Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

D M. Lloyd-Jones, Onuitsprekelijke vreugde, over het werk van de Heilige Geest, 258 blz., ƒ 34,50, Uitgeverij De Banier - Utrecht.

Naast de waardevolle dingen in dit boek voel ik mij gedrongen toch enkele kanttekeningen te plaatsen. Lloyd-Jones maakt de wedergeboorte en de doop met de Heilige Geest los van elkaar. We lezen op blz. 25: “Dat is dus ons eerste en voornaamste principe. Alles wat ik dus tracht te bewijzen is dat u wedergeboren kunt zijn en toch niet met de Heilige Geest gedoopt bent.” Zijn opvatting verschilt wel met die van de pinksterbeweging waar de doop met de Heilige Geest vergezeld gaat van tongentaai. Lloyd-Jones spreekt over een sterke verzegeling waarbij de gelovige overstort wordt met extase en kracht om te dienen. De doop met de Heilige Geest is volgens de auteur een soort extra. Een opwekking wordt door de schrijver als volgt gedefinieerd: “Ik zou een opwekking willen omschrijven als: een groot aantal, een groep mensen, die op hetzelfde moment door de Heilige Geest gedoopt worden.” Ook hier de nadruk op de doop met de Heilige Geest. De bijbelse opvatting over de wedergeboorte zoals die wordt verwoord in de Dordtse Leerregels hoofdstuk 3/4, artikel 12 vinden we niet in dit boek terug. Lloyd-Jones maakt van de doop met de Heilige Geest iets bijzonders, een plus. Wie met de Heilige Geest gedoopt is, zou de strijd en aanvechting te boven zijn. Het viel mij op dat in het tekstregister Johannes 16 ont - breekt waar het gaat om het overtuigende werk van de Heilige Geest. Het werk van de Heilige Geest in de overtuiging van zonde en verlorenheid komt onzes inziens in dit boek te weinig aan de orde. We achten het beter dit boek, dat heel wat vragen oproept, niet ter hand te nemen.

Dr. H. Florijn, Uit de begintij van de Gereformeerde Gemeenten, 150 hlz., ƒ 39,90, Uitgeverij de Groot Goudriaan - Kampen.

Dit keurig uitgevoerde boek bevat een achttal hoofdstukken waarin personen en gebeurtenissen uit de begintijd van de Gereformeerde Gemeenten aan de orde komen. Het boek is rijk geïllustreerd met een honderdtal foto’s. De ondertitel luidt: “Over personen en voorvallen uit een bevindelijk kerkverband.” Behandeld wordt Ds. H. Roelofsen, die niet veel geschriften heeft nagelaten. Van hem wordt een beeld geschetst vanuit zijn brieven. In een brief uit 1901 schrijft hij dat zijn dochtertje van de mazelen mocht herstellen. “De Heere heeft het goed gemaakt, had ik nu maar een hart om de Heere te erkennen, maar och! in het stuk van dankbaarheid wordt hij zo’n ellendig mens. Ik zou mij zo gelukkig bevinden als ik maar minder mocht worden dan de weldaden.” Er wordt geschreven over de classis Middelburg en haar werkzaamheden van 1910-1914. Onder de ledeboerianen kwam het nogal eens voor dat leden ‘geschrapt’ werden. Beter was de tucht toe te passen. Er is een hoofdstuk gewijd aan Ds. W. den Hengst en zijn overgang vanuit de Gereformeerde Kerken naar de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in Veenendaal. Het vierde hoofdstuk luidt: De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) als dreigend zwaard des Heeren. Hoofdstuk 5 bevat predikantenportretten uit begrafenisverslagen. Er wordt in hoofdstuk 6 geschreven over Ledeboeriaanse en Kruisgezinde invloeden in de Gereformeerde Gemeenten. In hoofdstuk 7 vinden wij herinneringen van Ds. J.R. van Oordt. Tenslotte wordt een terugblik gegeven na vijfentwintig jaar. De noodzaak van een bevindelijke prediking wordt onderstreept. De auteur is erin geslaagd een beeld te geven van de begintijd van de Gereformeerde Gemeenten. Het is een lezenswaardig boek dat lessen biedt ook voor kerkelijk e leven in onze dagen.

