Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Daniel Rowlands (1713-1790) -1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Daniel Rowlands (1713-1790) -1

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Achttiende eeuw

Als we ons - ter onderbreking van de serie over ‘Paulus en de Filippenzen’ - in een aantal artikelen met Daniel Rowlands gaan bezig houden, verplaatsen we ons in de geest naar Wales, waar deze man predikant was en waar God hem op een uitzonderlijke wijze gebruikt heeft. Vandaar zijn bijnaam ‘de apostel van Wales’. Wales is, zoals u wel weet, het meest westelijke deel van het Verenigd Koninkrijk. Het is in zekere zin het meest afgesloten en onbekend gebleven deel van dit Koninkrijk. Behalve dat we ons in de geest naar Wales verplaatsen reizen we ook terug in de tijd, naar de achttiende eeuw. Die eeuw wordt voor wat de kerkgeschiedenis betreft gekenmerkt door een groot verval en dientengevolge ook door grote ingezonkenheid op geestelijk gebied. Maar tegelijk is deze eeuw, zeker wat de Engelssprekende wereld betreft, een tijd geweest van bijzondere werkingen van de Heilige Geest. In die eeuw vonden de grote opwekkingen plaats, de revivals. Daar deelde ook Wales in, zoals we in deze artikelen zullen horen. Het is vanwege deze bijzondere gebeurtenissen, die het gevolg van het werk van de Heilige Geest waren in een tijd van algemeen verval, dat dr. Martyn Lloyd Jones eens zei: ‘Wanneer ik ontmoedigd raak en oververmoeid, ga ik zonder mankeren naar de achttiende eeuw terug. Ik heb nooit gemerkt, dat George Whitefield me in de steek laat. Ga naar de achttiende eeuw! Met andere woorden: Lees de geschiedenissen van de grote bewegingen van de Geest die in die eeuw ondervonden werden’. Lloyd Jones acht dat het beste medicijn dat een mens kan innemen. Lettend op de tijd waarin wij leven is er alle aanleiding om de woorden van Lloyd Jones ter harte te nemen en in deze artikelen ook eens terug te gaan naar de achttiende eeuw. Er is veel overeenkomst tussen die eeuw en de onze. Zeker als we letten op de geestelijke gesteldheid onder ons volk en in onze kerken. En ook als we letten op de voortschrijdende verdorvenheid en goddeloosheid.

Hoe zag het er in Wales uit?

Howell Harris, een lekeprediker uit dezelfde tijd als Rowlands, vertelt, dat een algehele zondvloed van vloeken en liegen en spotten en drinken en vechten en spelen het land overspoeld had, zonder dat iemand er iets aan deed om deze stroom te stuiten. Er was nog wel godsdienst en er werden nog wel kerkdiensten gehouden, maar die kerkdiensten waren er alleen op zondagmorgen terwijl na de kerkdienst de rest van de zondag werd doorgebracht op een puur wereldse en goddeloze manier. En wat die kerkdiensten betreft, er werd nauwelijks gepreekt. Het opzeggen of oplezen van de gebeden werd voldoende geacht. Alles was puur vormelijk geworden. En als er nog eens echt gepreekt werd en als Gods Woord verkondigd werd, dan rees al spoedig de vijandschap ook van de zijde van de godsdienst op. Er was overvloedig bewijs voor de stelling dat wanneer de eredienst vormendienst gaat worden en de prediking achtergesteld wordt, de dood over de religie gekomen is. Valt het moeilijk om in deze situatie, zoals die toen in Wales bestond, een spiegel van onze eigen tijd te zien? Wat gebeurt er met de prediking? Hoeveel liturgische vormen nemen vandaag de overhand in vele kerkdiensten? En gaat het geestelijk gehalte van ons (kerk)volk niet hollende achteruit? Nu, alle reden om eens terug te gaan naar de achttiende eeuw. Want temidden van die armoede en ellende in Wales ging God grote dingen doen en daarbij maakte Hij gebruik van o.a. Daniel Rowlands. Moge het overdenken van die daden des Heeren ons moed geven voor onze tijd, zodat we de God van toen zullen aanroepen om ook in onze tijd de kracht van Zijn werk te tonen.

