Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Laten uw ogen mijn wegen bewaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laten uw ogen mijn wegen bewaren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Spreuken 23:26b

De Heere wil niet dat er scheiding zal zijn tussen Hem en de Zijnen. Dat kan Zijn liefdehart niet verdragen. Hij wil Zijn kinderen dicht bij Zich hebben. Dan kan Hij hen Zijn liefde doen gevoelen en hen Zijn gunst bewijzen. Daarom mag er geen scheiding zijn tussen Hem en de Zijnen. Bovendien: dat verdraagt ook Zijn heiligheid niet. Want de scheiding wordt altijd veroorzaakt door de zonde. En God haat de zonde met heel Zijn goddelijk wezen. En daarom Zijn opwekking en vermaning tot Zijn kinderen: “Laten uw ogen Mijn wegen bewaren!” Want alleen dan blijven ze dicht bij Hem en mogen ze delen in Zijn gunst.

Waarom zegt de Heere: “Laten uw ogen mijn wegen bezwaren!” Wel, omdat Hij geen blinde gehoorzaamheid verlangt. Hij wil dat wij het zien, inzien, en er dus innerlijk van overtuigd zijn, dat Zijn wegen wijze, heilige en goede wegen zijn. De woorden van onze overdenking worden ook wel vertaald: “Laten uw ogen een welbehagen, een welgevallen hebben in Mijn wegen!” De wegen die de Heere met de Zijnen gaat zijn openbaringen van Zijn heiligheid, van Zijn wijsheid, van Zijn liefde en van Zijn trouw. En nu wil de Heere dat Zijn kinderen dat zien, inzien, geloven. Hij wil dat ze er niet tegen ingaan. Niet met de mond en niet met het hart. door de wegen Gods recht te zien, te kennen in het geloof, zullen wij er een behagen in hebben. Zodat wij begeren door die wegen (dat is: naar Gods raad) geleid te worden.

En wanneer dan Gods wegen wegen van tuchtiging zijn, dan is het: “Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet als ge van Hem bestraft wordt. Want die de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijke zoon die Hij aanneemt.” Wij moeten daar zelfs zo’n welbehagen in krijgen dat wij tegen Hem zeggen: “ik dank U, HEERE, dat Gij toornig op mij geweest zijt! Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik U Woord!” Een welbehagen moeten we hebben in de wegen van lijden, die Hij ons beschikt, om ons daarin dieper aan onszelf te ontdekken, van onszelf af te brengen, Hem te ontmoeten, te doen kennen in Zijn reddende macht, in Zijn Vaderlijke barmhartigheid, in Zijn onbezweken trouw, om ons losser te maken van de wereld en om het heimwee op te wekken en te versterken naar die toekomst, waar alle tranen van de ogen zullen worden afgewist. Laat uw ogen Mijn wegen bewaren. Laten uw ogen er een welgevallen in hebben. Zoek het met de Heere eens te worden, van harte eens, hoe moeilijk Zijn wegen ook zijn voor het vlees. Het is nog niet genoeg om stil te zijn, in de zin van doffe berusting.

Maar Gods wegen goed keuren, er een behagen in hebben!

O, het is waar: alle kastijding, als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn (Hebr. 12:11). En dan voegt de schrijver aan de Hebreeën eraan toe: “Daarom richt weder op de trage handen en de slappe knieën; en maakt rechte paden voor uw voeten!”

Laten uw ogen Mijn wegen bewaren! Daarom een welgevallen hebben in de wegen die de Heere met ons houdt. Dus niet met nijdige ogen staren op de wegen, die Hij anderen laat bewandelen. We dienen dus een welbehagen te hebben in de wegen des Heeren. En dan mogen we voor de wegen des Heeren ook wel lezen: Zijn geboden, Zijn inzettingen. Die moeten we bewaren, houden, doen. Uit diepgevoelde overtuiging, met welgevallen. Ook die geboden zijn de openbaring van Wie Hijzelf is. En daarom ook helemaal in overeenstemming met ons waarachtig geluk: heilig, wijs en goed.

Dat we er daarom met welgevallen op mogen zien, ze liefhebben, ze van ganser harte gehoorzamen, ze hoog en heilig houden, omdat het de wegen van God zijn. Het is geen wonder dat in de zondagse erediensten na de wetof schriftlezing nogal eens gezongen wordt uit Psalm 119. Deze langste der psalmen is immers één heerlijke lofzang op Gods Woord en inzettingen. Stemt ons hart ermee in, wanneer wij zingen:

Ik zal, o God, bepeinzen Uwe wet, In ‘t onderzoek van Uw bevelen waken;

Terwijl mijn ziel op Uwe paden let.

In Uw gehoôn zal zich mijn geest vermaken.

En, daar ik hulp verwacht op mijn gebed,

Uw heilig woord vergeten noch verzaken.

Laat uw ogen Mijn wegen bewaren! Zo roept ons de Heere toe in Spreuken 23:26b. Het eerste gedeelte van vers 26 luidt: “Mijn zoon!, geef Mij uw hart! Wel, mochten we ons hart al aan de Heere geven, omdat Hij het nam, omdat Hij het inwon voor Zijn dienst door Zijn almachtige genade?

Alleen dan, maar dan ook zeker kregen we een vermaak in de wet Gods, naar de inwendige mens.

Dan krijgt de opwekking en de vermaning “vat” op ons hart: Laat uwe ogen mijn wegen bewaren!

En wij verstaan de dichter van (opnieuw) psalm 119:

‘k Sloeg, eer ik werd verdrukt, het dwaalspoor in.

Maar nu, geleerd, houd ik Uw woord en wegen.

Wat zijt Gij goed, wat schenkt Uw mensenmin

Aan ieder, die U vreest, al milde zegen! Leer mij Uw wet in hare rechte zin.

En maak mijn hart tot Uw geboôn genegen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Laten uw ogen mijn wegen bewaren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's