Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begrafenis Ds. H.C. van der Ent

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begrafenis Ds. H.C. van der Ent

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie Ds. M. C. Taais

De Ned. Herv. Kerk in Ameide was geheel gevuld op de dag van de begrafenis van Ds. H.C. van der Ent. Daaruit blijkt welk een grote plaats Ds. Van der Ent heeft mogen innemen in ons midden.

Ds. Tanis van Sliedrecht leidde de dienst. De Schriftlezing was 1 Corinthe 2:1-9. Gesproken werd over 1 Cor. 2:2 “Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd.”

Wie had ooit kunnen denken dat Paulus deze woorden zou uitspreken? Paulus heeft dit uitgesproken omdat God God is en God in Christus naar Zijn eeuwig welbehagen naar een mens omziet. Het is vrucht van de arbeid van Hem Die het uitriep: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Paulus schrijft aan de gemeente van Corinthe en laat in zijn schrijven horen hoe hij zichzelf heeft leren kennen. Het wonder dat geschiedde op de weg naar Damascus was onvergetelijk. Later heeft Paulus zichzelf al meer leren kennen door de werking des Heiligen Geestes.

Paulus was in zijn eertijds een Godslasteraar, een vervolger van de discipelen, een vervolger van de onderdanen des Heeren. Hij heeft hen gepijnigd en alles gedaan om hen te treffen. Hij werd niet getroffen door de tranen die daarbij vergoten werden en hij werd ook niet getroffen door het bloed van Stefanus. In Hand. 22 staat eerlijk beschreven dat hij mede een welbehagen had in zijn dood.

Maar de Heere had Paulus lief met een eeuwige liefde. Wanneer Paulus schrijft aan de Efeziërs laat hij in Efeze 2 eerlijk de realiteit van de zonde horen. Hij sluit zichzelf in als hij het woord “wij” gebruikt. Hij schrijft over het dood zijn in de zonden en de misdaden, het wandelen naar de begeerlijkheden des vieses “doende den wil des vieses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen.” Was Paulus dan geen onberispelijk Schriftgeleerde? Viel er wel iets op hem aan te merken? De Heilige Geest leert de inhoud van het begin van het Doopformulier verstaan en belijden. Paulus schrijft in Efeze 2:4-6 “Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden), En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus.” Voorheen dacht Paulus: Het komt goed en het gaat goed. Nu was alles anders geworden.

Paulus schaamde zich niet voor zijn genadestaat en roeping. Hij is geroepen door Jezus Christus, naar en door de wil van God. God heeft alles gewild. De uitverkiezing heeft grote waarde en brengt tot de hoogste verwondering. Iemand zal zeggen: Maar ik ben Paulus niet. We zijn wel allen zondaren. We waren geschapen naar het beeld van God. We waren profeet, priester en koning. Na de val verborg Adam zich. Zo doen wij van nature ook. Onze gedachten gaan uit naar Ds. Van der Ent. Hij kon en wilde doorgeven Wie de Heere voor hem was en is. Genadestaat en roeping bleken in gesprek en dagelijks leven. In het gewone contact met mensen kwam uit dat hij God mocht liefhebben. Hij gunde de duivel er niet een. Het was zijn verlangen: Uw Koninkrijk kome.

Zijn roeping werd gezien niet allereerst in de studieresultaten. Hij mocht de leiding Gods zien in datgene wat hij mocht bereiken. Het laatste jaar van de studie was vol van beproeving. Toen hebben de vijanden van binnen en van buiten gesproken. Maar de Heere heeft het wel gemaakt en precies zo gemaakt als Hij gesproken had. De beproeving in deze vorm is later nooit weer teruggekomen. De Heere heeft Zijn trouw betoond. De Heere heeft geholpen en ondersteund. Jes. 41:10 heeft gesproken “Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.” Genadestaat en roeping waren een geschenk. Wat de apostel Paulus in onze tekst zegt was ook de begeerte van de overledene: “Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en Dien gekruisigd.” Tijdens zijn loopbaan heeft de apostel deze prediking mogen uitdragen. Hij mocht het weten dat de Heere doorgaat met Zijn werk. Voordat Paulus in Corinthe kwam heeft hij gearbeid in Athene. Daar werd zijn prediking bespot en weerstaan. In de weg van Gods Voorzienigheid heeft Paulus mogen arbeiden in Corinthe. Paulus is niet gekomen met welsprekende, diepzinnige en wijsgerige woorden. Paulus heeft Gods getuigenis laten klinken. De kernzaak van zijn prediking was: “Jezus Christus en Dien gekruisigd.” Wie zal de breedte, de hoogte en de diepte van de bovengenoemde namen van de Zaligmaker kunnen peilen? Al zou een mens zo oud worden als Methusalem, met het Woord komen we nooit aan het eind. Ds. Van der Ent zei wel dat hij uitgepreekt was, maar dat had betrekking op zichzelf, zijn taak was in dat opzicht ten einde. Tot het eind toe heeft Ds. Van der Ent het Woord biddende onderzocht en bestudeerd, hij is niet gaan teren op datgene wat hij had liggen, hij is niet gaan put len uit een fonds. Het Woord is het waard en de gemeente is het waard dat er biddend gestudeerd wordt.

