Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Generale Synode 1998

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Generale Synode 1998

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is weer synodejaar. De drie-jaarlijkse generale synode van onze kerken is dit keer samengeroepen door de kerk van Haarlem-Noord. Drie jaar geleden was dat Zierikzee en de keer daarvoor was het Apeldoorn-C. Het is steeds weer een andere kerk die de opdracht krijgt om de breedste vergadering van onze kerken bijeen te roepen. Nu eens een kerk uit het Zuiden, dan weer een uit het Noorden, enzovoort.

Meestal was het zo, dat de vergaderingen van de synode ook werden gehouden in de plaats waar zij samengeroepen was. Zo werd drie jaar geleden vergaderd in Zierikzee en negen jaar geleden in Groningen. Maar dat bleek op den duur toch niet goed te handhaven. Plaatsen als Zierikzee en Groningen liggen veel te ver verwijderd van het centrum van het land en dat betekent dat de reiskosten van de afgevaardigden veel te hoog werden. En aangezien de kosten toch al de neiging hebben om te stijgen werd besloten dat omgezien zou worden naar een vergaderplaats meer in het midden des lands. Dit keer is voor Nunspeet gekozen. De gemeente van Nunspeet beschikt over twee kerkgebouwen, waarvan er een heel geschikt is om omgebouwd te worden tot vergaderzaal voor de synode. Dat betekent dus dat de synode van Haarlem-Noord vergaderen zal in Nunspeet.

De opening vond evenwel plaats in de Goede Herderkerk in Haarlem. En aan de opening op vrijdag 28 augustus ging vooraf de bidstond op donderdagavond 27 augustus.

Bidstond

In de bidstond ging voor Ds. M.C. Tanis van Sliedrecht. Hij was de preses van de synode van 1995 en tot de taken van de praeses behoort onder andere ook het leiden van de bidstond voorafgaande aan de volgende synode. In een goed gevuld kerkgebouw, waarin behalve de afgevaardigden en leden uit de gemeente van Haarlem aanwezig waren, troffen we ook mensen aan uit verschillende gemeenten van ons kerkverband. Het was goed dat er zovelen kwamen om op deze wijze mee te leven en mee te bidden. Het is te hopen, dat het gebed voor de synode niet beperkt blijft tot die ene bidstond. Terecht drong Ds. Tanis tijdens de bidstond er dan ook op aan, dat het gebed voor de synode in de kerken zal blijven. God wil immers gebeden zijn. En we moeten goed beseffen - zeker ook als synode-leden - dat we zonder de Heere niets kunnen. Hoe zouden onze kerken waarlijk gezegend kunnen worden als de Heere niet voortdurend en hartelijk om die zegen wordt gevraagd?

Ds. Tanis bediende het Woord uit 1 Cor. 15:58. “Zo dan, mijn geliefde broeders, zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere”. Hij hoorde in deze oproep van Paulus de opdracht om te “werken in het licht van ‘s Heeren heilsdaad”.

In de verdere uitwerking van dit thema sprak hij over I. De fundering; 2. De aansporing en 3. De verzekering.

Ten aanzien van de synode is de vraag al heel wat keren gesteld, hoe het zal gaan. De vraag die belangrijker is, is; Hoe móet het gaan? In dit licht benadrukte Ds. Tanis dat we niet voor niets Christelijke Gereformeerde Kerken heten. Dat “Christelijke” wijst op de relatie tot Christus; naar Hem hebben we te luisteren. Het “Gereformeerde” wijst op wat we in de Reformatie van de zestiende eeuw hebben ontvangen en wat we terugvinden in de belijdenis. Op de vraag hoe het moet gaan kan geantwoord worden: het moet gaan naar Schrift en belijdenis. Zo dient de synode-arbeid te worden verricht.

Ds. Tanis wees erop, dat Paulus zich in alles wat hij in 1 Cor. 15 schreef baseerde op de Schriften. En zoals de Schriften het hadden voorzegd, zo is het ook gegaan; Christus is gestorven en opgewekt, ‘naar de Schriften’. Daar ligt het fundament van alles. Onder andere in het heilsfeit van de opstanding. En omdat dit zo is, daarom wordt de oproep gedaan om te werken.

God neemt immers mensen in Zijn dienst. Die mensen noemt Hij menigmaal ‘slaven’. Hij rust ze ook toe met talenten. Wie dat zijn? Ze worden ‘geliefde broeders’ genoemd. In die aanspraak zit voor Paulus nog altijd het wonder: deze mensen behoren tot het huisgezin Gods en dat ondanks hun afkomst! Maar dat samen behoren tot het huisgezin Gods brengt met zich mee de roeping tot eenstemmigheid. Er moet een broederband zijn, die ook blijft.

De opdracht voor die broeders is dat ze standvastig en onbewegelijk zullen zijn; dat wil zeggen dat ze koers willen houden en dat ze niet naar een koersverandering zullen staan die niet te verantwoorden is tegenover het voorgeslacht. Bovendien worden ze ertoe aangespoord om overvloedig te zijn in het werk des Heeren. De Heere houdt er geen luiaards en geen renteniers op na. Het is bovendien een verwaardiging om in het veelzijdige werk des Heeren werkzaam te mogen zijn tot eer van God en tot heil van zondaren.

In dit verband verzweeg Ds. Tanis niet dat er binnen onze kerken ook grote verschillen zijn. Daarom temeer riep hij op tot eenstemmigheid en trouw aan de belijdenis. Hij haalde aan wat de buitenlandse afgevaardigden op de synode van Dordrecht (1618) als vurige wens uitspraken, namelijk dat de Nederlandse kerken zich aan de gereformeerde belijdenis zouden houden tot op de dag van Jezus Christus.

