Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenvatting van de toespraak, gehouden op de begraafplaats te Dordrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenvatting van de toespraak, gehouden op de begraafplaats te Dordrecht

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terugblik 1997 - vooruitblik 1998

Ongeveer half zes in de morgen van 12 december 1997 overleed onze zeer geliefde broeder Ds. H.C. van der Ent in Ameide. Daar hebben wij ook zojuist de rouwdienst gehouden, in de Nederlandse Hervormde Kerk. Maar in Dordrecht wilde hij begraven worden. Ik weet niet precies om welke reden. Was het omdat een aantal kinderen met hun gezin hier wonen? Of was het omdat hij onder bijzondere omstandigheden de gemeente van Dordrecht diende? In ieder geval heeft zijn begrafenis in Dordrecht symbolische betekenis. Onze broeder had de belijdenis van Dordrecht lief met heel zijn hart. God zou de mensen geen onrecht gedaan hebben, als hij hen in hun zonden en vervloeking had gelaten. Dat is het indrukwekkende vertrekpunt van onze Dordtse Leerregels. Dat kenmerkte de geloofsbeleving en verkondiging van de overledene. Hij verkondigde Gods deugden. Dat is allereerst Zijn recht. En genade was bij Ds. Van der Ent altijd genade door recht verkregen. Maar dan ook volkomen en vrij. Hierin is de liefde Gods geopenbaard dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die gelooft, wie hij ook zij, het eeuwige leven zou hebben. En zo volkomen is dan die genade dat Hij verkondigers van deze zeer blijde boodschap zendt. Bovendien begiftigt God de Zijnen met een waar geloof, zodat zij die boodschap aannemen.

Van het eeuwige welbehagen Gods heeft onze broeder het wonder aanschouwd en beleefd. Hij heeft van dat wonder gesproken, zoals het een heraut van de Koning betaamt. Dat grote genadewonder: Jakob heb Ik liefgehad. Daarvan mocht hij persoonlijk gewagen. Daarvan mag hij nu ook zingen. En wij gaan er hier ook van zingen uit Psalm 100:2 en 4. En let u dan bij vers 2 vooral op de woorden: de Heer’ is God, erkent dat Hij, ons heeft gemaakt, en geenszins wij, tot schapen die Hij voedt en weidt. Tot schapen gemaakt! Het is en blijft Zijn werk. En de kinderen en kleinkinderen willen wij nog wijzen op de laatste woorden van vers 4: Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht, tot in het laatste nageslacht. Ja, tot in het laatste nageslacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1998

Bewaar het pand | 16 Pagina's

Samenvatting van de toespraak, gehouden op de begraafplaats te Dordrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1998

Bewaar het pand | 16 Pagina's