Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eerste die ik jullie voor de aandacht wil brengen als ‘een Godvrezende jongere’ uit de Bijbel, is Izak. Als uitgangspunt neem ik de geschiedenis uit Genesis 22, waarin Abraham van God de opdracht krijgt om Izak te offeren. Hij krijgt van zijn vader de opdracht, om tijdens het beklimmen van de berg Moria, het hout voor het brandoffer te dragen. Izak is dan een jongen van een jaar of 17.

Gesprek

Tijdens de klim ontstaat er een kort gesprek tussen vader en zoon. ‘Toen sprak Izak tot Abraham zijn vader: Mijn vader. En hij zeide: Zie hier ben ik mijn zoon. En hij zeide: Zie het vuur en het hout: maar waar is het Lam tot het brandoffer? En Abraham zeide: God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon. Zo gingen zij beide te samen.’ Izak stelt een logische vraag. Alles is aanwezig voor het offer, behalve het lam. Let eens op het antwoord dat hij krijgt. Geeft Abraham hier een antwoord om van die lastige vraag af te zijn? Zou een jongen van 17 daar genoegen mee nemen? Het antwoord van Abraham is een geloofsantwoord. Dit antwoord kan alleen door het geloof aanvaard en begrepen worden. Want wat zegt Abraham hier eigenlijk? ‘God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien mijn zoon.’ In het woord ‘voorzien’ liggen meerdere betekenisnuances: 1. God zal daarin voorzien. 2. God heeft het al uitgekozen. 3. God heeft al vooruit gezien, op hetgeen gebeuren zal. Abraham weet Gods keuze al. Immers in Genesis 22 vers 2 heeft God gezegd dat hij Izak moet offeren. Daarover zwijgt Abraham. Dat doet hij in het geloof. Abraham ziet namelijk door het geloof hoe het zal aflopen. Hij weet dat God niet van Zijn belofte afstand doet. Izak is de erfgenaam. God zal Izak uit de dood teruggeven. (Lees Hebreeën 11 vers 17-19) Izak is door het antwoord van Abraham tevreden gesteld. Hij heeft het door het geloof begrepen. God is de grote Aanwezige. Hij is de Almachtige God. Hij zal voor alles zorgen. Daar had Izak vele malen van gehoord. Zijn geboorte was daar een voorbeeld van. Hij was het kind van het wonder. Voor God waren er geen onmogelijkheden. Inderdaad: ‘God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien.’ Dat antwoord was voor Izak genoeg.

Offer

We lezen in Genesis 22 vers 9 en 10: ‘En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izaiik en legde hem op het altaar boven op het hout. En Abraham strekte zijn hand uit en nam het mes om zijn zoon te slachten.’ Wat is dit een ingrijpende gebeurtenis voor een jongen van 17 jaar oud. Hoe gemakkelijk had hij kunnen weigeren om op het altaar te gaan liggen. Wie had hem bijgehouden, wanneer hij bij zijn oude vader was weggerend. We lezen echter niets van dit alles. Voor het offergebeuren zal vader Abraham het één en ander hebben uitgelegd. Abraham zal opnieuw de nadruk gelegd hebben op de waarachtigheid van Gods belofte en Gods trouw. Hij zal gezegd hebben: ‘Jongen je komt er door, anders is God God niet.’ Izak heeft zich in lijdzaamheid, dat is met bijbels geduld, aan zijn vader overgegeven. In de hoop en verwachting dat de HEERE in alles zal voorzien. Zo ondergaat hij op jonge leeftijd een diepe geloofsbeproeving. Zijn beginnend geloofsleven wordt voor een geweldige uitdaging geplaatst. Het zaligmakend geloof wordt uitgedaagd, om in werking te treden. Tegen zijn verstand in. Tegen zijn jonge begeerten om te leven in. Hij zal moeten beoefenen: ‘Met mijn God ga ik op een altaar liggen, gelovend dat Hij mij uit de dood zal opwekken.’ Een Gode opofferend leven.

Godsvrucht

Izaäk is een voorbeeld van een Godvrezende jongere in de bijbel. In deze geschiedenis komt op 17-jarige leeftijd zijn Godsvrucht duidelijk openbaar. Hij is gehoorzaam aan zijn vader. Hij houdt Gods Woord voor waarachtig. Hij begrijpt door het geloof het schijnbaar ondoorzichtige antwoord van Abraham. Hij geeft zich gewillig over om geofferd te worden. Hij brengt in praktijk wat we lezen in Romeinen 12: 1 ‘Ik bid u dan broeders door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande..’ Als er wat geofferd wordt, wordt er eerst iets gedood. Vervolgens wordt het toegewijd aan God. Zo is het wanneer jij voor God een offer wordt, net zoals Izaak. Je oude natuur wordt gedood. Je lievelingszonde, je eigen ik, je zelfhandhaving, je eigenwijsheid, je boze begeerten. Het wordt gedood door de werking van God Geest. Vervolgens ontvang je in het uur van de wedergeboorte een hart dat zich aan de HEERE toe wil wijden. Dat zich leert onderwerpen aan Zijn wil. Een hart dat grote en goede gedachten van God heeft. Zelfs in moeilijke en onbegrepen wegen, belijdt dat God het toch niet verkeerd doet. God gaat soms een diepe weg. In de diepte worden de heerlijkste bloemen gevonden, die geuren tot eer van God.

Is jouw leven al een Gode opofferend leven?

Hartelijke groeten van jullie vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

Bewaar het pand | 12 Pagina's