Verslagen, maar de gerichtheid op de Heere
In Psalm 137 lezen we: “Indien ik u vergeet, o Jeruzalem! zo vergete mijn rechterhand zichzelve! Een typische uitdrukking, maar er spreekt veel in. Het is ons bekend dat de harpen aan de wilgen hingen. Zingend, spelend zingen ter eer van de Heere was uitgesloten. In de vreemde kon met niet. De gesteldheid van het volk viel op, vandaar de schampere opmerking: “Zingt ons een van de liederen Sions”. Hieraan te voldoen was onmogelijk. Het gemis kan niet leiden tot zingen. Het hart bleef aan Jeruzalem verbonden. Sion behield een plaats in het hart. Het is immers de woonplaats van de Heere. De band daaraan heeft de Heere gelegd. De plaats, de dienst van de Heere bleven ondanks alles trekken. Zo was het ook bij Daniël en zijn vrienden.
Nehemia was er ook geen vreemdeling van. We weten dat hij in de vreemde is geboren. Hij kreeg zelfs een hoge, voorname positie. Maar wat hij via overlevering had gehoord, ging in zijn hart werken. Hij vernam van Israels God. Zijn woord. Zijn wet, Zijn dienst en Zijn volk. Zijn positie, zijn omgeving en waarschijnlijk ook zijn eenzaamheid konden hierin geen verandering brengen. Het was onmogelijk, daar de liefde van de Heere in zijn hart was uitgestort. Wanneer we het eerste hoofdstuk van het boek Nehemia lezen, begint het opvallend; heel gedateerd. Nehemia heeft het over de maand Chisleu. Dat is de negende maand, voor ons de maand december. Verder spreekt hij van het twintigste regeringsjaar van koning Arthahsasta. Wat er toen gebeurde, is onvergetelijk. Het heeft tot veel geleid. De Heere ging wonderen doen. Daar Hij middellijk werkt, heeft Hij Nehemia geroepen. Van deze roeping op zich lezen we niets, maar het blijkt in de praktijk.
De wegen van de Heere zijn wonderlijk. Omstandigheden worden door Hem gebruikt. In de door Nehemia genoemde maand en jaar kreeg hij bezoek van zijn broer Hanani uit Jeruzalem. Hij kwam met enkele mannen uit Juda. Na de komst werd geïnformeerd naar de joden die ontkomen waren en de situatie te Jeruzalem. Hierin blijkt zijn hartelijke meelevendheid, ja dieper zijn geestelijke verbondenheid. Als het goed is, is die er ook vandaag, wanneer gedacht wordt aan een gemeente dichtbij of veraf, met de spits: “Hoe het geestelijk is; mag gehoord worden van de genade van de Heere en de vrucht ervan”. Tegen Nehemia wordt gezegd: “De overgeblevenen verkeren in grote ellende en smaad. De muur van Jeruzalem is afgebroken en de poorten zijn met vuur verbrand. Het pas begonnen werk is tot de grond toe afgebroken. Een algehele ondergang dreigt voor de teruggekeerden. Gesteund door de macht van koning Arthahsasta kunnen de vijanden hun gang gaan”. De koning, die eerst toestemming had gegeven tot terugkeer en herbouw, had een brief ontvangen van Rehum, de gouverneur van Samaria en van Simsai, zijn secretaris. De inhoud van de brief kwam hierop neer: “De joden zijn bezig met de herbouw van Jeruzalems muren, maar u moet het beletten. Het gebeuren zal leiden tot afvalligheid. U zult ook geen belasting meer ontvangen. De kans bestaat dat u zelfs het gehele gebied over de rivier gaat verliezen, namelijk Syrië, Libanon, Samaria en Juda”. Deze brief heeft geleid tot bouwstop en de verdere gevolgen. De vijanden kregen vrij spel. Vragen zullen er zeker gesteld zijn en bijzonder deze: “Waarom greep de Heere niet in? Hij heeft toch de terugkeer bewerkstelligd! Hij doet toch geen half werk?” De lachende vijanden zullen hun spot niet hebben ingehouden. Het zal toen zeker geweest zijn: “Waar is nu uw God?”
In het persoonlijk leven kan er ook stilstand komen. De afbraak kan volgen. De hoop op de Heere wordt de bodem ingeslagen; het houvast aan Zijn belofte gaat breken. Moed om verder te gaan blijkt niet mogelijk te zijn. De tegenstanders laten hun macht zien. Het bidden lijkt vruchteloos te zijn. Wat moet er gedaan worden? Het Woord van de Heere openen en Hem wijzen op Zijn wonderlijke daden, met de belijdenis: “Heere! toen hebt U, uit genade, laten zien en bemerken Wie Gij zijt, denk nu ook aan mij, aan ons!” Let op de reactie van Nehemia! “En het geschiedde, als ik deze woorden hoorde, zo zat ik neder en weende, en bedreef rouw, enige dagen; en ik was vastende en biddende voor het aangezicht van de God des hemels”. Het verpletterende bericht dreef hem uit tot het gebed. Zoals de hemel hoog en overal is, zo is ook naar Nehemia’s overtuiging de Heere. Zijn aangezicht, dat is Zijn tegenwoordigheid, is overal. Dat geloofde hij, vandaar zijn belijdenis. Wat een troost, wat een sterkte geeft deze wetenschap! Een wetenschap, die de Heere Zelf heeft gegeven. Hij heeft Zichzelf geopenbaard en bekendgemaakt. In woorden heeft Hij gesproken en in daden laten zien, Wie Hij is. De gehele geschiedenis van Israel wijst erop en de gelovigen hebben het beleden. Voor Nehemia is de alomtegenwoordigheid en tevens de alwetendheid van de Heere zijn kracht om te komen en te spreken tot de Heere. Het gebed is dan ook het enigste dat er overblijft. Dat is een troost en steun, want de Heere laat een bidder, een smekeling niet staan. Voor Hem mag het hart uitgestort worden. Hij wil een Toevlucht zijn; sterker, Hij is een Toevlucht, een schuilplaats in alle nood. De omstandigheden kunnen gelijk blijven, zelfs verergeren, maar de Heere gedenkt en sterkt. Hij doet wonderen op Zijn tijd en naar Zijn wijze maakt Hij het zo, dat men zich verwonderen moet.
De HEER’ betoont Zijn welbehagen aan hen, die need’rig naar Hem vragen,
Hem vrezen, Zijne hulp verbeiden,
en door Zijn hand zich laten leiden;
die, hoe het ook moog’ tegenlopen,
gestadig op Zijn goedheid hopen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999
Bewaar het pand | 12 Pagina's