Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vreemd’ling hier beneên (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vreemd’ling hier beneên (4)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit artikel willen we nagaan wat het betekent om als vreemdeling te leven in deze wereld. We zouden psalm 119 het lied van een vreemdeling kunnen noemen. In vers 19 zingt hij: “Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet” En in vers 54: “Uw inzettingen zijn mijn gezangen geweest ter plaatse mijner vreemdelingschappen”. Deze vreemdeling bidt of de Heere Zijn geboden voor hem niet wil verbergen. Heel psalm 119 is een gebed om te mogen leven in overeenstemming met de inzettingen van de Heere. Wanneer Hij om zich heen ziet, ziet hij de overtreding van

Gods geboden. Hij voelt de vijandschap van degenen die Gods wet overtreden. “Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet.”(Ps. 199:150). De dichter van psalm 119 is een vreemdeling en wordt als een vreemdeling beschouwd omdat hij de geboden van de Heere wil bewaren en doen. Het leven van een vreemdeling in deze wereld is een leven naar de geboden van de Heere. De vreemdeling is door genade aan de Heere verbonden. Hij zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is. In zijn leven hier op aarde wordt dat zichtbaar. Hij gaat in het spoor van Gods geboden. Het is zijn gebed dat zijn wegen gericht worden om Gods inzettingen te bewaren. De dichter van psalm 119 ondervindt dat je zo een vreemdeling wordt op deze aarde. De mensen om hem heen, accepteren het niet dat hij leven wil volgens de geboden van de Heere. Hij ervaart de vijandschap en de haat van zijn eigen omgeving omdat hij de Heere en Zijn geboden heeft liefgekregen. Die haat en vijandschap doen hem nog des te meer het aangezicht van de Heere zoeken in gebed om te blijven gaan in de wegen van de Heere. “Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.” Ps 119:133.

Wie door genade een vreemdeling geworden is omdat zijn burgerschap in de hemel is, waar Christus is, kent de liefde tot de geboden en de inzettingen van de Heere. Kun je daar een vreemdeling niet aan herkennen? Aan zijn liefde tot de wet van de Heere? De liefde tot God en Zijn geboden is vrucht van de liefde, die de Heere uitstort in het hart door Zijn Heilige Geest. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Die liefde tot God, die Hij werkt in onze harten, uit zich altijd in een leven dat zich richt op de geboden des Heeren. De geboden van de Heere worden onze vermaking. Het is onze hartelijke begeerte om voor de Heere te leven. Is dat in uw leven zo? Zijn de geboden van de Heere voor u werkelijk een bron van vreugde? Wandelen we in het spoor van Gods geboden met een gewillig hart? Is het ons dagelijks gebed dat onze wegen gericht worden om Gods inzettingen te bewaren? Is het uw ernstige voornemen om niet naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven? Wanneer de Heere ons hart vernieuwt door Zijn Geest, ons hart richt op Christus aan Gods rechterhand wekt Hij ook het verlangen in ons hart om voor Hem te leven. Dan word je een vreemdeling op deze aarde. Want de wereld wil de geboden ven de Heere niet houden. De mens van nature wil de geboden Gods niet accepteren. Hij heeft de dienst aan de Heere en aan Zijn inzettingen opgezegd. Hij accepteert ook de mens niet die wel naar Gods geboden wil leven. Die vijandschap tegen de Heere en zijn geboden ondervindt de vreemdeling. Hij wordt voor de wereld een vreemdeling, omdat hij de geboden van God wil betrachten in zijn leven. Merkt u het in uw leven? Wie vreemdeling is, merkt het in zijn omgeving. De mensen om je heen kunnen niet meer met je overweg. Je wordt voor ouderwets versleten omdat je niet meedoet aan dat buurtfeest of je gaat niet naar de feestavond van je bedrijf. Je merkt het bij het solliciteren als er gevraagd wordt of je ook op zondag wil werken. Wie de geboden van de Heere heeft liefge-kregen wordt een vreemdeling in deze wereld en in onze samenleving waar Gods wet overtreden wordt aan alle kanten. We leven immers in een samenleving die abortus heel gewoon vindt. Euthanasie wordt toegepast om het leven zelf te beëindigen. De zondag wordt hoe langer hoe meer ontheiligd. In zo’n samenleving wordt het volk van de Heere hoe langer hoe meer een vreemdeling omdat ze met pijn in het hart zien hoe Gods wet vertrapt wordt. De Schrift zegt nog meer over het leven als een vreemdeling. Je zou wat Petrus in zijn eerste brief zegt, als een nadere uitwerking van psalm 119 kunnen beschouwen. Voor een vreemdeling op aarde zijn Gods geboden onmisbaar. De heiliging is de gestalte van het vreemdelingschap op deze aarde. Petrus schrijft: “Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel”. (1 Petr. 2:11). Vreemdeling zijn betekent je onthouden van vleselijke begeerlijkheden. Dat kost strijd. Want deze begeerlijkheden voeren krijg tegen de ziel. Ze zullen alles op alles zetten om je ziel mee te krijgen en mee te zuigen. Dan gaat Petrus in op wat dat nu betekent. Een vreemdeling moet zijn wandel eerlijk houden onder de heidenen. Wie vreemdeling is moet ook als vreemdeling leven. We mogen de omgeving geen aanleiding geven om ons er van te beschuldigen dat we zeggen volgens Gods wet te leven, maar in de praktijk tegen Gods wet ingaan. We kunnen niet alles wat Petrus hier noemt in zijn eerste brief bespreken. Een paar dingen wil ik eruit lichten die kenmerkend zijn voor het vreemdelingschap. Petrus schrijft ook over de houding die een vreemdeling moet innemen als hij de vijandschap van de wereld ondervindt. Een christen moet dan zien op Christus. Hij heeft de vijandschap van de wereld ook ondervonden. Toen hij gescholden werd, heeft Hij niet weder-gescholden en als Hij leed, dreigde Hij niet, maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardig oordeelt (1 Petr. 2:23).

