Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nieuwe Bijbelvertaling (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nieuwe Bijbelvertaling (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eerste proeve verschenen van de NBV (Nieuwe Bijbelvertaling)

Enige tijd geleden kregen we een gedeelte in handen van een nieuwe Bijbelvertaling. Het lijkt ons een goede en geboden zaak in ons blad daar aandacht aan te besteden. We kunnen en mogen niet voorbijgaan aan ontwikkelingen op het gebied van het vertalen van de Bijbel waar vroeg of laat jong en oud mee te maken krijgen. Aan de Nieuwe Bijbelvertaling wordt sinds enige jaren (sinds 1993) gewerkt door het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting. Ook de Vlaamse Bijbelstichting en het Vlaams Bijbelgenootschap werken mee. Zo’n twintig vertalers en vertaalsters zijn aan het werk. Vele tientallen andere deskundigen lezen mee en geven adviezen. Er wordt naar gestreefd om in ongeveer tien jaar een geheel nieuwe vertaling voor het Nederlandse taalgebied tot stand te brengen. Men werkt aan op de voltooiing van deze vertaling in het jaar 2004. Het is een groot project dat veel tijd en energie vraagt. Het gaat ook veel kosten: 20 miljoen gulden. Het nu verschenen gedeelte is het eerste resultaat van een ambitieus project. De titel “Nieuwe Bijbelvertaling” is tussen haken gezet omdat de naamsaandui ding een voorlopige is. Het is ook nog een vertaling in wording. Door middel van deze deeluitgave kunnen we kennis maken met de inhoud en werkwijze van deze Nieuwe Bijbelvertaling. In de eerste deeluitgave treffen we vijf ‘bijbelboeken’ aan: Ester, Prediker, Jona, Handelingen en het deutero- canonieke boek Judit. Daarom hebben wij het woord bijbelboeken tussen aanhalingstekens gezet. Uit het feit dat in deze deeluitgave het boek Judit is opgenomen blijkt welke invloed de samenwerking met de Katholieke Bijbelstichting heeft. Er worden dus vijf boeken van heel verschillende aard aangeboden om een indruk te geven van het resultaat van de gevolgde werkwijze en vertaalmethode.

Hiernaast biedt het tweede gedeelte van deze uitgave een weergave van de voorgeschiedenis van deze Nieuwe Bijbelvertaling. Aandacht wordt gevraagd voor het vertaalproces en de keuzes die het vertalen met zich meebrengt. Aan het slot komen twee vertalers aan het woord over hun werkwijze en ervaringen. Ook is een bijlage opgenomen met de namen van allen die bij deze vertaling betrokken zijn. Hieruit blijkt dat er wel 22 kerkverbanden en kerkelijke groeperingen bij betrokken zijn.

Wat wordt beoogd met deze Nieuwe Bijbelvertaling? Welke bedoeling hebben zij die dit project willen verwezenlijken? De initiatiefnemers en uitvoerders van dit grote project beogen een vertaling te bieden die in de eerste helft van de komende eeuw de standaardeditie van de Bijbel kan worden in het gehele Nederlandse taalgebied. Het is de bedoeling dat deze vertaling op scholen wordt gebruikt, wordt voorgelezen in kerken en synagogen, wordt geciteerd in de krant en in de literatuur. Men bedoelt stof te bieden voor meditatie en bijbelstudie, materiaal voor verdediging van de leer van de Bijbel en inspiratie voor kunstwerken. In het voorwoord van deze deel uitgave van de Nieuwe Bijbelvertaling staat dat men brontekstgetrouw en doeltaalgericht wil vertalen. Dat betekent dat bij het vertalen recht wordt gedaan aan datgene wat in de grondtekst staat, wat in de oorspronkelijke talen staat en dat men ook recht wil doen aan de verstaanbaarheid in het Nederlands.

Een eerste beoordeling van de NBV

We maken voor een voorlopige beoordeling van de NBV naast het nu verschenen gedeelte van de NBV getiteld “Werk in uitvoering” dankbaar gebruik van de gegevens in de brochure “Staat en ziet toe” door de Gereformeerde Bijbelstichting uitgegeven. In deze brochure worden heel wat zaken aan de orde gesteld die hout snijden. De ondertitel luidt “Een reactie op de Nieuwe Bijbelvertaling.”

