Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheid Ds. L.W. van der Meij van Alphen a/d Rijn (31 maart 1997)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheid Ds. L.W. van der Meij van Alphen a/d Rijn (31 maart 1997)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na votum en zegen werd gezongen Psalm 122 de verzen I en 2. Na de geloofsbelijdenis werd Psalm 122 vers 3 gezongen. Hebreeën 13:1-25 werd gelezen. De tekst was vers 20 en 21. Gezongen werd Psalm 80 de verzen 5, 9 en 11. De tekst voor de preek staat aan het einde van de brief. Origenes (3e eeuw) stelde dat God alleen weet wie de brief aan de Hebreeën heeft geschreven. De kanttekening noemt Paulus als schrijver. Ds. Van der Meij viel deze gedachte bij uit vergelijking met 1 Cor. 2 waar gesproken wordt over de kracht Gods. Ook in onze tekst gaat het over de kracht Gods, de opstandingskracht van de God des vredes. Paulus is zich bewust van zijn zwakheid en verwacht het van die opstandingskracht. Wel heeft Paulus gedaan wat hij kon doen. De Hebreeënbrief getuigt van een doorlopende worsteling om te behouden bij het Evangelie van Jezus Christus Die Zijn bloed heeft vergoten. Er blijft immers geen slachtoffer over als er geen acht wordt geslagen op deze Zaligmaker. Maar Paulus kan zelf niets geven. God moet het doen. Velen veroordelen dit. Ik hoop dat u het weet: “de God des vredes Die volmake u in alle goed werk.” Het is een wonder dat God het kan, wil en zal doen. We zouden de tekst kunnen noemen een gebed van de apostel bij het afscheid van zijn lezers. Paulus denkt klein en gering over zichzelf. Hij prijst de dienst des Heeren aan, maar kan niets geven. Hij heeft Christus voor ogen geschilderd en spoort aan tot de vreze Gods. Paulus doet een beroep op de God des vredes. De tekst kan een zegenbede genoemd worden. Paulus heeft geplant en nat gemaakt. De Heere werkt leven en wasdom.

“De God des vredes”. Een mooie naam. Wie wil er geen vrede? Hoe valt dit te rijmen met het slot van Hebreeën 12 waar God een verterend Vuur wordt genoemd? Is de Heere vuur of vrede? Hebt u weleens nagedacht over de loop, de zin en het doel van het leven en over de God van het leven? Dat u die God zou leren kennen. Dit is het eeuwige leven dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God en Jezus Christus Dien Gij gezonden hebt. God zond Zijn Zoon opdat het recht Gods vervuld zou worden. God richt het Koninkrijk op door Jezus Christus. De nadruk ligt in onze tekst op God, Paulus is slechts schrijver. Hebt u kennis aan God gekregen? Kent u de verborgen en liefdevolle omgang met de Heere? Ik ben ongeveer duizend maal voorgegaan en heb bezoeken gebracht. In de tekst staat de God des vredes voorop. God is buiten Christus een verterend vuur. Paulus behandelt zijn lezers eerli jk. Buiten de kennis van het Evangelie van het bloed der verzoening is de Heere een verterend Vuur. De Heere is de God des vredes voor wie tot Christus de toevlucht mag nemen. De gemeente van de Hebreeën lag onder vuur en kruis (hoofdstuk 12). Er was sprake van trage handen en slappe knieën. Er was weinig spankracht van het geloof en veel lauwheid. In verdrukking heeft men gemakkelijk harde gedachten van God. De liefde gaat verflauwen. Paulus kende zijn eigen hart. De God des vredes is de God van Pasen. In de opwekking van Jezus Christus heeft God Zijn hart opengelegd. Bij de Heere zijn van eeuwigheid gedachten des vredes. De Heere heeft lust om te behouden, om te trekken en niet om te verderven. “Die den groten Herder der schapen door het bloed des eeuwigen testaments uit de doden heeft weder-gebracht.” Aan een ontrouwe kudde een eeuwig levende Herder gegeven. Er staat “grote”. De Herder is groot in het bloed van het eeuwige testament. Christus heeft Zich overgegeven tot in de dood toe. Als een Lam werd Hij ter slachting geleid. Hij had Zich er helemaal voor over. Er moest bloed stromen wilde het verbond eeuwig zijn. Het verbond is vastgemaakt door het bloed. Het is een wonder dat God Zich verbindt aan mensen die nooit terug wilden komen. God had er bloed voor over. In het woord “testament” klinkt het element van vrije genade sterker door dan in de naam “verbond”. Het gaat over de vrije gift van een erflater. Het was voor Christus niet nodig tussen de doden te blijven. Hij is tot in de dood toe Zijn broederen gelijk geworden. Christus had het recht van de Vader lief. De Vader was tevreden na het volbrachte werk en zo brengt de Vader de Herder terug. Hier gaat in vervulling: Ik zal u geen wezen laten. “Die volmake u in alle goed werk.” In de opstanding geeft de Vader de Zoon terug als de grote Herder. Gemeente, Hij moge u leiden en weiden. Christus is groter dan de grootste herder in de kerk. Die herders denken soms dat ze groot zijn, maar ze zijn het niet. Ze zijn niet zo groot als u denkt. Ze kunnen niemand bekeren. U kunt met de beste herders verloren gaan. De schapen van de grote Herder horen Zijn stem en volgen Hem. Het Woord van de Herder is krachtig in de Zijnen. De schapen zijn aan de Herder verbonden, zij volgen Hem, waarheen Hij ook gaat. De grote Herder heeft Zich aan de vrouwen en de discipelen geopenbaard. Hij past het Woord toe. Het gaat om het opstandingsleven.

