Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jesaja zag de HEERE. (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jesaja zag de HEERE. (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waar de heerlijkheid van Christus als Zaligmaker gesmaakt wordt door hen die voor de heiligheid Gods niet kunnen bestaan, wordt deze genade zo kostbaar. De waarde daarvan ontleent z’n kracht aan de verdiensten van Christus. Op het genieten van die zegen door het geloof komt het aan. Er kunnen diepgaande theologische werken zijn, maar als ze deze kracht tot zaligheid missen, kan het Gods volk niet stichten. Niet allen die naar de hemel verlangen zijn er ook toe bereid! Al zou een onbekeerde zondaar daar worden binnengelaten, wat zou het hem kunnen bekoren? We zijn ongeschikt voor die heerlijkheid tenzij we er hier in beginsel genieting van mogen ondervinden. We worden niet bekleed met die borggerechtigheid tenzij we als een gevallen, naakte zondaar aan Zijn voeten terecht komen. Kan een blinde genieten van mooie kleuren? Hoe zou de prachtigste muziek een dove kunnen bekoren? Evenmin kan een onbekeerde zondaar zich verheugen in het leven der heerlijkheid. Als Jesaja die heerlijkheid Gods aanschouwt, is zijn reactie: “wee mij!” Het is een klacht, want hij voelt zijn onreinheid en erkent zijn schuld. In het besef van zijn verlorenheid veroordeelt hij zichzelf. Ontdekking brengt tot deze uitroep: “wee mij!” Staan wij ook als een onreine in het licht van Gods heiligheid? In veler godsdienst is vandaag wel plaats voor het “dank U!”, maar het “wee mij!” wordt maar weinig gehoord. Het is een schreeuw uit het benauwde zondaarshart dat voor God niet kan bestaan. “Wee mij!”- mijn hart en gedachten liggen open voor U. “Ik verga!” - ik heb bedekking nodig voor het heilig oog van God! Dan valt alle grond weg. Daar wordt hij zo verschrikt, dat hij een dode gelijk wordt. Jesaja zegt niet: wat ben ik gelukkig, zalig mij!

Als de Heere Godskennis werkt, gaat dat gepaard met zelfkennis. “Ik ben een man van onreine lippen.” Dat is niet zomaar een kreet, neen, het getuigt van rechte zelfkennis; hij krijgt inzicht in zijn situatie. Wat komt er uit mijn lippen, wat leeft er in mijn hart!

De serafs zingen en brengen hun Koning hulde. Moet Jesaja niet meezingen? Hoe graag hij zou willen, hij kan er niet mee instemmen, vanwege zijn onreinheid. Voelt u zich wel eens gedrongen om God de lof toe te brengen? Wie enig zicht krijgt op de deugd van Zijn heiligheid, wordt toch overtuigd van Gods goedheid. Hem komt de lof toe! Maar het kan niet: ik ben onrein van lippen, boos van hart. “Wee mij!” het wordt hem lot schuld. God heeft er recht op, maar ik beantwoordt niet aan Zijn eer. O, dat geeft smart, in het licht van die hemelse lofzang en de heerlijkheid van Gods deugden. “Wee mij!” - dat wordt de belijdenis van die eerrover Gods, die zichzelf mishaagt. Jesaja was een priesterzoon, een man Gods, en toch kon hij niet in die nabijheid van de Heere zijn.

In onze tijd doet men alsof het maar een stap is tot God en alles is klaar. Genade is zo weinig waardevol omdat ontbreekt het besef van de heiligheid Gods. Men wil het “hebben” en lid zijn van de bezittende kerk. Zij voelen zich niet thuis bij dat arme, ellendige volk dat “ach en wee” gaat roepen. Met onze onreine lippen kunnen we best godsdienstig zijn. Maar die offers zijn Gode niet aangenaam. Wat moeten de liederen en de gebeden doortrokken zijn van het driemaal “heilig” is de HEERE! Jesaja staat er niet boven, hij weet zich een met dat zondige volk. Komen we ook in die onwaardigheid? Dan stemmen we in met deze uitroep van Jesaja. Hoe komt het dat men rustig voortleeft in zonden? Dat men vol ijdel vertrouwen op eigen wijsheid steunt? Dat men meent Gode aangenaam te zijn? Dat men aan Schrift-kritiek durft te doen en het gezag van

Gods Woord aantast? Omdat men God niet kent in Zijn heiligheid! En ook de Christus niet waardeert in Zijn heerlijkheid! Als de Heere ons verschijnt, leren we onszelf als vleselijk kennen. Ootmoed is het kenmerk van alle ware dienst aan God. “Ik verga...” het is met mij gedaan. “Want mijn ogen hebben de HEERE der heirscharen gezien.” Dit betekent niet dat God de Bewerker is van het verlies van ons leven. De schuld ligt bij onze zonde. In mij is de dood. Ontvangen genade maakt klein: ik kan er nooit wat mee worden.

