Der armen Heiland

De betekenis van het Kerstfeit, de werkelijke inhoud van dit heilsgebeuren dreigt haar diepe betekenis te verliezen. Of misschien moet ik wel schrijven: hééft haar rijke inhoud verloren ? En heilzamer dan in dit verband te wi jzen op een kerstfeestvierende wereld, die niet meer heeft dan een ‘hulploos kindje in een kribbe’ en wat sentiment, is het om de vraag ons zélf voor te leggen welke betekenis het kerstfeit heeft voor ons.

Wij wéten het allemaal zo goed, weet u wel?! Maar wat betreft het verbazingwekkende, het verassende, het genade-wonder van het Kerstevangelie is net zo goed van toepassing: “de natuurlijke mens verstaat niet de dingen, die des Geestes Gods zijn”. Daarom, op het Kerstfeest zijn we to-taal aangewezen op de Geest van Pinksteren, Die in al de waarheid, ook van het Kerstevangelie, leidt. Dat is niet alleen zo als we nog nooit Bethle-hems stal in de geest hebben bezocht. Ook als we iets van het aanbidden leerden aan de kribbe, dan is er op z’n minst het gevaar dat we er aan zijn gaan wennen- afschuwelijke werkelijkheid ...: Gód geopenbaard in het vléés! Brengt dat onze monden en harten nog werkelijk in beweging?

Welnu, Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe in zijn tweede brief in het achtste hoofdstuk een aanbeveling voor een collecte t.b.v. de armen in Jeruzalem. Hij wijst hen er dan allereerst op dat het genade van God was, dat ze in Macedonië van hun armoede zoveel met vreugde gegeven hebben. Echt géven is een gave, een genadegave! En vervolgens brengt hij dan deze collecte in verband met het Kerstfeit! Ik weet niet of u ooit een collecte als volgt hebt horen aankondigen: “Gemeente, hartelijk aanbevolen. want....”gij weel de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil arm geworden is, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden”! Paulus doet het wel zo. In ieder geval blijkt een collecte een voluit geestelijke zaak te zijn, zelfs niet los van de heilsfeiten. Maar deze gedachte laat ik nu verder los om even met u na te denken over de betekenis van dit negende vers. Meer dan een enkele gedachte kan het niet zijn.

een rijke Christus

“...daar Hij rijk was”! Hoe rijk was Hij! Hij was God uit God, Licht uit Licht. Het Woord was in den beginne bij God en GOD was het Woord! Wiens komst in het vlees gedenken we? Van Hem van Wie Gods Woord zegt (Fil.2:6): “Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn”.

Rijk, want Hij is God! Hij was ‘in de schoot des Vaders’. Was dat niet Zijn grootste rijkdom: de zalige gemeenschap met Zijn Vader?! Welke rijkdommen had Hij bij Zijn Vader, eer de wereld was?

Hij was rijk in de liefde van Zijn Vader: niemand heeft ooit de liefde Gods zo genoten als Christus. Hij zelf getuigt dat Hij de gelovigen met dezelfde liefde bemint, welke Hij voor Christus voelt (Joh. 17:26). Maar toch is er dit oneindige verschil tussen de gelovigen en Christus, dat de eerste slechts weinig druppels van die liefde kunnen bevatten, maar dat Jezus de oneindige oceaan van de liefde Gods geheel en al kan bevatten. De Zoon was het voorwerp van de oneindige liefde des Vaders. Hij was rijk in aanbidding, delend in de heerlijkheid van Zijn Vader. Rijk in macht en in heerlijkheid. Hij kon zeggen: “al wat de Vader heeft is Mijne” (Joh. 16:15). Alle dingen bestaan tezamen door HEM (Kol. 1:16,17). O, wij kennen deze rijkdom niet, kunnen die nog niet voor een duizendste schatten. Alle woorden blijven beneden de maat om aan te geven hóe rijk Hij was, in Wie al de vólheid der Godheid lichamelijk woont! Welk een heerlijk wonder dat we een Goddelijke Zaligmaker hebben en dat God Zelf komt tot verlossing van Zijn volk! We hebben immers een Middelaar nodig met Goddelijke kracht, Die miljoenen eens zaligen zal. Hij heeft het leven in Zichzelf, en zo geeft Hij het leven aan dode zondaren.

een arme Christus

“Maar heeft Zichzelf vernietigd, de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de mensen gelijk geworden. En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja, de dood des kruises” (Fil.2:7,8). Is dat niet het wonder van Kerst dat we de komende week hopen te gedenken?

Arm geworden. Wat houdt dat in? Ach, evenmin als we kunnen uitzeggen hoe rijk Hij was, zijn mensenwoorden in staat te zeggen hoe arm Hij werd. Immers, wat weten wij te zeggen van de hemelse heerlijkheid? Maar wat weten wij van de diepte van onze rampzaligheid, onze nood en dood?

Hij werd geboren uit een arme maagd, in een armelijke wieg, een kribbe, de eerste ‘gasten’ die Hem verwelkomen zijn arme herders, Hij is aangewezen op een kop water van een arme vrouw, Hij had niets om de schatting te betalen- een vis uit de zee moest Hem daarvan voorzien, en Hij door Wie de hemel en de aarde gemaakt zijn had niet waar Hij Zijn hoofd op kon neder-leggen, toen Hij Jeruzalem binnenreed, was dat op een geleend veulen. Arm!