Wanneer Paulus in de tekst spreekt over “voorgenomen” dan ziet dal op een vast besluit. Zowel in als buiten de gemeente van Corinthe begeerde Paulus niets anders uit te dragen van Jezus Christus en Dien gekruisigd. Daar ligt alles in besloten. De weg der zaligheid is niet door een mens uitgedacht. Kerst is geen resultaat van beneden, maar komt als heilsfeit van Boven. Het heeft geklonken: Gij zult zijn Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Sinds 1945 heb ik Ds. Van der Ent gekend als Henk. Nu is zijn mond gesloten. De Zaligmaker draagt eeuwig de naam Jezus. Is die naam ons alles waard? Hij is de enige en volkomen Zaligmaker. Er is onder de hemel maar een Naam gegeven door Welken wij moeten zalig worden. God heeft Zijn Kerk lief, daaruit alleen is die Naam te verklaren. Zondaren moeten en kunnen gezaligd worden.

De mens heeft door de val zijn drievoudige ambt verloren, is ontkroond. Christus is gezalfd tot Profeet, Priester en Koning. De twee namen Jezus en Christus hebben de hoogste plaats bij Paulus. Verder zegt onze tekst: “En Dien gekruisigd.” Dat Paulus dit zo neerschrijft houdt verband met de situatie in Corinthe. In 1 Cor. 1 lezen we dat de prediking van Christus de Gekruisigde den Joden een ergernis is en den Grieken een dwaasheid. Wie gelooft dat nu dat er door een gekruisigde zaligheid is? Hij werd beschouwd als een martelaar en niet als Middelaar. In de Gekruisigde zien wij de hoogste openbaring van de liefde Gods. Denk aan Johannes 3:16 waar slaat: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Jezus Christus is in Bethlehem geboren, daarna ging zijn weg naar Nazareth, daarna naar Golgotha. Op Golgotha is het werkelijkheid geworden: God van God ontdaan, wie kan dat verstaan? Hij is plaatsvervangend tot zonde gemaakt, opdat Gods Kerk in hem rechtvaardig zou zijn. We lezen in zondag 15 dat Hij de toorn Gods tegen de zonde des gansen menselijken geslachts gedragen heeft. Hij heeft het enige zoenoffer gebracht. Door Zijn lijden en sterven is er verzoening en voldoening. Hij heeft gerechtigheid, zaligheid en het eeuwige leven verworven. Jezus Christus en Dien gekruisigd moest de Joden en de Grieken verkondigd worden. Ook nu dient dit de inhoud van de verkondiging te zijn. Er is alleen zaligheid in en door Hem, door Zijn volbracht Borgwerk. Hij heeft het uitgeroepen: “Het is volbracht.” Dat houdt in: Het doel is bereikt. Er mag en hoeft niets van de mens meer bij te komen. De Heilige Geest wil ons dat leren, wil daarheen leiden. Het is het verlangen van de apostel Paulus dat de gemeente dit mag leren, daar mag komen. Dan is er een afzien van zichzelf, een afzien van eigen rechtzinnigheid en eigen denken. Dan wordt Christus noodzakelijk. gepast, dierbaar en heerlijk. Worden hier dan geen voorwaarden gesteld? Neen. Het zijn geen voorwaarden. maar het is de weg waarin de Heere werkt. Genade brengt ontdekking aan zichzelf met zich mee, genade geeft zelfkennis. In het licht van de heiligheid, de rechtvaardigheid en de majesteit van God kan de zondaar niet bestaan. Zo‘n zondaar mag vluchten tot Christus, bij Hem is er plaats. Christus heeft zulke brede schouders, uw of jouw last van zonde en schuld kan er nog bij. De Heere zegt in Zijn Woord: “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.” Straks gaan we afscheid nemen. Dan denken we terug aan de woorden die door Ds. Van der Ent gesproken zijn. De zaken zijn bij hem door de jaren heen verdiept en verduidelijkt. We leren immers niet alles op een dag. De Heilige Geest leert ons op Zijn tijd en wijze. Hij leert roemen in het kruis: In het kruis zal ‘k eeuwig roemen! En geen wet zal mij verdoemen! Christus droeg de vloek voor mij! Christus is voor mij gestorven, heeft gena voor mij verworven! ‘k Ben van dood en zonde vrij. Het hoogste ambt is niet een kroon of diadeem, maar het hoogste ambt is gezant te zijn van de Zoon van God, als vrucht van de arbeid van Christus, naar het eeuwig welbehagen van God. Geen diadeem, geen kroon, geen troon haalt bij de glans, de eer, de macht, door God een sterv’ling toegedacht: Gezant te zijn van Zijner Zoon. Het is enkel genade deel te mogen hebben aan het dierbaar geloof in God de Vader, in God de Zoon en in God de Heilige Geest.

