Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Advent

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“totdat hij kome, die daartoe recht heeft, en dien Ik gevel zal”

‘t Gaat over een Koning, een Koning die komt. Het tekstverband spreekt van koning Zedekia. Hij is vazalvorst. Aangesteld door Nebukadnezar, om namens hem te regeren over Juda. Hij heeft de hand erop gegeven om dat in onderworpenheid, in gehoorzaamheid, in getrouwheid te doen. Echter na een paar jaar verbrak hij de gegeven belofte. Hij ging met Egypte in zee. Hij maakte met dat land een samenzwering tegen Nebukadnezar. Ezechiël, de balling aan de rivier de Kebar, de profeet van de Heere, sprak van Gods toorn over die eedbreuk. Zedekia zou zijn straf niet ontlopen. Hij zou naar Babel als gevangene met uitgestoken ogen worden afgevoerd. In dit verband heeft Ezechiël die woorden gesproken: “omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd”. Dat ene woord tot driemaal toe. Sommigen denken aan Jeruzalem en aan de tempel. Jeruzalem en de tempel zouden omgekeerd, tot een puinhoop worden. Vanwege de goddeloosheden van de stad. De Verbondsgod, de God van Israel zou met Zijn geduchte wraak komen.

Echter het woord “omgekeerd” tot driemaal toe herhaald geeft aan het definitieve. Jeruzalem, de tempel zouden voorgoed tot puinhoop worden. Dat klopt niet. Beiden zijn later herbouwd. Daarom laten we de drie woorden “omgekeerd” slaan op de koning. Zedekia’s kroon wordt omgekeerd. Die rolt af en wentelt zich in het stof der aarde. Hier is de ontluistering van de koninklijke waardigheid, ‘t Is gedaan definitief met Zedekia’s heerlijkheid. Ja zelfs met het koningschap in Israel. Voorbij is de monarchie. Eerst al in het tienstammenrijk. Nu ook in het tweestammenrijk. De eerste was koning Saul; de laatste is koning Zedekia. Geen koning meer, geen koninklijke luister meer. “omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd”. Voor goed. Neen - niet zo maar. Wat hebben ze God getergd, en wat is Gods lankmoedigheid groot geweest. Die is nu ten einde. Eens waren ook wij koningen: in het paradijs. De mens het beeld van God: profeet, priester en koning. Maar Ezechiëls woord “omgekeerd” tot driemaal toe heeft ook op ons betrekking. Vanwege onze ongehoorzaamheid. Moedwillig en vrijwillig. Daarom alle koninklijke heerlijkheid weg. Als Zedekia blind geworden, zitten in het gevangenhuis te Babel, wachtend... op de dood. Wie spreekt er nu nog over de komende feestdagen? Echter temidden van de donkerheid van de rechtvaardige oordelen is er een lichtstraal. Van bovenaf. O Goddelijk wonder! Want er is een totdat. “Totdat Hij kome” zegt de tekst. Van wie zegt de profeet dit! Hij zegt: “die daartoe recht heeft”. Waartoe? Wel - op de troon en op de kroon, ‘t Woord in Hebreeuws hier gebruikt, wijst heen naar de Silo, waarvan Jakob op zijn sterfbed heeft geprofeteerd. “Juda! gij zijt het”, en “Totdat Silo komt”. ‘t Gaat over de Messias, de Koning, Die van Israels God gegeven zou worden. Davids grote Zoon. De profeet Ezechiël mag met die rijke belofte komen. Hoe heeft hij op de oordeels - bazuin moeten blazen. Nu mag hij op de fluit spelen, de fluit van het Evangelie. Let u goed op het woordje “totdat”. Er staat niet opdat. Dat laatste woord laat de mogelijkheid open of die koning komt. Het kan niet, het kan wel. Het woord “totdat”sluit dat uit. Het is vast en zeker. Geen mens hoeft eraan te twijfelen. De Koning komt. ‘t Staat oprecht en waarheid pal. De hemel zelfheeft het betuigd.

Op grond van dat woord adventsver - wachting onder het Oude Testament. Reikhalzend uitzien naar de vervulling; en ze werden niet beschaamd. De adventsvervulling is gekomen. De Koning in de Kerstnacht gegeven. Gods beloften werden heerlijk vervuld! Christus heeft recht op de troon en op de kroon. God heeft de kroon en de troon Hem gegeven, omdat Hij er recht op heeft. Door Zijn lijden en sterven heeft Hij de troon en de kroon verworven. Hij heeft Zichzelf zeer vernederd. Daarom heeft God Hem uitermate verhoogd. De gekroonde Christus. Christus op de troon. Hij regeert. “Wat glans, wat majesteit hebt Gij die Vorst bereid!”

Deze Christus maakt weer tot koning. Dat recht heeft Hij verworven. Hij zet de kroon weer op het hoofd. Wel - hoe is uw leven: slaafs of koninklijk? Nog in Babel, de kroon omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd? O de adventstijd is begonnen. Dat de Heilige Geest u leert adventsverwachting! Pleit toch op de gegeven belofte. Om uws levens wil! Gods kinderen gaan koninklijk strijden tegen de zonde, de satan en de wereld; en in de kracht van hun koning zijn ze meer dan overwinnaars. Ezechiëls profetie houdt nog meer in. Die ziet niet alleen op het kerstfeit. Die ziet ook op de wederkomst. Eeuwig bloeit dan de gloriekroon op ‘t hoofd van Davids grote Zoon. Van zee tot zee zal Hij regeren. De nieuwtestamentische kerk is ook adventskerk. Verwachtende Zijn komst. Het woord “totdat” geeft de zekerheid ook van die komst. Dan zullen de Zijnen koning zijn in alle eeuwigheid. De kroon weer op het hoofd. Tot eeuwige verheerlijking van God drieënig!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's