J.M. Vermeulen, Het krachtigste wapen, Uit het leven van Ds. L. Gebraad, 239 blz., ƒ 39,90, Uitgeverij de Groot Goudriaan - Kampen.

Ds. L. Gebraad heeft gearbeid in de Nederlandse Hervormde Kerk, in de Christelijke Gereformeerde Kerken en in de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Hij werd in 1894 in Dirksland geboren en overleed in 1980 te Sint Philipsland. Hij heeft mogen arbeiden in Leersum, Tholen, Capelle aan den IJssel en Sint Philipsland. De titel van dit boek ziet op het gebedsleven van de predikant. Het boek bevat veel illustraties en geeft kernachtige uitspraken van Ds. Gebraad weer. Op blz. 118 lazen wij een uitspraak die wij van harte onderstrepen: “Ik heb wel geleerd dat ik niet als dominee kan sterven en niet als dominee straks ingezameld zal worden, maar als een arme, arme bedelaar aan de troon der genade, gewassen in dat dierbare bloed van die dierbare Heere Jezus.” Op blz. 134 lezen wij wat Ds. Gebraad als 75-jarige heeft uitgesproken: “Geliefden ik ben nu 75 jaar. U vraagt u misschien aan mij: ‘Wens je nu altijd op aarde te blijven?’ Nu, als God in mijn hart is, niet. Als God niet in mijn hart is, stel ik het uit, want dan ben ik zeer bang van de dood. Als ik iemand moet begraven en het graf zie en ze zeggen: ‘Hoe moet dat nu met u, straks als u in uw kist ligt en u moet voor God verschijnen?’ Och mensen, dan zal het maar niet zeggen; dan hebben ze me toch zo vast van binnen. Maar dat moet beleefd worden. Doch wanneer ik eens over dood en graf mag heenzien en op mijn Oudste Broeder, Die het graf geheiligd heeft, dan kan het. Nu, ik zou u allen toewensen dat ene nodige en dat dierbare, dat in een drieënig God alleen kan gevonden worden.” Op blz. 187 lezen wij dat waken en bidden de grootste strijdbijlen zijn tegen de boze, en ons eigen vlees en bloed. Op blz. 197 lezen wij van de wonderlijke genezing van de dochter van Ds. Gebraad die schier ongeneeslijk ziek was. Op het gebed van Ds. Gebraad is dit herstel gekomen. Hij was krachtig bepaald bij Psalm 103 “Die al uw krankheden geneest.” Tenslotte willen wij een citaat geven uit een gehouden toespraak (blz. 229): “O gemeente, een duizendste minuut in de hel te zijn, zal wezen als duizend jaren. Een ogenblik in de hemel, dan zal al het leed geleden, als het gebed gebeden en alle strijd gestreden zijn. Wat zal het onderscheid groot zijn. Jonge vrienden, het kan de laatste keer wezen. We kunnen vanmiddag al gestorven zijn. Je zult zeggen: ‘Man, je maakt me bang. ’ Nee, ik wil je niet bang maken, maar ik wens dat de Heere je bang maakt voor de zonde. Dat zou ik je toewensen. Niet bang voor mij, maar bang voor de zonde en bang voor jezelf. Heden dan, indien gij zijn Goddelijk Woord hoort, verhardt u niet, maar laat u leiden.” We hebben het keurig verzorgde boek met belangstelling gelezen. Wie Ds. Gebraad heeft gekend en gehoord zal er zeker kennis van willen nemen.

D.M. Lloyd-Jones, Liefde zo Wonderbaar, De levensvernieuwende kracht van het Evangelie, 250 blz., ƒ 37,50, Uitgeverij De Banier - Utrecht.

De uitvoerige soms wat breedsprakige preken over Colossenzen 1 werden gehouden in 1962. Zij bevatten evenwel waardevolle zaken di e stof geven tot nadenken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's