Onbekendheid

Wie was Daniel Rowlands?

De gegevens omtrent hem zijn lange tijd schaars geweest. Dat komt doordat het lang geduurd heeft voordat er een poging gedaan werd om een levensbeschrijving van hem te geven. Zo’n biografie moet eigenlijk korte tijd na iemands sterven geschreven worden en dan bij voorkeur ook nog door iemand die heel goed op de hoogte is geweest van het leven van hem die hij beschrijven wil. Dat is ten aanzien van Rowlands niet gebeurd. Zodoende is er wel wat materiaal verloren gegaan.

Daar komt nog bij, dat er weinig van de hand van Rowlands is achter gebleven. Niet meer dan een enkele bundel preken, die vanuit het Welsh in het Engels vertaald is en dan nog niet eens in zulk goed Engels. Rowlands preekte namelijk altijd in het Welsh - de taal die in Wales wordt gesproken - en die taal is zelfs voor Engelsen vrijwel onverstaanbaar. Al met al is het geen wonder dat velen nog nooit van Rowlands hebben gehoord. Laten we dan maar werken met de gegevens die wel bekend zijn. Die zijn overigens voldoende om te zien hoe de Heere Zijn werk doet en hoe Hij daarbij gebruik maakt van de instrumenten die Hij Zelf kiest en toebereidt.

Afkomst en opleiding

Daniel was de tweede zoon van zijn vader, die ook Daniel Rowlands heette en die predikant was in Llangeitho in het westen van Wales. Ook de buurtschappen Llancwnlle en Llande-wibrefi behoorden tot zijn parochie (U ziet aan de zojuist genoemde namen iets van het merkwaardige van de taal van Wales). Daniel sr. toonde weinig of helemaal geen godsvrucht. Het beste bewijs van zijn geestelijke blindheid is wel, dat hij zijn twee zonen, John de oudste en Daniel de tweede, predikant liet worden toen deze onbekeerd waren en zelfs geen enkel bewijs van ernst in hun leven toonden.

Daniel jr. kende de Heere dus niet. Toch werd hij opgeleid tot predikant in de Church of England. In 1733 - hij was toen nog erg jong - werd hij tot predikant gewijd en werd hij hulpprediker van zijn oudere broer John, die intussen zijn vader was opgevolgd in Llangeitho. Daniel was goed in de klassieke talen, maar van de ware religie had hij geen verstand. Zorg voor en bewogenheid met zielen kende hij niet. In Gods Woord was hij onkundig. In één woord: hij was totaal ongeschikt om predikant te zijn. Op de zondagmorgen deed hij zijn plicht en ging hij voor in de eredienst. De rest van de zondagen bracht hij door met sport en spel en niet zelden eindigde voor hem de zondag terwijl hij dronken was.

Hier zien we het gevaar als mensen predikant worden zonder dat ze weten wat de ware dienst en kennis des Heeren is. In de kerk schijnt het mogelijk te zijn dat iemand Gods volk gaat onderwijzen zonder dat hij zelf bij dat volk behoort, in de wereld zal iemand die zelf geen Frans kent niet snel als docent Frans worden aangesteld. Maar in de kerk kan iemand de opdracht krijgen christenen te onderwijzen zonder zelf van de ware christelijke religie kennis te hebben. Zelf op de grote zaligheid geen acht slaan is een erge zonde. Maar een nog groter kwaad is het als iemand zonder goddelijke roeping en zonder zuivere motieven zich in de ambtelijke dienst indringt. Laten de kerken hier toch toezien!

Maar God had wat anders met Daniel voor. Soms toont Hij Zijn overvloedige genade door een onbekeerde dominee te bekeren. Dat deed Hij in ons land met Abraham Hellenbroek. Dat deed Hij in Wales met Daniel Rowland. Hoe dat toeging ?

