Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

John Brown - “Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven” (25)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Brown - “Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven” (25)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn kinderen Gods die in duisternis verkeren. We hebben gezien hoe Ds. Brown deze mensen geestelijke leiding geeft. Hij wijst hen op Christus, die de Waarheid is. Want alleen als we een goed gebruik van de Heere Jezus maken, krijgen we zuivere denkbeelden van Gods heerlijkheid.

In dit artikel willen we verder ingaan op datgene, wat in het vorige artikel aangesneden is. Alleen in Christus leren we God de Vader kennen. Want hij die Christus ziet, ziet ook de Vader. Johannes 14 vers 9 zegt het heel schoon: “Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij : Toon ons den Vader?”

Christus heeft Zichzelf bekendgemaakt in het heilig Evangelie. In Zondag 8 van de Heidelberger Catechismus wordt er gesproken van de Middelaar. In vraag 18 wordt er gevraagd. Maar wie is deze Middelaar die tegelijk waarachtig God en een waarachtig rechtvaardig mens is? Antwoord: Onze Heere Jezus Christus die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en tot een volkomen verlossing geschonken is. Vraag 19 luidt: Waaruit weet gij dat? Antwoord: Uit het Heilig Evangelie, hetwelk God Zelf eerstelijk in het Paradijs heeft geopenbaard, en daarna door de heilige patriarchen en profeten, laten verkondigen, en door de offeranden en andere ceremonieën der wet laten voorbeelden en ten laatste door Zijn eniggeboren Zoon vervuld. De Catechismus stelt een belangrijke vraag: “Waaruit weet gij dat?”

Wanneer wij horen van de openbaring van Jezus aan een boetvaardige zondaar, dreigt het gevaar te denken aan visioenen, Godsverschijningen of andere bovenaardse gebeurtenissen. Maar we moeten daar zo niet over denken. Het is bedrog en list van de satan om mensen op deze wijze te bedriegen voor de eeuwigheid. God openbaart Zich aan ons in Zijn Woord. Uit het heilig Evangelie ontvangen wij kennis van Jezus. In de spiegel van het Evangelie zien wij de heerlijkheid van Jezus als de Christus die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Christus komt tot ons in het gewaad van het Evangelie! De Heilige Geest gebruikt het Evangelie om de heerlijkheid en beminnelijkheid van de gekruisigde Christus aan een verloren zondaar uit te schilderen en te verklaren. Ds. John Brown zegt van deze Christus dat Hij dé Knecht en de Uitverkorene van de Vader is. In Hem wordt de Vader verheerlijkt. Het gehele werk der zaligheid is op Christus gelegd. Alles is op Hem gefundeerd. In Hem zien wij de heerlijkheid van de Vader. In Christus komen alle stralen van Gods heerlijkheid samen. Hij is het middelpunt ervan; zodat allen die Christus willen gebruiken om hun geestelijke duisternis te verdrijven, zullen bemerken dat het licht hun zielen verlicht. Ze krijgen rechte en betamelijke gedachten en indrukken van God in Christus.

“Wij moeten in alles Christus steeds met ons nemen. Hij moet ons Zijn eigen aangezicht leren kennen en de heerlijke letters van die uitnemende heerlijkheid leren kennen die in Zijn aangezicht te zien is. Hij moet onze Uitlegger zijn!”

Daartoe zal Hij de Geest der wijsheid schenken. De Heilige Geest is het immers die het geloof door het Woord in het hart werkt en gaat wonen in het hart. Hij vervult het hart ook. Dat wil zeggen dat wij dan geleid worden door de Geest in ons denken, in ons spreken en in ons leven. Hij openbaart Christus Zelf in de harten van de gelovigen. Hij maakt dat hart open, ontvankelijk en levend voor het Woord van God. De Geest verricht Zijn werk op een stille manier. Hij doet het op de achtergrond. Hij zal van Zichzelf van spreken. Hij komt niet op de voorgrond, maar Hij is wel Degene Die al deze dingen doet! Het is de Heilige Geest die zicht geeft op de verborgenheden Gods.

We citeren Ds. Brown: “Om deze oorzaak dienen wij door het geloof de beloften van de Geest aan te grijpen, waardoor wij geestelijker gemaakt mogen worden en ons verstand meer en meer verlicht moge worden om de verborgen merktekenen van de goddelijke majesteit en heerlijkheid te verstaan. In deze gehele oefening dienen wij met vreeze te wandelen en met ons te voeren een indruk van de vreselijke majesteit en heerlijkheid Gods, opdat wij mogen beven en vrezen en ontzet zijn.” Deze heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus kunnen we door de werking van de Heilige Geest in de Schrift lezen. Als de Geest ons verstand verlicht ontdekken we op Gods tijd hoe heerlijk de Schrift getuigt van de heerlijkheid Gods. “En aldus mogen wij geholpen worden om rechte en betamelijke gedachten van God te bekomen.” Nadat Ds. Brown dit verklaard heeft, waarschuwt hij nog voor enkele dingen.

1 Wij moeten niet denken dat wij de Almachtige ooit zullen doorgronden.

2 Ook moeten wij niet denken, dat wij enig stuk van God volmaakt zullen kennen en verstaan. Altijd weer zal blijken dat wij verdorven mensen zijn. En die verdorvenheid is zelfs bij de heerlijkste geestelijke vérge-zichten niet uitgebannen.

3 Wij moeten ons wachten voor vleselijke nieuwsgierigheid. Als wij dat niet doen, verdrinken wij.

4 Wij moeten niet dromen van een staat, waarin wij Christus in dit opzicht niet meer nodig zullen hebben. “Ja, ik stel vast dat Hij ons in de heerlijkheid nuttig zal zijn om God te zien; want wat Hij heden is, zal Hij voor eeuwig blijven, God en mens in twee onderscheiden naturen, en één Persoon, en dat kan niet voor niets zijn.

Wanneer wij dit alles op ons in laten werken, hebben wij overvloedige reden ons voor Hem te vernederen in het stof. En te vragen of wij in vreze en eerbied voor Hem mogen wandelen.

We sluiten af met Psalm 86:6 Leer mij naar Uw wil te hand’len,

‘k Zal dan in Uwe waarheid wand’len; Neig mijn hart, en voeg het saam Tot de vrees van Uwen naam.

HEER’, mijn God, ik zal U loven. Heffen ’t ganse hart naar boven;

’k Zal Uw naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's

John Brown - “Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven” (25)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's