Bij het werk in Gods dienst kan de vraag nijpen of het geen ploegen op rotsen is. Paulus geeft evenwel de verzekering dat die arbeid niet ijdel is. Er komt veel tegen de gereformeerde leer op in deze tijd. Maar de verzekering is gegeven, dat Gods Woord stand zal houden. Die verzekering mag moed geven. Maar zij legt tevens de verplichting op om dat Woord onverkort door te geven en tot richtsnoer te nemen.

Na de bediening van het Woord werd het werk van de synode en alle arbeid in de kerken hartelijk aan de Heere opgedragen.

Daarmee was de officiële laak van Ds. Tanis ten einde. Tot drie maal toe heeft hij een synode gepresideerd: in 1983 te Rotterdam; in 1989 te Groningen en in 1995 te Zierikzee. In Amersfoort (1980), in Den Haag (1986) en in Apeldoorn (1992) was hij assessor. Nu is hij geen afgevaardigde meer. Nog even en hij zal emeritus zijn. Aan een actief meewerken aan de arbeid van de synodale vergaderingen is een eind gekomen. Zoals er bij ieder een eind aan komt. Dat tekent tegelijk ook, dat mensen wegvallen en dat hun arbeid maar van tijdelijke aard is. Maar wat zij in hun tijdelijke leven hebben mogen doen in de vreze Gods, zal niet verloren gaan. Daarmee eindigde Ds. Tanis zijn preek ook. Met de woorden van Openb. 14:13: “Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen”. We wensen Ds. Tanis bij zijn terugtreden uit allerlei functies van harte toe dat dit vooruitzicht hem bij het klimmen van zijn jaren sterken en troosten mag.

Opening

De volgende dag kwam de synode in eerste zitting bijeen. De voorzitter van de roepende kerk, Ds. W.J. Quist, hield, zoals dat te doen gebruikelijk is, een openingstoespraak. Daarin releveerde hij een en ander uit de kerkelijke geschiedenis van de stad Haarlem. Daarnaast wees hij met name naar de noodzakelijkheid van het doorgaande werk van de Heilige Geest in de kerk; het werk waardoor er een vernieuwing plaats vindt naar het beeld van Christus. Moge dat vernieuwende werk ook in de synode zichtbaar worden. De lastbrieven werden onderzocht om zodoende te kunnen vaststellen dat de afgevaardigden wettig aanwezig waren en de vergadering te constitueren.

Daarna was er de verkiezing van het moderamen. Dat is altijd weer een spannend gebeuren. Wie wordt er voorzitter? Soms kan bij een eerste stemming al zo ongeveer gezien worden welke kant het op zal gaan. Dat leek dit keer ook het geval, aangezien op Ds. J. Westerink direct al heel wat stemmen werden uitgebracht. Toch kwam er ook zelfs bij de tweede stemming nog geen doorbraak. Een derde stemming was nodig tussen hem en Ds. D. Quant en het resultaat was dat zij beiden evenveel stemmen kregen. Toen besliste de regel, dat de oudste in jaren gekozen was. Dus Ds. J. Westerink, die ook de synode van 1992 presideerde.

Bij de verkiezing voor de eerste scriba ging het net zo. Ook hier waren drie stemmingen nodig en de derde stemming eindigde ook weer met een gelijk aantal stemmen. Weer bracht de regel, dat dan de oudste gekozen is, de oplossing. Ds. P. den Butter kreeg deze taak (voor de derde maal) toebedeeld.

De stemming voor tweede scriba verliep vlotter. In één keer was Ds. Quant gekozen die hetzelfde werk te doen kreeg als in 1995.

Voor assessor waren weer twee stemmingen nodig en daarbij werd Ds. J. Plantinga aangewezen.

Een moderamen waarbij elke particulieren synode vertegenwoordigd is. Niemand behoefte te klagen dat er een p.s. was gepasseerd.

Overigens is het wel een heel divers moderamen, zoals ook de synode divers is samengesteld en zoals onze kerken ook nogal wat diversiteit vertonen. Is de wijze waarop de verkiezing van het moderamen verliep een aanwijzing dat het wel eens erg moeilijk zou kunnen gaan worden op de synode? Er zullen zeker moeilijke zaken ter sprake komen; zaken, die heel verschillend worden beoordeeld en de bespreking waarvan de gemoederen ook heftig zal kunnen bezig houden. Dat is ook zonder een profetische blik nu al te voorspellen.

Maar in het verleden heeft de Heere ook wel eens heel duidelijk willen leiden. zodat er toch besluiten konden worden genomen, die tot dankbaarheid en verwondering waren. Moge dat dit keer ook zo zijn. Moge Hij onze kerken bewaren bij wat Hij ons heeft willen toevertrouwen. Van Hem zij onze verachting. En ik citeer nogmaals met instemming wat Ds. Tanis zei tijdens de bidstond, dat we ons moeten wachten voor een koerswijziging die we niet kunnen verantwoorden tegenover ons voorgeslacht. En ook niet tegenover de Heere.

Verdere activiteiten waren er op die eerste vergaderdag niet veel. Het werk werd verdeeld over acht commissies, die allemaal de bespreking van een gedeelte van wat er op de agenda staat zullen voorbereiden. Van die commissies wordt in de komende weken veel gevraagd. En dan zal op 29 september D.V. de eerste zittingsweek aanvangen, in Nunspeet. God zegene het vele werk, dat gedaan moet worden.

U zult van tijd tot tijd van het werk van de synode op de hoogte gehouden worden. Ook de lezers van “Bewaar het Pand” willen immers meeleven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Generale Synode 1998

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's