Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nood der Kerk (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nood der Kerk (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inhoudelijk

Wanneer het gaat over de inhoud van de prediking, dan heeft de grote Profeet en Leraar daarover ook duidelijke aanwijzingen gegeven. De prediker, die geroepen is om in de Naam des Heeren te prediken, mag inhoudelijk maar niet naar eigen goeddunken te werk gaan. De prediker is geroepen het Woord des Heeren te prediken. Twee zaken worden door de Heere Zelf genoemd : Bekering en Vergeving der zonden. (Luk.24:47) Twee zaken, die vanuit sommige handschriften ook als één zaak vertaald kan worden: bekering tot vergeving der zonden. In ieder geval is wel duidelijk dat de Heere met grote nadruk wijst op de noodzakelijkheid van de bekering. Zo sprak Hij ter waarschuwing naar aanleiding van de instorting van de toren van Siloam: “Ik zeg u, ...indien gij u niet bekeert zo zult gij allen insgelijks vergaan.” Wie onbekeerd blijft zal ten ondergaan in het gericht. Zie het daarom als een blijk van Christus’ zorg en liefde dat Hij de opdracht geeft om in Zijn Naam te prediken de bekering. De oproep tot bekering mag daarom niet ontbreken in de prediking. Wie zich de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus eens probeert in te leven zal concluderen dat er velen in de hel zijn, die ons zouden willen waarschuwen voor het komend verderf. Maar...al ware het dat er iemand uit de doden opstond, zij zullen zich niet laten gezeggen. Het is ook niet nodig dat er iemand uit de doden opstaat. Christus is opgestaan en Hij heeft bevolen dat het door de prediking van het Woord des Heeren zal geschieden.

Noodzaak van bekering

Wie nadenkt over de noozaak der bekering zal verstaan dat hierin ligt opgesloten dat we in onszelf verloren liggen door de zonden en de schuld. Maar tot zulke mensen, die alles verzondigd hebben en de heerlijkheid Gods derven wordt nu in opdracht van de Heere gepredikt dat ze zich bekeren. Jezus riep Zelf zondaren tot bekering, niet de rechtvaardigen. Met grote nadruk wees Hij er op hoe er blijdschap in de hemel is over één zondaar die zich bekeert, meer dan over 99 rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.

Het niet-van-node-hebben van de bekering is een groot gevaar. In de menselijke verblindheid leeft namelijk de gedachte dat het er met hem nog niet zo slecht voor staat. Dan zitten we te luisteren voor een ander, voor wie die bekering toch zo noodzakelijk ts. Wijlen prof. Wisse schrijft in zijn leerzaam boekje Uit het Zieleleven dat menigeen gelooft dat, terwijl hij nog onbekeerd is, reeds genade bezit. Zulken kunnen het oordeel de goddelo-zen met kalmte horen aanzeggen Ontdekkend preken is daarom zo nodig. Wat is ontdekkend preken? Wisse wijst er op dat dat niet maar is de dood en het oordeel aanzeggen aan de goddelozen, maar vooral het ontvouwen van de kenmerken van het onbekeerd zijn. De valse gronden moeten bloot gelegd worden.

De weg der bekering

Wie ernst maakt met de oproep tot bekering zal daarom ook moeten wijzen op de waarachtige bekering. Bekering is een eis. In ‘s Heeren Naam moet er een appèl uitgaan op ieder, die onder het Woord komt. Op die eis zal de Heere ook eenmaal terugkomen. Daar zal Hij rekenschap van vragen. In wezen is het toch ook een heerlijke zaak wanneer de roepstem tot bekering klinkt. Ligt daarin niet opgesloten dat bij de Heere de deur nog wagenwijd openstaat? En dat voor mensen, die zelf de deur op het nachtslot hebben gedaan. We gaven in onze diepe val immers te kennen dat we geen lust hadden om de Heere te dienen. Maar in de weg van waarachtige bekering wil Hij nog zondaren aannemen. De waarachtige bekering moet echter onderscheiden worden van de valse of de schijn-bekering. Bekering is nodig tot God. Hoe goed het ook is wanneer mensen veranderen van levensstijl en levenswijze. Bekering van de kroeg tot de kerk, of bekering van de zonde tot de deugd. Bekering tot God is wat anders. De elementen van de waarachtige bekering worden zo duidelijk in de gelijkenis van de verloren zoon aangegeven. Inkeer tot jezelf, afkeer van de zonde en de wereld en heenkeer tot God in belijdenis van zonde en schuld. Juist voor degenen, die gewaar worden hoe onbekeerlijk hun hart is, wordt de weg der waarachtige bekering zo onderwijzend. Want zij krijgen houvast aan de belofte van de bekering. Dat mag leiden tot het gebed:”Heere, bekeer Gij mij, zo zal ik bekeerd zijn.” Het grote manco is vaak dat men niet weet van de nood en de inleving van het onbekeerd zijn. Wie daar iets van gaat verstaan kan zich niet zo gemakkelijk meer verschuilen achter z’n onmacht tot bekering. Voor zulken wordt het dan zo’n wonder dat er bij God vandaan een weg is. Dat drijft uit om door genade ook die weg te kennen.

Het recht van God

Allen, die de weg der bekering gaan zien, krijgen het recht van God lief. Zij willen op rechte wijze bekeerd worden tot God. We zeggen wel eens dat ze het recht Gods liever hebben dan hun eigen zaligheid. Dat is waar. De Heere is recht in al Zijn weg en werk. Als één van Gods deugden geschonden zou worden, dan zou God geen God meer zijn. Daarom weten ze maar al te goed wat er tussen staat. Het zijn hun zonden die scheiding maken tussen God en hun ziel. God is te rein en te heilig, dan dat Hij de zonden door de vingers zou zien. Hij houdt de schuldige geenszins onschuldig. In de weg van de waarachtige bekering worden we ontdekt aan die zondekwaal. Een stroom van ongerechtigheden had d’overhand op mij. Mijn zonde maakt mij ‘t voorwerp van Gods toorn. Wat we vroeger zo gemakkelijk konden verklaren: “zo ben ik nu eenmaal, dat is nu eenmaal m’n aard, we zijn toch allemaal zondaren”, dat wordt nu met grote smart voor Gods aangezicht beweend. Het is de droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt.

Vergeving der zonden

De zonde is zo ingrijpend. Eén van de grondbetekenissen van het woord zonde is: het doel missen. Het kan ook wijzen op het begrip “beledigen”.Ja, wat beledigen we God ermee, als we Hem niet geven waar Hij recht op heeft! Het smartelijke en bittere van de zonde is dat we God onteerd hebben. Juist voor degenen, die zich als zondaar voor God leerden kennen, is het nu zo’n wonder dat God Zich niet bij de zonden heeft neergelegd. Daarom moet het in opdracht van de Heere na Pasen gepredikt worden dat er in Christus een weg des behouds is. Want de Zoon des mensen heeft Zijn leven gegeven als een losprijs. Daarom is het juist voor hen, die hopeloos verloren liggen een blijde boodschap wanneer in Zijn Naam gepredikt wordt vergeving der zonden. Het woord vergeving wijst ook op vrijlating. Door de zondeval zijn we dienstknechten van de duivel geworden, zondeslaven. O, wat is dat harde dienst! Zijn die banden al eens gaan kwellen en knellen? Hoe word ik daar ooit van bevrijd? Luister, het bloed van Jezus Christus Gods Zoon reinigt van alle zonden. Daardoor worden de banden verbroken. Daardoor komt er vrijlating. Daardoor worden de zonden uitgewist. Als de Heere dat bloed ziet, wil Hij voorbijgaan en sparen. Wat noodzakelijk dat dat bloed dan ook gestreken is aan de zijposten en bovendorpel van ons hart. De kracht van de zonde wordt zo getekend door Jeremia: “Al wiest gij u met salpeter, en naamt u veel zeep, zo is toch uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend, spreekt de Heere.” (Jer. 2:22) De kracht van het bloed van Christus wordt zo kostelijk gepredikt in de woorden van Jesaja: “Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren ze rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.” (Jes. 1:18)

De reikwijdte

De Dordtse Leerregels spreken over de belofte van het Evangelie, “welke belofte allen volke en mensen, tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn Evangelies zendt, zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden met bevel van bekering en geloof.” Ook hierin spreken onze vaderen heel eenvoudig de grote Profeet en Leraar na. Na Pasen sprak Hij immers dat in Zijn Naam gepredikt zou worden “bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem.” Wereldwijd moet deze prediking gebracht worden. Alle volken hebben dit nodig. Buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsver-derf. Daarom moet die ene Naam onder de hemel, gegeven tot zaligheid gepredikt worden. In Zijn Naam moet de boodschap klinken: “Bekeert u...” maar ook: “God heeft Hem verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker om te geven.... bekering en vergeving der zonden.” Hand.5:31. Beginnende van Jeruzalem! Het zou begrijpelijk zijn geweest als de Heere had gezegd: “Sla Jeruzalem maar over, ga maar met een grote boog om Jeruzalem heen”. Daar zaten immers de vijanden. Daar hadden ze immers geroepen: “Weg met Hem, kruist Hem...” Nee, zegt de Heere eigenlijk. Daar moet juist deze prediking beginnen. Daar moet het startpunt zijn. Juist die vijanden hebben het zo hard nodig. Wie ontdekt werd aan de vijandschap van zijn hart zal hier het Evangelie van vrije genade in horen. De Heere wil vijanden verzoenen met God. Is er heerlijker prediking denkbaar?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's

De nood der Kerk (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's