Arm: ”tot zonde gemaakt”! Het Woord is maar niet mens geworden, maar vléés! Hij nam de gevallen, vervallen, door de zonde verzwakte menselijke natuur aan als de Tweede Adam. Zo kwam Hij in de gelijkheid van het zondige vlees, en dat voor de zonde, opdat de zonde veroordeeld zou worden in het vlees (Rom.8:3). Hoe diep wordt Christus in het vlees getrokken (Kohl-brugge). Hij kwam in de vunzige kerker van ons zondebestaan, de ontluistering. Hij nam de krankheden op Zich, de smarten als gevolg van de verzwakte menselijke natuur: dorst, honger, verdriet enz. Maar het diepste: Hij kwam onder de vloek, in de vloek van ons verzondigde leven.

Arm gewórden: daar zit een toename in. Het begon, maar het ging voort! Van kribbe naar kruis: uit één hout gesneden, ”tot zonde gemaakt”. Hij kruipt als een worm en geen man: arm! Hij roept het uit: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verla-ten?”:arm! De ganse tijd van Zijn leven: “Van der jeugd aan ben Ik bedrukt en doodbrakende.”(Ps.88:16). Maar in het bijzonder aan het eind van Zijn leven.

Niet dat dit alles wil zeggen dat Hij ophield rijk te zijn. Hij bleef wat Hij was: God! Maar Zijn rijkdom werd verhuld door ons vlees. Hij heeft Zijn

Goddelijke heerlijkheid afgelegd, verborgen. Maar niet Zijn Goddelijke eigenschappen.

Kerstfeest: GOD geopenbaard in het VLEES! Zo ‘zien op Jezus’ (Ambro-sius). Als de Heilige Geest onze ogen opent voor dit onuitsprekelijke wonder, dan komt er de verwondering! Dan luiden de Evangelieklokken: “Alzo lief heeft God de wereld gehad...”!

een arme zondaar

Want, waarom zó arm? “Om uwentwil”. Hij werd niet arm om Zichzelf rijk te maken. Immers, aan Zijn rijkdom was niets toe te voegen. God is volzalig in Zichzelf. Hij heeft de mens niet nodig, wij brengen Hem niets toe wat Hij niet heeft.

Dat maakt het wonder alleen nog maar groter, des te aanbiddelijker! “Om uwentwil”. Wie waren dat? 1 Kor.6:10, “dit waart gij sommigen”: “hoereerders, afgodendienaars, over-spelers, ontuchtigen, die bij mannen liggen, dieven, gierigaards, dronkaards, lasteraars, rovers”. Of, wilt u het anders? Het zijn: goddelozen, krachte-lozen, vijanden van God (Rom.5)!

Dát is onze armoede: arm, leeg aan God. Immers, zonder God dat is alles kwijt! De dood in plaats van het leven. Krachteloos: niet in staat om één goede gedachte over God te denken, onmachtig en onwillig om tot God terug te keren. Kan het armer? Vijanden van God en Zijn Gezalfde! Kent u iets van uw nameloze armoede? Hebt u in het licht van Gods Woord uw armetierig bestaan gezien, werd het ontmaskerd door de werking van de Heilige Geest? Als dat niet zo is, dan waant u zich nog altijd rijk met uw.....? Godsdienst, degelijkheid, rechtzinnigheid, ernst, gebedsleven, ontroeringen en alle dingen, waarmee we onszelf rijk rekenen. Doch: rijken zendt Hij ledig heen! Kerstfeest is het feest voor de armen. “Om uwentwil”: dat is het ‘u’ van de diepst gevallen zondaar. Voor ü! Dat is voor ‘u’ voor Wie een Kind in de kribbe niet beneden uw nivo is! Integendeel, het voor ‘u’ legt de Zaligmaker voor de voeten van zulke zondaren neer.

een rijke zondaar

Wat is nu het geheim van deze arme Christus en de rijke zondaar?! Immers, “opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden”.

Het geheim is: de genade van onze Heere Jezus Christus. Dan moeten we deze namen voluit spellen. GENADE! Gij wéét, gij hebt leren kennen, schrijft Paulus. Hoe? Vanuit het Woord en vanuit de ondervinding. Ze waren gekomen als bedel-armen. En alle rijkdommen van Christus schenkt Hij vanuit Zijn doorboorde handen aan de handen, die niets meer hebben.

Genade: “uit Zijn VOLheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade”. Welke rijkdommen heeft de zondaar, die zo aan Christus verbonden werd? Hij heeft de levendmakende Geest verworven. Hij is geworden wijsheid van God, rechtvaardigheid, heiligmaking en verlossing, Hij verdiende door Zijn armoede de weelde van de kinderrechten voor verloren zonen en dochters. Hij verwierf de eeuwige zaligheid voor rampzaligen. Hij heeft ALLES! wat ik mis.

Wat mist u?

Kerstfeest is het daar, waar de armge-maakte zondaar deze rijke Christus mag omhelzen als hem van God geschonken.

“Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave”.

Kerstfeest: Heere, maak me zo leeg van mijzelf en in mijzelf, dat ik uit Uw volheid mag ontvangen. En, buiten een stal hoeft niemand te blijven staan..., daar is vrije toegang. Het arme Kind in de kribbe, de rijke Christus voor Zijn arme Kerk: het verkondigt een bereikbare Zaligmaker! voor alle armen.

“Kómt, laten wij aanbidden...”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen