Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sibbes (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sibbes (6)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“...de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen...”. We zagen de vorige keer dat dit in een bepaald opzicht van alle kinderen Gods geldt: zwak licht, veel walm en nochtans...niet uitgeblust!

Sibbes noemt en bespreekt vervolgens een aantal kenmerken van deze ‘rokende vlaswieken’ om onszelf daaraan te toetsen en zo de vertroosting en de vermaning der Schriften te ontvangen.

in Gods ogen-in eigen ogen

Enkele dingen die hij noemt geef ik puntsgewijs door:

1. Wij moeten twéé ogen hebben: één om de gebreken te zien in onszelf, “ik ben zwart”, de andere om te zien wat goed is, “doch liefelijk”. Zie niet alleen de donkere kant van de wolk.

2. Beoordeel uzelf niet altijd naar uw huidige gevoelen over uzelf: “het leven is in de winter verborgen in de wortels”.

3. Bedenk het gevaar dat u het werk van Gods Geest oneer aandoet en de ‘verklager der broederen’ niet helpt om uzelf te beschuldigen. “De verloren zoon zei niet dat hij geen zoon was, maar dat hij niet wáárdig was een zoon genoemd te worden”.

4. God eist waarheid in het binnenste, niet een bepaalde mate van genade. “Enkele druiven tonen aan dat een plant een wijnstok is, en geen doornstruik”.

‘De HEERE weet dat we niets van onszelf hebben. Daarom eist Hij in het verbond der genade niet meer dan Hij geeft, en geeft wat Hij eist, en neemt Hij aan wat Hij gaf”.

5. Besef dat de Heilige Geest in het verborgene werkt. Wat u niet ziet, ziet Christus wel! Dat geldt niet het minst in tijden van beproevingen.

Mozes-Christus

In verband met deze dingen gaat Sibbes terloops ook in op het verschil tussen het verbond der werken en het verbond der genade. Een enkel citaat:

“Mozes verbreekt zonder pardon alle gekrookte rieten, en blust alle rokende vlaswieken uit. Immers de wet eist een persoonlijke, voortdurende, volmaakte gehoorzaamheid vanuit een volkomen hart. De wet gééft geen kracht, maar eist het hele werk, zoals de farao, zonder stro te geven. Christus komt met zegen op zegen juist op hen, die Mozes verdoemd heeft, en met genezende balsem voor de wonden, die Mozes geslagen heeft”.

echt-namaak

Als er enig vuur in ons is, dan is dat onstoken vanuit de hemel door ‘de Vader der lichten, Die gezegd heeft dat het licht zou schijnen ’. En, zoals het ontstoken is- door het gebruik van de middelen!-zo wordt het ook gevoed. In dit verband klinkt dus de vraag tot ons: Wat dunkt ú van het Wóórd?! “Hemelse waarheden hebben hemels licht nodig om ze te kunnen onderscheiden”. Sibbes wijst er ook op dat er niet alleen sprake is van het verlichten van het verstand, maar dat waarachtig vuur ook warmte met zich meebrengt. “Licht in het verstaan brengt de warmte van de liefde in onze gevoelens”. We krijgen ook ‘smaak’ in het ‘zoete’ van Gods waarheid! Immers, genade verandert onze smaak: “de mens met genade heeft zowel een geestelijk verhemelte als een geestelijk oog”. Is het zo: “Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles mis, door Zijne smaak én hart én zinnen strelen”?

Het brengt ook met zich mee dat dit ontstoken vuur en het licht wat dit geeft ons de rechte weg wijst. Een ander punt om onszelf te beproeven. Immers: “Ziet, gij allen die een vuur aansteekt, die u met spranken omgordt! wandelt in de vlam van UW vuur, en in de spranken die GIJ aangestoken hebt. Dat geschiedt u van Mijn hand, in smart zult gijlieden liggen”-(Jes.50:11). Wandelen in het licht van eigen vuur: “het licht dat sommigen hebben, is als een verlichting, die na een plotselinge flits hen des te meer in het donker achterlaat. Zij kunnen het licht liefhebben als het schijnt, maar ze haten het! als het ontdekkend schijnt en hen de weg wijst, die ze hebben te gaan”. Vergeet u het niet toe te passen? Tenslotte, Sibbes noemt nog meer, heeft het door de hemel ontstoken vuur ook een reinigende werking. Het maakt scheiding tussen het goud en het schuim, tussen Geest en vlees. “Het hart van een vleselijk mens lijkt op een kerker, daarin is niets te zien dan wat weerzinwekkend is en vol verwarring. Dit licht maakt ons oordeelkundig en ootmoedig, door een helderder zicht op Gods heiligheid en onze onreinheid...”.

Nog een laatste opmerking in dit verband: vuur , naarmate het hoger oplaait is de vlam zuiverder. Daarom getuigt het van een onecht hart om voor onszelf een bepaalde mate van de genade te bepalen, en te rusten in de ‘eerste beginselen’, met als verontschuldiging dat Christus de rokende vlaswiek niet wil uitblussen. Met andere woorden: niemand van ons krijgt van de Heere in dit woord een kussen aangereikt om daarop in geestelijke luiheid en traagheid ons hoofd op neer te leggen! Het wil wel troosten ‘het verbrijzeld en bedrukt gemoed’.

‘gewetensgevallen’

Juist om hindernissen die er kunnen zijn om deze troost te ontvangen, weg te nemen bespreekt Sibbes een aantal situaties die zo verlammend kunnen werken. Een enkel voorbeeld, wat wellicht voor die of gene van nut kan zijn. “Sommigen worden achtervolgd door afschuwelijke voorstellingen in hun fantasie en met walgelijke en onwaardige gedachten over God, over Christus, over Zijn Woord enz., die als rusteloze vliegen, hun vrede verstoren en lastig vallen. Deze gedachten worden ingeworpen door satan in alle hevigheid. Een godvrezende ziel is er echter niet meer schuldig aan dan Benjamin schuldig was aan het feit dat Jozefs beker zich in zijn zak bevond”! Welke weg te gaan? Sibbes wijst vooral op deze weg, nl. zich aan te klagen bij Christus over deze dingen en te vluchten onder Zijn vleugelen om Zijn bescherming. Immers ook Christus is verzocht met deze dingen, al moet en kan dan van Hem gezegd worden dat de satan geen vat op Hem had. In Zijn natuur was immers niets om bij aan te knopen! Maar zo, in alle dingen verzocht als wij-doch zonder zonde!-kan Hij degenen die verzocht worden te hulp komen als de getrouwe en barmhartige Hogepriester. “Laten we onze klachten voor Christus open leggen, en het met Paulus uitroepen: “Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods?”, om zo de troost te vinden en te ontvangen: “Ik dank God, door Jezus Christus”!

En als het dan zo lijkt te zijn dat we meer dan tevoren te maken hebben met de walm van onze verdorvenheid, en denken dat we slechter zijn als we ooit geweest zijn? Sibbes wijst erop dan het volgende te bedenken:

1. zonde, hoe meer het gezien wordt, des te groter wordt de haat er tegen. 2. naarmate vijanden elkaar dichter naderen wordt het conflict des te scherper: zo ook tussen vlees en Geest.3. zij die het meeste leven in hun ziel hebben zijn zich het meest bewust van hun verdorvenheid. Anders gezegd: meer genade doet meer verdorvenheid zien.

niet weten te bidden...

Een heel mooi gedeelte volgt als hij ingaat op het niet kunnen bidden. “ O, ik heb zoveel afleidende gedachten, en nooit meer dan nu”. “Maar heeft Hij in uw hart het verlangen gegeven om te bidden? Hij zal horen de verlangens van Zijn Geest in u.’Wij weten niet te bidden als het behoort, maar de Geest komt onze zwakheden te hulp, met onuitsprekelijke zuchtingen’, die niet voor God verborgen zijn! Deze verlangens schreeuwen harder in Zijn oren dan uw zonden. Soms heeft een christen zulke verwarde gedachten, dat hij niets kan zeggen, maar als een kind schreeuwt: “O, God...”, niet in staat om te zegggen wat hij nodig heeft. Deze ‘roerselen’ van de geest raken echter de ‘ingewanden van God’....!”

Wel heeft ons gebed de reinigende kracht van Christus bloed nodig. En aangezien in Zijn offer, is het gebed dan toch Gode aangenaam, als een reukwerk voor Hem toegericht.

In dit verband merkt hij verder nog op: “er is geen heilige zucht, noch een traan die we storten, die verloren gaat.” Bidden is een heilige plicht! “Door te bidden leren we bidden.” Een heilige oefenschool dus. Bent u al leerling?!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Sibbes (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1996

Bewaar het pand | 8 Pagina's