Toespraak ouderling A. Versluis uit Ameide

Ouderling Versluis sprak namens de kerkenraad en de gemeente van Ameide alsook namens de gemeenten waar de overledene heeft mogen dienen. Hij sprak het uit dat er droefheid is en wenste van harte steun en troost toe. De Heere zij mevr. Van der Ent, kinderen en verdere familiekring nabij, ook in de gang naar het graf. Werpt al uw bekommernis maar op de Heere. Hij zal het maken. Ds. Van der Ent had alleen verwachting van de genade in Christus Jezus. We mogen geloven dat hij is ingegaan in de rust die er overblijft voor het volk van God. Nu mag hij eeuwig de Heere leven. Zo mogen wij hier gedenken in droefheid maar ook in dankbaarheid. Ds. Van der Ent was een priester in zijn gezin. Een man, een vader en een vriend is heengegaan. Volgt hem na, wandelt in de wegen des Heeren. De Heere heeft Ds. Van der Ent bekeerd en geroepen om het Woord te verkondigen. Hij heeft het mogen prediken dat er verzoening is in het bloed van Christus voor de grootste der zondaren. Meer dan veertig jaren heeft hij het Woord mogen prediken. Als kerkenraad en gemeente herdenken wij met droefheid en dankbaarheid. Hij zocht ons belang en ons heil. Trouw heeft hij mogen arbeiden in prediking, in de bediening van de sacramenten en in het geven van catechisatie. De laatste zondag van augustus heeft hij nog het Avondmaal mogen bedienen en nabetrachting mogen houden. De Heere heeft gezegd: Het is genoeg. De ziekte nam toe en de krachten namen af. Nu mag hij eeuwig zingen van Gods goedertierenheid. Gode alleen de eer.

Dankwoord door H. C. van der Ent jr. Wij zeggen allen hartelijk dank voor het meeleven en de belangstelling. Velen hebben meegeleefd tijdens het ziek-zijn. De Heere gaf krachten. De hoop van vader was alleen gericht op de Heere, die barmhartig is, lankmoedig, genadig, groot van goedertierenheid en waarheid. Van Hem heeft vader goed mogen spreken. We mogen verder hem om hulp en kracht bidden. We treuren niet als degenen die geen hoop hebben. Dank aan de kerkenraad en gemeente van Ameide, aan de consulent Ds. E. Hakvoort. aan Ds. Tanis en aan Ds. Van der Meij als ook aan ouderling Versluis. Dank aan artsen en verpleegkundigen, aan de kerkenraad van de Ned. Hervormde Kerk voor het gebruik van de kerk en dank aan de begrafenisonderneming.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1998

Bewaar het pand | 16 Pagina's

Begrafenis Ds. H.C. van der Ent

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1998

Bewaar het pand | 16 Pagina's