Bekering

Er was in de buurt een godvruchtige predikant, Griffith Jones geheten. Als hij preekte gingen veel mensen hem horen. Dat wekte de nieuwsgierigheid van Rowlands op. Hij wilde die Jones ook wel eens horen. In de kerk aangekomen zocht hij een plaats recht tegenover de preekstoel en daar stond hij, terwijl op zijn uitdagend gezicht zijn minachting zichtbaar was. Op een gegeven moment onderbrak Jones zijn preek en begon hij te bidden voor die ijdele jongeman, die daar stond. Jones smeekte de Heere hem in het hart te grijpen en hem tot een instrument in Zijn hand te maken. Dat had een geweldige uitwerking op Rowlands. God had hem in het hart gegrepen en zijn leven omgezet. Hij beleefde diep wat het is om zondaar te zijn en tegen Gods wet overtreden te hebben.

Begrijpelijk, dat vanaf dat moment - het was in 1738 - zijn prediking heel anders werd. Nu zonde en dood en oordeel en hemel en hel realiteiten voor hem waren geworden, sprak hij over die zaken in zijn verkondiging. Met grote ernst. En toen bleek, dat God hem met rijke talenten had begiftigd voor dit werk. De mensen hoorden er van. En ze hoorden er van òp. De toeloop tot de kerkdiensten werd groter en groter. De kerkgebouwen waarin hij preekte werden te klein. Mensen moesten soms genoegen nemen met een plaats buiten de kerk. Van alle kanten kwamen ze. En er gebeurden grote dingen. De Heere wrocht mede. De Heilige Geest viel op vele luisteraars. Diep waren de indrukken waaronder ze naar huis gingen. Sommigen werden door schrik en vrees aangegrepen en waanden zich op de rand van de eeuwige dood. Anderen werden luid onder diepe gewetensovertuigingen. Het leek op de Pinksterdag toen velen verslagen waren in het hart en uitriepen:

Wat moeten we doen?

Wetsprediking

Toch was de inhoud van de prediking van Rowlands in die tijd wel wat eenzijdig. Hij die zelf diep overtuigd was van zijn zonde, legde de wet over zijn gemeente en dan nog wel de wet in zijn veroordelende kracht. In zijn prediking was weinig plaats ingeruimd voor de Heere Jezus. Zodoende verwondde de prediking wel, maar voor het geneesmiddel had Rowlands in die tijd nog weinig oog. Evenwel maakte de Heere van deze prediking gebruik. De akker werd geploegd en gereed gemaakt, zodat straks het zaad van het Evangelie erin zou kunnen vallen.

Zullen we Rowlands veroordelen vanwege deze eenzijdigheid? Om te beginnen moeten we er rekening mee houden, dat hij zelf niet veel meer wist. Hij was gedurende deze tijd zelf verward in een systeem dat enerzijds steun zoekt in Gods genade, maar anderzijds toch ook nog vertrouwt op eigen werken. Daar moest hij nog van af gebracht worden. Anderzijds is duidelijk dat het God niet in de weg stond. Dat zag ook Philip Pugh in. Pugh was een Dissenter - een afgescheiden dominee uit de buurt. Toen iemand eens met hem over de prediking van Rowlands sprak, zei Pugh: ‘Laat hem begaan. Hij is een instrument waar God gebruik van zal maken om een groot werk in de wereld te doen. Hij zal binnenkort wel anders worden. God zal hem stap voor stap op het rechte pad brengen’. Het kan trouwens geen kwaad als in sommige gemeenten eens een tijdje de wet scherp gepreekt wordt. De wet is in vele plaatsen een vergeten hoofdstuk geworden. In de ook in onze tijd gehouden discussies over de verhouding tussen wet en evangelie en over de volgorde van die twee is toch wel eens over het hoofd gezien dat God meermalen bewezen heeft dat Hij de wetsprediking gebruikt om zondaren op de knieën te brengen om ze zo ontvankelijk te maken voor het Evangelie. Ik ben van mening dat velen een ongegronde vrees hebben voor systematisering in de prediking; een vrees die er niet zelden toe geleid heeft dat de wet nauwelijks meer aan het woord komt in de prediking, zeker niet als kernbron der ellende.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Daniel Rowlands (1713-1790) -1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's