Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenich Achterdencken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenich Achterdencken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Benoeming drs. Hofman

Velen van hen, die deel uitmaakten van de synode van onze kerken, die in Zierikzee gehouden werd, zullen zich de 28e september blijven herinneren als een heel bijzondere dag. Op die dag vonden de benoemingen plaats van de aanstaande docenten aan de Theologische Universiteit. Onder de benoemden was ook drs. T.M. Hofman, toen predikant te Rijnsburg. Vooral deze benoeming was voor iedereen een grote verrassing.

Het is te begrijpen, dat er bij deze benoeming vragen gesteld zijn, aange-zien drs. Hofman bezig was zich te specialiseren door middel van een studie op het gebied van de kerkhistorie, terwijl de vacature waarvoor hij benoemd was, die van de nieuw-testa-mentische vakken was. Maar velen van hen die de besloten zitting van de synode meemaakten en zich herinneren op welke wijze de benoeming tot stand kwam, hebben een en ander ervaren als een bijzondere leiding van de Heere.

Trouwens, zoals later in ‘De Wekker’ te lezen was, het is in de geschiedenis al heel wat keren voorgekomen, dat er iemand tot hoogleraar werd benoemd in een onderdeel van de theologie, wiens specialisatie in eerste instantie in een ander onderdeel gelegen was. Nadat drs. Hofman ertoe geleid was de benoeming tot universitair hoofddocent in de nieuw-testamentische vakken te aanvaarden, brak er voor hem een periode van ingrijpende veranderingen aan. Met ingang van 1 februari 1997 zou hij zijn taak aan de universiteit moeten aanvaarden. Voorafgaande aan die datum moest hij zich grondig in de stof verdiepen en inwerken. Intussen moest ook de dissertatie, die hij wilde schrijven, gereed komen. En, zoals gezegd, de stof voor deze dissertatie lag in een geheel andere richting dan de vakken die hij zou gaan doceren. Toch is het proefschrift klaar gekomen, mede dankzij het feit, dat drs. Hofman een halfjaar lang ‘studieverlof’ kon nemen. Het resultaat van die studie is nu het boek dat onder de titel ‘Eenich Achterdencken’ verscheen.

Op 5 juli jl. verdedigde hij dit proefschrift in een plechtige bijeenkomst in de aula van de universiteit te Apeldoorn en daar verkreeg hij de titel van doctor in de theologie. Graag willen we dr. Hofman ook langs deze weg met het behaalde resultaat van harte feliciteren. Ook zijn vrouw willen we in deze gelukwens betrekken. Het stemt tot dankbaarheid als de Heere werklust en werkkracht geeft en als Hij over onze arbeid Zijn zegen wil geven.

Dit alles geldt temeer, als we ons herinneren dat dr. Hofman bij zijn overgang van zijn eerste gemeente Ouderkerk a.d. Amstel naar zijn volgende gemeente Rijnsburg aan een zeer ernstige ziekte bleek te lijden, waardoor zijn leven enige tijd in groot gevaar heeft verkeerd. God heeft hem als het ware van voor de poorten van de dood teruggebracht. Was er eerst vrees, dat hij niet eens in Rijnsburg zou kunnen worden bevestigd, nu is hem in de wijze leiding van de Heere nog weer een andere taak toevertrouwd en heeft hij er blijk van kunnen geven, dat hij weer met volle inzet zijn werk mag doen.

Na het verkrijgen van de doctorsgraad is de weg vrijgekomen voor de bevestiging van dr. Hofman tot hoogleraar aan de universiteit. Het ligt in het voornemen, dat deze D.V. begin september zal plaatsvinden. Eerst zal op 3 september de bevestiging zijn in een dienst waarin de president-curator, Ds.J. Westerink. hoopt voor te gaan. De dag daarop zal de inauguratie volgen, waarin de nieuwe hoogleraar een openbaar college zal geven.

Een boeiend boek

Wat de dissertatie betreft, deze is zoals gezegd een kerkhistorische studie. De ondertitel van het boek laat dat ook duidelijk weten. Die luidt namelijk “Spanning tussen Kerk en Staat in het gewest Holland tussen 1570 en 1620”. Ook de oud-Hollandse titel “Eenich Achterdencken” geeft al aan, dat de zaak, die behandeld wordt, iets uit de geschiedenis is. Met de titel is bedoeld, dat ingegaan wordt op het wantrouwen en de achterdocht, die er waren in de verhouding tussen de overheid en de kerk in de tijd, waarin de gereformeerde kerken in ons land werden gevestigd. Het wordt duidelijk uit dit boek, dat er in die verhouding heel wat spanningen zijn geweest. De vragen die daarbij aan de orde kwamen waren: Waar liggen de grenzen tussen kerk en staat? In welke zaken die de kerk betreffen heeft de overheid zeggenschap? Waar mag de overheid zich wel mee bemoeien en waar liggen de terreinen waarop de kerk geen enkele bemoeienis van anderen mag dulden?