Bij de gevolgde vertaalmethode beoogt men een samenspel van exegetische, vertaalwetenschappelijke en neerlandistieke disciplines (blz. 204). Er dient dus een samenspel te zijn tussen het uitleggen van de tekst, de regels voor het vertalen van de tekst en het op juiste wijze weergeven in het Nederlands van de tekst. Opmerkelijk is dat er niet gesproken wordt over een onderschrijven van Schrift en belijdenis en ook niet over de vreze Gods en de persoonlijke geloofsovertuiging van hen die hun medewerking geven aan de Nieuwe Bijbelvertaling. Hoe is het mogelijk de diepste gronden van de boodschap van de Bijbel te peilen zonder dat deze zaken aanwezig zijn? Dat is onzes inziens totaal onmogelijk. De houding tegenover Gods Woord en de beschouwing van Gods Woord als door de Heilige Geest geïnspireerd is bepalend voor de omgang met en de vertaling van Gods Woord.

Men wil zogenaamd interconfessioneel vertalen. Dat wil zeggen dat men zich niet aan een bepaalde confessie, aan een bepaalde belijdenis of aan een aantal belijdenisgeschriften wil binden en uiteraard ook niet aan een bepaalde kerk. Het is onzes inziens onmogelijk zonder binding aan de belijdenisgeschriften tot een getrouwe overzetting van de Bijbel in onze taal te komen. Vertalen is immers ook interpreteren. Voor dat interpreteren gelden bepaalde regels, of we dat nu willen weten of niet. Een zogenaamd onbevooroordeeld vertalen is een onmogelijke zaak. Dat blijkt uit de wijze waarop de Statenvertaling tot stand is gekomen. De vertalers en de herzieners van de Statenvertaling waren Gereformeerde theologen en onverdachte Gereformeerde theologen. Het is ook dat mannen van grote kennis en bekwaamheid zoals Sixtus Anama, hoogleraar in oosterse talen aan de Friesche hogeschool te Franeker, niet werd benoemd als vertaler van het Oude Testament omdat hij verdacht werd van Arianisme en Arminianisme (zie het boek “De Statenvertaling” blz. 120 en 121). Over de theologische opvatting van onze Statenvertalers kan dus niet de minste onzekerheid bestaan. In hun vertaling blijkt hun onverdachte Gereformeerde standpunt. Uit het vermijden van bepaalde vertaalmogelijkheden evenzeer. De Statenvertalers waren bij het overzetten van de Bijbel gebonden aan de belijdenis der Kerk. Op blz. 143 van “De Statenvertaling” wordt geconcludeerd: “De Statenvertalers waren Gereformeerde theologen.” Dit kan helaas niet van alle vertalers en medewerkers van de Nieuwe Bijbelvertaling gezegd worden. De voorzitter van de projectgroep van de Nieuwe Bijbelvertaling Dr. Noorda zegt dat allereerst gezocht is naar goede vakmensen die hun medewerking kunnen geven aan het project van de Nieuwe Bijbelvertaling. Hij heeft ook eerlijk geschreven dat hij geen typisch protestantse, calvinistische vertaling wil als de Statenvertaling en ook geen diplomatieke vertaling als die van 1951, de nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij wil niet nauw aansluiten bij de vertrouwde woorden van de ene of andere geloofsgemeenschap of van deze of gene vertaaltraditie. Bij de Statenvertaling is men heel anders te werk gegaan. Naast vakbekwaamheid werd als eis gesteld persoonlijke godsvrucht. Alleen technische bekwaamheden zijn niet voldoende om te komen tot een goede vertaling. De inhoud van Gods Woord dient ook aangevoeld te worden door de vertalers. Bogerman, de praeses van de synode van Dordrecht, stelde, voordat men tot de verkiezing van vertalers overging, dat men niet alleen rekening moest houden met ervarenheid in de theologie en in de talen, maar ook met een vroom en heilig leven, omdat anders de zo gewijde arbeid aan de kerk minder aangenaam zou zijn.

Doordat de Nieuwe Bijbelvertaling niet wil aansluiten bij de traditie of het taalgebruik van een of meer vertalingen betekent dit een breuk met het verleden. De geschriften die het voorgeslacht ons heeft nagelaten zijn gebaseerd op de Statenvertaling. De tekst- aanhalingen zijn in de Statenvertaling en bepaalde zinswendingen zonder kennis van de Statenvertaling moeilijk of niet te begrijpen. We vrezen dat er toch al niet overmatig in gelezen wordt in en kennis wordt genomen van de rijke inhoud van deze boeken ons nagelaten door het voorgeslacht. Door de Nieuwe Bijbelvertaling wordt de afstand tot deze geschriften nog groter dan zij helaas al is. Een schat van theologische en exegetische werken komt door een Nieuwe Bijbelvertaling verder van ons af te staan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's

De Nieuwe Bijbelvertaling (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's