Jesaja kreeg dit gezicht in het jaar dat koning Uzzia stierf. Uzzia wilde ook als priester optreden, eigenmachtig het offer aansteken. Hij vergat dat hij zelf zondaar was, die onmogelijk verzoening kon aanbrengen. God strafte hem met melaatsheid, omdat hij zich in de plaats stelde van de priester. Hij werd onrein. Uzzia moest van de troon. Als hij sterft verschijnt de Koning der heerlijkheid. Als het wordt afgesneden bij het volk, en de vraag rijst: hoe moet het verder? Hoe wordt Gods belofte vervuld? Waar het met ons afloopt, maakt de HEERE een nieuw begin! Waar het bij Zijn volk dood loopt, daar schenkt de HEERE nieuw leven. Ik schatte mij geheel verloren, ‘k mocht van geen vertroosting horen! Maar dan komt de HEERE met Zijn heilsdaden. Gij doet wonderen op wonderen horen ! Voordat het zover is probeert een mens z’n eigen leven te verbeteren. De ontdekte zondaar zoekt overal troostgronden, maar toch keert de onzekerheid steeds terug: ik heb er zo weinig aan, geldt het ook mij? Ik sta er buiten: wee mij! Dan is het geen napraten meer. Sommigen kunnen heel gemakkelijk spreken over schuld en doem, maar zijn niet failliet gegaan voor God. In de weg van het sterven aan jezelf, schenkt de HEERE het leven.

In het sterfjaar van mijn eigenwillige godsdienst behaagde het de Heere Zijn Zoon in mij te openbaren. God werkt het leven achter de dood! Dat is het machtige wonder van het plaatsberei-dend heilswerk van de Heere. Wat wordt die Koning dan groot en heerlijk. Hij zit op de troon, en die staat in de tempel. Hij is de Koning-Priester. De Heere is machtig en barmhartig. Hij is met ontferming bewogen. Hij reinigt de onreine en verlost van melaatsheid. Die genade wordt verheerlijkt aan zulk een verlorene in zichzelf.

Een seraf nam een kool van het altaar en raakt daarmee de lippen van de profeet aan. Jesaja wordt gereinigd. Zijn onreinheid wordt verzoend. Hij krijgt bedekking. Die ligt alleen in het heerlijk voldoenend werk van de Zaligmaker. Hij heeft in Zijn vernederend lijden en sterven verzoening aangebracht. Het was een kool van het reuk-offeraltaar. Daarop werd het wierook van de gebeden en de lofverheffing geofferd. Dat werd aangestoken door een kool van het brandofferaltaar. Daarop werd het offer der verzoening gebracht. De verdienste van het zoen-werk van Christus ligt ten grondslag aan het reukoffer. Het loven en hulde bewijzen aan de heilige God is vrucht van de kruisdood van Christus. Het toezingen van het driemaal “heilig” komt op uit de heerlijkheid van de Borg Die zingend Zijn weg naar het kruis ging. Zoudt u daarin ook willen delen? Hoe kreeg Jesaja het? Wanneer komt die seraf in actie? Als hij hoort roepen: “wee mij!” Ik ben onrein, mijn lippen zijn ongeschikt voor de lof Gods! Het ging uit van de Heere. Dat is het wonder van Zijn eenzijdige liefde. Roep dan maar: wee mij! Terwijl de heiligheid Gods hem moest verteren, zorgde God dat zijn lippen met die vurige kool werden aangeraakt. Die vrije gunst wordt van onschatbare waarde! Het is het vuur van Christus’ zondaarsliefde. Dat vuur ontsteekt een brand van binnen om God te prijzen. Heerlijke vrucht van het toegepaste zoenoffer van Christus. Het gans vrije welbehagen van de soevereine God wordt verheerlijkt: alzo is uw misdaad van u geweken. Dan weten ze hoe het gaat. Ik verga... Dat wilde Jezus ondergaan. Zo heeft Hij mijn plaats ingenomen en verzoening aangebracht. In het vuur van Gods toorn gaf Christus Zijn bloed. Uit Zijn volheid wordt een kool genomen: uw zonde is verzoend! Iemand zegt: die aanroering mis ik; ik kan niet zeggen dat het mij met kracht is toegepast. Deze Koning maakt Zijn tempelbediening heerlijk in serafs, bij onwaardigen. Laten zulken hopen op de HEERE!

Wilt u net als Uzzia zelf priester zijn? Dan is er geen plaats voor deze priester-Koning! U kunt zelf die kool niet grijpen - dat vuur is te heet, u zou brandwonden oplopen. Het wordt geschonken aan het verslagen zondaarshart. Is het niet pijnlijk als die kool je aanraakt? Het geeft verkwikking. Want het is vol liefde en vrede. De Heere is groot van goedertierenheid! Dat is het gevolg, zodat op de vraag: “Wien Zal ik zenden?” gewillig het antwoord klinkt: “Zie hier ben ik, zend mij!” Jesaja is bereid, dienstvaardig tot Zijn eer. Hij heeft de Koning gezien in Zijn schoonheid. Hij wordt bekwaamd en gedrongen om de Heere te dienen.

Gelouterd en gereinigd zal dat volk Gods eer verkondigen. Altijd weer door die kool; anders zijn ze verwerpelijk. Hier ben ik! Dat is volkomen overgave. Geen lange bekeringsgeschiedenis. Maar het kenmerk van de nieuwe gehoorzaamheid. Eerst was hij als dood, daarna geheel bereid. U bent op de troon, ik ben Uw dienaar. U bent heilig, ik ben zondig. Ik onderwerp mijaan Uw troonrechten. Zo wordt hij geroepen tot een leven in heilige gemeenschap en dienstbaarheid aan God. Dit gezicht is zeer bemoedigend. Het sterkt de profeet tot het vervullen van zijn ambtsbediening. Aan een onbuigzaam volk moet Jesaja een oor-deelsprediking brengen. Geen benijdenswaardige taak, maar Jesaja doet er niets van af. Genade heeft hem ingewonnen. God rechtvaardigt, vernieuwt en bekwaamt tot een nieuw leven. Daaruit zal het driemaal “heilig” opklinken tot eeuwige glorie van Zijn Naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1998

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Jesaja zag de HEERE. (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1998

Bewaar het pand | 8 Pagina's