Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Een vaderlijke hand

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Laat Uw hand mij te hulp komen”

Het oude jaar ligt achter ons. ‘t Is afgesloten. ‘t Is definitief ten einde. Geen enkele dag ervan komt terug. Een nieuw jaar ligt voor ons. We hebben elkaar de zegen van de Heere toegewenst. Die zegen hebben we nodig. Elke dag van het nieuwe jaar. Wat het jaar 1997 ons zal brengen is verborgen. We weten niet of het zal gaan over hoogten of door diepten. Het kan het jaar zijn van ons sterven. Het kan het jaar zijn van de wederkomst van de Heere Jezus. Het niet-weten kan leiden tot onverschilligheid of tot nalatigheid. Die houding past ons niet. Is er dan geen God in Israel? Dit past ons: “zij sloegen het oog op God, en liepen als een stroom Hem aan”. Weet u wat het meest belangrijk is: of we gaan aan de hand van God? Want wat is de mens zonder die hand?

Er is een hond niet aangelijnd in het drukke verkeer. Er wordt hevig geclaxonneerd. Het dier verkeert in levensgevaar. Er is een schaap in een niet-afgerasterde wei. Het eigenzinnige dier wil natuurlijk over de weg heen naar een betere wei. Gierende remmen. Het schaap is omgekomen. Er is een klein kind in een grote stad. De hand van de vader of moeder is er niet. De peuter wordt omringd door levensbedreigende situaties. Wie los is van de hand van God is gelijk aan die hond, dat schaap of dat kind. Ja waarlijk - wat bent u zonder die hand van God? De psalmdichter weet wat dat is. Hij kent zijn diepe afhankelijkheid. Daarom dat gebed of Gods hand voor hem mag zijn een helpende hand. ‘t Is hier echt een geloofsgebed. Het geloof redeneert niet; het is kinderlijk. Zo kinderlijk dat geloofd wordt dat God Die een Geest is, een hand zou hebben. Maar God openbaart Zichzelf zo in Zijn Woord. Om hemelse zaken in menselijke taal ons duidelijk te maken. Er is naar de Schrift niet alleen een helpende hand. Die hand van God is ook een zorgende hand, een zegenende hand, een reddende hand, een gevende en een dragende hand. Die hand is een liefdehand en een ontfermende hand. Die hand kan ook zijn een bestraffende, een slaande, een kastijdende hand. David zegt vanwege zijn zonde dat Gods hand dag en nacht zwaar op hem was. Die hand was er opdat David tot schuldbelijdenis zou komen. Dat Gods hand zo is, is het grootste wonder. Die hand zou kunnen wegslaan. Immers wij hebben ons losgerukt uit die hand. en we doen niet anders dan Gods genadige hand wegslaan. Een toornende hand hebben wij verdiend. Dat Gods hand niet voor eeuwig wegslaat zit in de doorboorde handen van Jezus Christus. U weet dat Zijn handen werden doorboord toen Hij aan de kruispaal op Golgotha vastgenageld werd. Al wat we hebben gezegd van Gods hand, al wat de Schrift laat zien van die handen vindt z’n grond in de doorboring van Jezus’ handen. Ik leef uit Zijn hand. Dat is kenmerkend voor het geloof. Een hand, onze hand is geschikt vast te grijpen en vast te houden. Om niet meer los te laten. Gods hand ook. Asaf zegt in zijn bekende psalm: “Gij hebt mijn rechterhand gevat”. De zekerheid van zaligworden zit in die hand van God die vastgrijpt en nooit meer loslaat. Kenmerkend voor het geloof is al de hoedanigheden van Gods hand in Christus Jezus te zien. Dan leven we echt door die hand en uit die hand. Een milde hand, een vaderlijke hand.

Nu - gaan we aan die hand voort? Dan hebben we niets te vrezen al de dagen van het nieuwe jaar. Een kind aan de hand van de Vader. Hij pakt mijn hand. Neen - niet ik. Nogmaals - ik wil zonder die hand voortgaan, zelf de koers bepalen, en tenslotte voor eeuwig verloren gaan. Maar God vanwege eeuwige liefde - Hij grijpt de hand.

Loslopend mens, wat moet u nu in het nieuwe jaar? Zonder vastgeleide, alleen? Dat gaat verkeerd. Och - dat u heden ontdekt dat Gods hand is een gevende hand. “Al waar het u aan ontbreekt”. Dat u heden ziet, oog krijgt voor die belovende hand, waarin alle schatten zijn voor tijd en eeuwigheid. Zoudt ge niet begeren te worden een bedelaar om uit Zijn hand te ontvangen? Och - dat die vuist van vijandschap opengaat, en aan het begin van het nieuwe jaar een bedelaarshand wordt. Gods hand te mogen zien zoals die is in Christus Jezus, o, ik zeg het weer: ‘t zijn milde handen, handen die mildelijk geven en nooit verwijten.

Moet ge nu nog alleen voortgaan? Door Gods Geest ga ik mijn kleine hand leggen in die grote en machtige hand van God. Dan ga ik aan die hand voort.

Ik hoop zo dat u oog krijgt voor uw handen. Dat zijn gesloten handen, vijandige handen, en vuile handen, bezoedelde handen. Hoe meer ik oog krijg voor mijn handen des temeer oog krijg ik voor Gods handen. Dan laat ik niet af mijn hand en oog op te heffen naar omhoog.

Nu gaat het in mij zingen: “Ik zal, vol heldenmoed, Daar mij Zijn hand behoedt. Tienduizenden niet vrezen; Schoon ik, van alle kant. Geweldig aangerand En fel geprangd moog’ wezen.”

De vaderlijke hand van de Heere zal al het kwaad dat Hij mij in dit jammerdal toeschikt, mij ten beste keren!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's