Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Zijn beeld gelijk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En een dienstknecht des Heeren.... die de kwaden kan verdragen”

Onze tekst is duidelijk. Om het nu maar met eigen woorden te zeggen: ‘t is niet best als een dienstknecht van de Heere de kwaden niet kan verdragen. Ik meen dat dit is om tweeërlei redenen. Paulus geeft aan zijn geestelijke zoon Timotheüs onderwijs. De twee brieven gezonden aan Timotheüs zijn er vol mee. Daarin schrijft hij ook wat noodzakelijk, wat vereist is voor de dienstknecht van de Heere. Hij gebruikt het woordje moeten. De dienstknecht van de Heere moet. Dus het is terecht als we spreken van vereisten voor de dienstknecht van de Heere. Allereerst wil ik toch eerst even benadrukken die woorden: dienstknecht van de Heere. Letterlijk staat er slaaf, slaaf van de kurios, van de Heere, van Jezus Christus. Hij heeft een Naam gekregen boven alle naam. Hij is de Heere der heren. Gevaren boven alle macht en kracht, zittende aan de rechterhand van Zijn Vader. Hij heeft mensen in Zijn dienst genomen. Gemaakt tot slaven, tot dienstknechten van Hem. Daarom worden ze genoemd slaven, dienstknechten van Hem. Dus ze zijn geen slaven, geen dienstknechten van mensen, zelfs niet van een gemeente. Ze zijn dienstknechten van Hem. Eens sprak een ouderling in het gebed in de consistorie van onze dienstknecht, ‘t Zal wel een slip van de tong geweest zijn. Toch wint die gedachte al meer veld. Een ambtsdrager zou veel bazen hebben. Soms zelfs elk lid van een gemeente. Echter - hij staat niet in dienst van mensen. De Heere heeft hem geroepen en gezonden. Hij is waarlijk dienstknecht van de Heere. Derhalve geheel en al verantwoording schuldig aan Hem Die tot Zijn dienstknecht gemaakt heeft.

Nu hoeven we helemaal niet alleen te denken aan dominees. We kunnen ook denken aan ouderlingen en diakenen. Nog meer. We kunnen denken aan al diegenen die door het wonder van boven tot kinderen Gods gemaakt zijn. Ik denk aan Simeon in de tempel. Hij is een ambteloze burger. Maar met het Kind Jezus in de armen zingt hij: “nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht henengaan in vrede”. Hij noemt zichzelf slaaf, dienstknecht van de Heere. Door wederbarende genade komt mensenkind van de ene dienst in de andere dienst. Door de Heilige Geest wordt hij verlost uit de harde dienst van de zonde, van satan, van de wereld, en gesteld in de heerlijke dienst van de Allerhoogste.

Welnu - allen die dienstknecht van de Heere geworden zijn, moeten de kwaden kunnen verdragen. Er staat in het Grieks slechts één woord. Dat ene woord is door de Statenvertalers met vijf woorden weergegeven. Die weergave is correct, ‘t Gaat om het kwaad of kwaden. Daarmee wordt bedoeld dwaalleer en dwaalleraars. Dat vindt u ook in het tekstverband. In het volgende vers lezen we een woord waarin het woordje anti zit. Bedoeld worden tegenstanders van de waarheid, de zuivere leer, dat wat Paulus heeft verkondigd en wat ook voor Timotheüs de opdracht is. Het is het Evangelie van de Gekruisigde, van Jezus Christus, het evangelie van genade-alleen, van alles uit God, door God en daarom tot God. Dat heerlijke Evangelie dat bestemd is voor de mens. Waaruit blijkt dat God geen lust heeft in de dood van de zondaar. Echter - het is het Evangelie dat niet is naar de mens, een Evangelie dat niet overeenstemt met wat wij willen, een Evangelie dat de weerstanden van ons vlees oproept. Het is en blijft de Joden een ergernis en de Grieken een dwaasheid. Wie wil horen dat hij zo verloren is, en zo verdorven, en zo zondaar en zo schuldenaar, dat hij slechts gered, gezaligd kan worden door Eén Die plaatsbekledend de toorn en de vloek heeft gedragen, Die gehangen is geweest aan het vloekhout op Golgotha? 0 zeker - wij willen wel omhoog; we zouden willen horen wat we allemaal moeten doen om zalig te worden. Maar dat een mens nu als een tarwegraan in de akker geworpen moet worden om in die weg alleen zalig te kunnen worden, dat is een boodschap waarvan wij vijand zijn. Wel - ik zou u duidelijk maken dat er twee redenen zijn waarom het niet best is als een dienstknecht van de Heere de kwade niet kan verdragen. De eerste reden is dat hij kennelijk zichzelf niet kent. De tweede reden is dat hij kennelijk z’n medemens niet kent. ‘t Eerste is uitermate ernstig. We mogen toch van een dienstknecht van de Heere verwachten dat hij zelfkennis heeft gekregen. Hoe bekeerd een kind van God ook is, het houdt tot zijn sterven toe vlees. Is het wel dan wordt het vlees steeds minder; ‘t wordt met Christus al meer gekruisigd, het sterft al meer. Maar het blijft toch tot het laatste toe, en dat vlees onderwerpt zich niet. Het staat in vijandschap tegenover God, tegenover Christus, tegenover genade, tegenover sterven aan zichzelf. Nu de tweede reden. De dienstknecht moet zich toch niet verbazen als er verzet komt tegen het Evangelie, als kwaden, tegenstanders zich openbaren. Zo is toch het vlees, de afgevallen staat van de mens? Dat komt openbaar. Dat kan niet anders. Daarom zal de dienstknecht van de Heere niet geirriteerd moeten raken. Zoals Christus Zelf toen Hij op aarde was, heeft verdragen.

Wie verdraagt geeft daarmee aan dat hij zichzelf heeft leren kennen en ook zijn medemens die mede een onsterfelijke ziel heeft kent. Wie niet kan verdragen kent dus zichzelf en kent daarom ook de ander niet. Dat is erg. Dezulke geeft daarmee aan dat hij geen dienstknecht van de Heere is!

Dienstknechten van de Heere moeten - zo zegt Paulus in vers 25 - met zachtmoedigheid onderwijzen hen die tegenstaan. Met het gebed in het hart of hun God te eniger tijd bekering geve tot erkentenis der waarheid. Als de Koning dat gebed verhoort dan hebt u er een vriend en broeder bij. dat is voor de Koning, de barmhartige Koning toch niet onmogelijk? Hij verbreekt de vijandschap, Hij overwint door Woord en Geest, Hij brengt aan Zijn voeten smekend om genade, Hij maakt tot vriend van Hem, tot verbreider van Zijn eer, tot dienstknecht van de Heere.

Ze worden Zijn beeld gelijk. Die toen Hij verdrukt werd, Zijn mond niet opendeed; Die Zich door Zijn tegenstanders als een lam ter slachting liet leiden, en als een schaap stom was voor zijn aangezicht van Zijn scheerders.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1998

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1998

Bewaar het pand | 8 Pagina's