In 1 Petrus 3:1 -7 wordt gesproken over het leven van een man en een vrouw in het huwelijk. De “kuise wandel in vreze” (1 Petr. 3:2) behoort ook ot de heiliging van het leven van Gods kinderen. Heiligmaking, leven als een vreemdeling begint in het huwelijk. U moet er maar eens op na lezen wat Petrus hier schrijft over het huwelijksleven. Een vreemdeling gebruikt ook zijn tong niet meer voor kwaadspreken en voor bedrog. Hij is met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk, hij jaagt de vrede na. Zo maar een paar dingen die Petrus concreet aangeeft als het leven van een vreemdeling in een wereld, waarin ieder voor zichzelf opkomt. Een levende christen is gericht op Gods eer en Gods verheerlijking! In 1 Petr. 4:2-4 lezen we ook dat de ware christen niet meer in de zonde van de wereld kan leven. Maar dan word je een vreemde als je niet meer meeloopt en meedoet. Leven als een vreemdeling op deze aarde is een heilig leven waarin een zondaar hoe langer hoe meer het beeld van de Zoon van God gelijkvormig wordt. De Heilige Geest schept in een zondaar een nieuw hart en nieuwe geest, wanneer Hij weder-barend werkt. Dat nieuwe hart is betrokken op God, Die om Christus’ wil vergeving en zonde van schuld wil schenken uit genade. Als dat het wonder van uw leven is, kunt u in de wereld niet meer mee met de overtreding van zijn geboden. Dan ben je een vreemdeling en dan voel je je vreemdeling. Is het aan ons leven te zien dat we vreemdeling zijn? Is het ons gebed dat de Heere onze levenswandel richt op Hem en Zijn geboden? Zijn we bang om van Gods geboden af te wijken? Zijn we net als Christen en Getrouwe in het boek van Bunyan, die ook langs de kermis Ijdelheid komen? Zij gaan bidden: Wend. wend mijn oog van d’sijdelheden af. Een heilig leven als vreemdeling is een biddend leven om Gods Geest die ons alleen heilig kan maken en heilig doet leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1997

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Een vreemd’ling hier beneên (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1997

Bewaar het pand | 8 Pagina's