Christus is Middelaar van verzoening en vernieuwing. Na onvrede en onrust komt er vrede. De tekst spreekt over “goed werk”. De Catechismus is geen oud, maar een gouden boekje, aldus Kohlbrugge. Wat zegt het leerboek der Kerk van goede werken? Zij komen voort uit een waar geloof, zijn naar de norm van Gods wet en niet op ons goeddunken of menseninzettingen gegrond. en zijn tot eer van God. Die werken zijn “Hem welbehaaglijk”. Hoe kom ik aan het ware geloof? Hoe kom ik tot goede werken? Daar hebt u de God des vredes voor nodig, u bent op Hem aangewezen. De Middelaar van verzoening en vernieuwing is onmisbaar. David belijdt: Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid. Het arglistige hart bedoelt zichzelf. Wedergeboorte en bekering zijn noodzakelijk. De mens moet van dood levend gemaakt worden. De Herder heeft vrede verworven en doet vrede smaken, niet een vrede zoals de wereld die kent en zo weer tenietgedaan kan worden, maar een onvervreemdbare vrede. De Heere schenkt Zich weg aan zondaren vanwege het vergoten bloed van Christus. Veel mensen hebben mij bedankt, de opkomst en de aandacht waren goed in de achterliggende tijd. Maar het gaat om het opstandingsle-ven, om het nieuwe leven. Daar heb ik in alle gebrek op gewezen. De God des vredes volmake u. U hebt toerusting nodig. Van het steunen op eigen kracht komt niets terecht. Wie het mag verwachten van de God des vredes zal een schat van zegeningen ten erfdeel ontvangen. De Heere is de God des vredes onder alle omstandigheden. De vrede wordt persoonlijk beleefd als het Woord wordt toegepast aan het hart van zondaren. Door de opstandings-kracht komt er een gewillig volk op de dag van Gods heirkracht. Onzer inwachting van Gods zegen zal het u wel gaan.

Zaterdagmiddag was hartverwarmend, een soort familiereünie. Het meeste voldoening zal mij geven als u het Woord mag verstaan en toevlucht mag nemen tot de God des vredes en het bloed van de grote Herder der schapen. Gemeente van Alphen: Met deze Herder kunt u verder. Die Herder helpt en is al de hoop en lust van Zijn volk. U moet het slechte maar vergeten. Ook Augustinus wees hierop: U moge bewaren dat God door mij sprak en u moge vergeten wat van mij was.

“De God nu des vredes. Die den groten Herder der schapen door het bloed des eeuwigen testaments uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u hetgeen voor Hem welbehaaglijk is door Jezus Christus, Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.” Gezongen werd Psalm 22:14. Na het dankgebed werd gezongen Psalm 79:7 en werd de zegen uitgesproken.

Toespraken:

Ds. Capellen sprak namens de classis. Hij wenste Ds. Van der Meij toe een rijke Christus te blijven preken voor een arme zondaar. U gaat in Driebergen in het midden van het land werken, dat u ook daar Christus centraal zou mogen stellen. Hij wees gemeente en kerkenraad op de Opperherder Die blijft. Hij dankte voor het werk in classicaal verband verricht. Hij wenste Gods zegen en hoede toe.

Oud. Beukers sprak namens kerkenraad en gemeente. Er is in 11 jaar veel gebeurd: droefheid, teleurstelling, spanning, blijdschap en dankbaarheid. In 1989 hebt u een halfjaar uw arbeid niet kunnen verrichten. U bent uit- en doorgeholpen. U hebt mogen arbeiden in een groeiende gemeente.

De gemeente mocht onder u met 100 leden toenemen. Een ander kerkgebouw werd betrokken dat D.V. januari 1998 zal worden overgedragen. U bent de derde predikant die vanuit Alphen naar Driebergen gaat. We zijn bedroefd en dankbaar. We hebben nog nooit zolang een predikant gehad. Gemeente, wat hebt u met de preken gedaan? De toonzetting van de prediking was: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer. Eis en belofte werden gepredikt. Dat de vruchten openbaar mogen komen. Er was een fijne band in de gemeente. U was voor ieder vriendelijk. De ouderlingen Van der Lee en Van der Scheur overleden, twee moesten bedanken vanwege gezondheidsredenen. Het was een goede tijd. De Heere stelle u tot rijke zegen in de gemeente van Driebergen. Ook mevr. Van der Meij en het gezin werden genoemd en dank gezegd. De gemeente is nu vacant, maar de grote Herder blijft. De Heere mocht een getrouwe dienstknecht geven. Hij werke gebed. Jong en oud, bidt voor de kerkenraad. Enigszins gewijzigd werd toegezonden Psalm 67:1.

Ds. Van der Meij bedankte kort de consulent voor zijn welgemeende woorden alsook oud. Beukers voor het schetsen van de achterliggende periode. Hij noemde ook de plaatselijke overheid. Er is schreeuwende behoefte aan normen en waarden. De beste bouwstenen hiervoor vinden wij in het Woord van God. Hij dankte de gemeente voor de fijne afscheidsavond. Ook werden diverse stichtingen en besturen genoemd, waar Ds. Van der Meij bij betrokken is. Ook Ds. Van der Ent werd genoemd, omdat Ds. Van der Meij daar middelijkerwijs veel aan te danken heeft. De Heere heeft de weg geopend naar Driebergen. Op hoop van zegen hoop ik tot u te komen. Tenslotte werd gezongen Psalm 150:3. Na afloop hebben velen elkaar nog ontmoet in de zaal van de kerk waar afscheid genomen kon worden van Ds. en mevr. Van der Meij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Afscheid Ds. L.W. van der Meij van Alphen a/d Rijn (31 maart 1997)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's