Het blijkt, dat de overheid zich aanvankelijk zowat met alles wilde bemoeien. Niet alleen met de opleiding en de honorering van predikanten, maar ook met de tuchtoefening over ambtsdragers en leden. Ja, zelfs wilde de overheid ook zeggenschap hebben inzake de leer der kerk.

De kerk heeft in de door dr. Hofman beschreven periode geen gemakkelijke taak gehad in het verdedigen van haar rechten en het weren van bemoeienis op terreinen, waar alleen de Heere als Koning van de kerk recht van spreken heeft. De moeite die er was werd nog ernstig verzwaard doordat de kerk zelf ten aanzien van de vraag hoe uitgestrekt de overheidsbemoeienis mag zijn, verdeeld was. De periode, die dr. Hofman beschrijft, was namelijk ook de tijd waarin het Remonstrantisme meer en meer invloed ging krijgen.

Remonstrantisme

Een van de kenmerken van het Remonstrantisme was, dat men een verregaande tolerantie voorstond met betrekking tot de leer. Men wilde niet te strak gebonden zijn. De band aan de confessie werd als te knellend ervaren. Er moest ruimte zijn om ook opvattingen die van de confessie afwijken aan te hangen en te verdedigen.

De overheid in het gewest Holland was het remonstrantse standpunt toegedaan. Deze overheid wilde eveneens tolerantie. Maar daar stond tegenover het contra-remonstrantse gevoelen dat een groot gevaar zag in een al te grote toegefelijkheid. Vrijheid kan in de kerk alleen gegeven worden binnen de binding aan de belijdenis. Overigens is leervrijheid uit den boze. Zij brengt het kerkvolk alleen maar in verwarring en verstoort de rust in de kerken.

De Contra-remonstranten drongen dan ook aan op het houden van een kerkelijke vergadering, een synode, waarin de leergeschillen konden worden beslist. De Remonstranten wilden dit niet en de Overheid heeft lange tijd geweigerd toestemming voor zo’n synode te geven. Tenslotte is het er door Gods goedheid toch van gekomen en is de Synode van Dordrecht gehouden, waarin duidelijke uitspraken gedaan zijn over de remonstrantse dwalingen. We danken er het uitnemende belijdenisgeschrift aan, dat “Dordtse Leerregels” heet. Een geschrift, dat nog niets aan actualiteit heeft verloren, al wordt het in onze tijd opnieuw onder kritiek geplaatst. Dat laatste zou trouwens wel eens kunnen betekenen, dat de mentaliteit, waardoor de remonstranten werden beheerst, vandaag ook weer de kerken is binnengedrongen en het denken van velen is gaan beheersen.

Dr. Hofman gaat in zijn boek ook in op de verschillen inzake de leer die er tussen Remonstranten en Contra-remonstranten waren. In dat kader toont hij dat hij de overgang van kerkhistoricus naar nieuw-testamentiscus al aan het maken is. Hij geeft namelijk de verklaring van verschillende teksten, die in de leerstellige strijd tussen de twee partijen van toen een grote rol hebben gespeeld.

Aanbevolen!

Er is gezegd, dat deze dissertatie erg goed leesbaar is. Dat is inderdaad zo. Voor een deel is deze leesbaarheid te danken aan het feit, dat dr. Hofman allerlei interessante gebeurtenissen releveert, die een indruk geven van het kerkelijke leven in die tijd. Alles was ook geen goud wat er blink. Was de bloeitijd wel in alle opzichten zo’n bloeitijd? Wat zijn er altijd al een krachten in het werk gesteld om het goede zaad te verstikken. De vijand heeft altijd al onkruid tussen de tarwe gezaaid. Wat het boek verder grote waarde geeft zijn de verschillende citaten uit kerkeli jke documenten en in de beschreven periode verschenen lectuur. Het zogenaamde noten-apparaat in dit boek is zeer uitvoerig en vooral ook daarin heeft de schrijver heel wat goed gereformeerd materiaal aan de vergetelheid ontrukt. Om meer dan een reden loont het de moeite kennis te nemen van dit kloeke boekwerk. Laat ik het dan ook van harte in de belangstelling mogen aanbevelen.

Het zij dr. Hofman gegeven om met de hem door de Heere geschonken gaven nog lange tijd de universiteit en de kerken te mogen dienen.

(466 blz. f 49.95. J.J. Groen).

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Eenich Achterdencken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's