken Uw weldadigheid”. Die toon mag niet ontbreken. Echter - wat een deformatie is er vandaag. Wat een toename van ongerechtigheid; de zonde vaak geen zonde meer. Overtredingen van de heilige wet van de Heere die gesanctioneerd worden. Buiten de kerk en soms zelfs binnen de kerk. God zegt: “al waren uw zonden als scharlaken, al waren zij rood als karmozijn”. O neen - de Heere zegt niet: ze zijn rood als scharlaken, ze zijn rood als karmozijn. Hij spreekt: “al zouden ze zo rood zijn”. Nogmaals: er zijn veel gradaties in rood. Maar het zou kunnen zijn dat ze rood zijn. ‘t Zou kunnen dat u zegt: “ze zijn te rood”. Mar al zou dat zo zijn, de Heere zegt: “Kom toch”!

O als we gaan zien onze zonden! U weet het van Luther, de vrolijke student. Opeens - op weg naar Erfurt - die bliksemstraal vlakbij. De ontdekking dat hij niet kon sterven. “Ach mijn zonde, mijn zonde”. De Heilige Geest ontdekt aan de grootheid van het bedreven kwaad. Toch moet u ook denken aan satan. Die hanteert twee glazen: een verkleinglas en een vergrootglas. Als de begeerte tot zondigen bij u opkomt, komt hij met het verkleinglas. Hebt u de zonde volbracht dan komt hij met het vergrootglas. God weet daarvan. Hij brengt niet tot wanhoop. Hij zegt: “al zouden uw zonden zijn als scharlaken, al zouden ze zijn als karmozijn...” Nu moet u het woordje “dan” vervangen door het woordje “toch”. Zo is het juister. God zegt “komt toch”. Hier is de lokking, de nodiging. U ziet hier uitgebreide armen, liefde-armen. “Komt toch”. Hoort u Zijn stem, o zondaar, ’t Gaat om uw behoud, om uw zaligheid! “Komt toch”. U moogt elk woordje hier benadrukken. Het is: kóm toch, en het is kom tóch. Er is zoveel reden om niet te komen, ‘t Kind dat het gebod van vader of moeder heeft overtreden, kruipt weg. Wij voor God. We vrezen Zijn toorn. Zijn veroordeling. De Heere weet hoe we zijn. Daar lokt en nodigt en dringt Hij aan: “kom toch”. “Laat ons samen rechten”. Samen. Dus u en de Heere. U moogt rechten met de Heere. Dat willen we soms toch graag? Hem zeggen wat Hij verkeerd deed! Maar dan ook andersom. Ik staande voor mijn Rechter. “O God, als Gij onze heimelijke zonden zoudt stellen in het licht van Uw aanschijn, we zouden verschrikt worden!” Voor Gods vierschaar... ach Heere, wie kan dan bestaan? O wat een reden om niet te komen. Maar straks moet het. Niemand kan dat ontlopen, en dan is er geen genade meer, dan is het te laat, dan zal God rechtvaardig oordelen. Daarom - indringend, ernstig: “kom toch”. “Want al waren uw zonden rood als scharlaken, rood als karmozijn, ze zullen worden wit als sneeuw, ze zullen worden als witte wol. O wat is de sneeuw wit; wat is de wol wit. Rood en wit. Wie kan rood wit maken? O staande voor mijn Rechter, ik kan niet anders verwachten dan het oordeel. Maar o wonder, wonder van de vrije gunst, wonder van genade alleen, een zondaar rood als karmozijn wordt witter dan sneeuw, wordt als witte wol! Hoe kan dat? Is God niet meer waar - achtig, rechtvaardig en heilig? O ja -God blijft God. Maar Hij gaf vanwege Zijn bewogenheid en barmhartigheid Zijn Zoon, Zijn enige. Jezus wit en blank, Hij is rood geworden, als scharlaken, als karmozijn! Daarom al Gods golven en al Gods baren over Hem, daarom stervend aan het vloekhout op Golgotha. Opdat God tegen u kan zeggen: “komt toch”, en “al waren uw zonden als scharlaken, al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als sneeuw, als witte wol”. Hier is sola gratia - alleen uit genade. Enkel genade, louter genade. Daardoor gaat het rood verdwijnen, wordt het wit en al witter. Straks alleen het witte kleed. Voor de troon van God en voor het Lam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's