Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Bijna christen!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Agrippa zeide tot Paulus: gij beweegt mij bijna een christen te worden!

Koning Agrippa was een zoon van koning Herodus, van wie we in Handelingen 12 lezen, dat hij de apostel Jacobus ter dood liet brengen. Hij regeerde over bepaalde gebieden in het noorden van Palestina, terwijl hij door de Romeinen ook was aangesteld als beschermheer van de tempel in Jeruzalem. Samen met zijn zuster Bernice brengt Agrippa een bezoek aan de stadhouder Festus (de opvolger van Felix) in diens residentie te Caesarea, waar ook de in Jeruzalem gevangen genomen apostel Paulus verblijft, die zich inmiddels op de keizer heeft beroepen. Festus legt aan Agrippa “het geval Paulus” voor, waarmee hij, Festus, toch wel de nodige moeite heeft. En koning Agrippa wil die man, die zoveel opspraak in de wereld verwekt, wel eens zien en horen.

En daar staat dan Paulus voor die twee machtige heren. En hij krijgt opnieuw gelegenheid om zich te verdedigen en te vertellen hoe de Heere zijn leven heeft geleid.

Paulus doet dat graag, want hij krijgt opnieuw een “kans” om het Evangelie te verkondigen. Hij vertelt van zijn bekering op de weg naar Damascus, en van de boodschap die hij van Christus’ wege te brengen heeft. En wanneer hij dan begint te spreken over “de opstanding uit de doden”, dan valt de heidense Festus hem in de rede: “gij raast, Paulus, de grote geleerdheid brengt u tot razernij!” Met andere woorden: Paulus, ge moet niet zo diep proberen in te dringen in de laatste levensvragen, want dan raakt ge helemaal in de war!

Nu richt Paulus zich rechtstreeks tot Agrippa, de man, die wel schandelijk leeft, maar die toch nog, zij het dan op een afstand, een zekere eerbied heeft voor het Oude Testament. Paulus zoekt als het ware een ingang, om in het hart van Agrippa binnen te dringen. “Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet, dat gij ze gelooft!”

Nu wordt het gevaarlijk voor Agrippa, want hoewel hij er in de praktijk allerminst naar leeft, in theorie stemt hij toch nog wel toe dat de profeten gezag hebben. En daarom zijn profeten voor Agrippa toch gevaarlijke mensen. Profeten zijn immers mensen, die zich boven koningen durven verheffen en ze niet ontzien.

En daarom: Agrippa moet uit de buurt van de profeten blijven, want profeten deinzen er niet voor terug om openbare en verborgen zonden aan de kaak te stellen.

Vroeger heeft zijn familie toch wat een last gehad van die Johannes de Doper. En nu wordt deze gevangene, deze Paulus ook al zo vrijmoedig, zo persoonlijk en op de man af. Agrippa’s geweten begint onrustig te worden. Hij moet de deur naar zijn geweten maar gauw afsluiten. En Agrippa doet het met een “grapje”, als hij zegt: “ge beweegt mij bijna een christen te worden!” Houdt nu maar op Paulus, want dat lukt u toch niet!

Zo reageert Agrippa spottend de ernst van Gods roepstem weg.

O, had Agrippa het reddingskoord, dat hem in de woorden van Paulus van Godswege werd toegeworpen, toch aangegrepen. Het zou tot zijn eeuwig behoud zijn geweest. Maar nee! Toen Paulus in hoofdstuk 24 zich voor stadhouder Felix moest verantwoorden en toen sprak over het geloof in Christus en handelde over rechtvaardigheid en matigheid en het toekomend oordeel, toen was Felix zeer bevreesd geworden, maar zonder dat die vrees hem op de knieën voor God bracht met de bede om genade. Het zou tot zijn eeuwig behoud zijn geweest. Maar Felix met zijn benauwd geweten had Paulus weggestuurd met de woorden: Voor ditmaal ga heen; en als ik gelegener tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen!”

“Voor ditmaal ga heen!” Ja, zo reageerde Felix op de boodschap van het Evangelie. Het was tot zijn eeuwige schade!

“Gij beweegt mij bijna een christen te worden!” Met deze spottende woorden reageert koning Agrippa op de boodschap van het Evangelie. Hij deed het tot zijn eeuwige schade!

Nee, zowel de reactie van Felix als die van Agrippa behoeft ons niet te verbazen. Het evangelie is niet naar de mens. Het geloof in Christus vraagt de kruisiging van ons vlees, van ons zondig bestaan, dat niet van genade wil leven. Er is almachtige genade voor nodig om ingewonnen te worden voor de Heere en Zijn dienst. En driewerf zalig, wanneer die genade in ons hart en leven mag worden verheerlijkt! Alleen: breng dat wonder van genade niet en nooit in mindering op onze verantwoordelijkheid. En juist de genade leert ons dat wel af!

“Voor ditmaal ga heen!” Dat zei Felix. Felix, zo gij Gods stem dan heden hoort: gelooft Zijn heil- en troostrijk woord; verhardt u niet, maar laat u leiden!

“Gij beweegt mij bijna een christen te worden!” Dat zei Agrippa.

Let nu op Paulus! Daa r strekt hij zijn gebonden handen naar boven, en hij spreekt: “Ik wenste wel van God, dat, èn bijna èn geheellijk, niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen werden, gelijk als ik ben, uitgenomen deze banden!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1997

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1997

Bewaar het pand | 8 Pagina's