Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven en werk van Ds.W.C. Lamain (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven en werk van Ds.W.C. Lamain (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Overtuigingen op jonge leefti jd.

Op 8 januari 1904 werd in Kamperland Willem Cornelis Lamain geboren. Zijn vader had een schoenmakerij annex winkel aan huis, was lid van het schoolbestuur en scriba van de Gereformeerde Kerk in Kamperland. Willem volgde onderwijs in Kamperland op de christelijke lagere school en ging daarna werken in de schoenmakerij van zijn vader. Vanaf zijn prille jeugd is Willem door de Heere onderwezen. Hij werd overtuigd van schuld en zonde. God opende zijn ogen voor zijn verloren toestand. Jaren heeft hij doorgebracht in veel benauwdheid en droefheid, vanwege het gemis van God en het rechtvaardig oordeel Gods waaronder hij lag. Hij had tegen God gezondigd en wachtte niets anders dan de eeuwige verlorenheid. Hij mocht bekennen dat dit rechtvaardig zou zijn. Als jongen stond hij eens voor de Noordzee. Hij overlegde bij zichzelf dat er tussen Nederland en Engeland misschien een brug geslagen zou kunnen worden, maar de scheiding tussen God en zijn ziel zou nooit meer overbrugd kunnen worden. In die tijd achtte hij de dieren gelukkiger dan hij zelf. Als dieren sterven is het imnmers afgelopen. Maar het sterven van een onbekeerd mens betekent voor eeuwig van God gescheiden te zijn. Eens liep hij langs het water en ze zeiden van binnen: spring er maar in, dan is alles gedaan. De lust was uit de zonde weggenomen. Zijn ziel rechtvaardigde God, maar veroordeelde zichzelf. Teksten uit Gods Woord gaven enige verlichting: ‘Die Mij vroeg zoeken zullen mij vinden.’ ‘Zie, nu is het de welaangename tijd, nu is het de dag der zaligheid.’ Maar ook ondervond hij dat God geen afstand kon doen van Zijn recht. De Wet verdoemde en het Evangelie was onbekend. Het gaat erom het zelf uit Gods mond te horen. Hij las soms tot diep in de nacht drie of vier toepassingen van preken van oude schrijvers, niet altijd zonder zegen. Maar hij bleef ongelukkig, schuldig, verdoemelijk en verwerpelijk. Tot hij op een nacht bepaald werd bij de woorden van Prediker 3: 15: ‘God zoekt het weggedrevene.’ God gaf er Zelf geloof bij. Het gaf aan zijn hart vertroosting, geest en leven. Hij was toen negen jaar oud. De liefde tot God werd ondervonden. Willem verkeerde op jonge leeftijd onder Gods volk op de gezelschappen. In 1913 kwam hij voor het eerst onder de prediking van ds. G.H. Kersten, die toen in Yerseke stond. De leraar bracht veel van zijn innerlijk leven op de preekstoel, hoewel hij hem helemaal niet kende. Op zenventienjarige leeftijd mocht hij hoop krijgen uit deze waarheid dat Christus in de wereld gekomen was niet om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. Als het voor rechtvaardigen geweest was, was het een hopeloze zaak geweest. Het was voor zondaars, nu kon het ook nog voor hem.

Roeping tot het ambt.

Willem was gaan kerken in de Gereformeerde Gemeente waar hij zich thuis voelde, maar was nog dooplid in de Gereformeerde Kerk van zijn woonplaats, waar zijn vader scriba was. Hij was nog erg jong toen hij een roeping voelde tol het ambt van predikant. Toen hij vijfjaar was zeiden ze in zijn hart toen hij naar de preekstoel keek, waar de leraar op stond: op die plaats stelt God u ook eenmaal. Toen hij vijftien jaar was riep God hem tot Zijn heilige dienst, met bewustheid voor zijn eigen ziel tot een wachter op de muren van Sion. “Mensenkind, Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen.’ Een poging om via de Gereformeerde Kerk toegelaten te worden leed schipbreuk. Willem zou geen talenknobbel hebben. Het hoofd van de school weigerde een aanbeveling te geven voor het middelbaar onderwijs. Ook de weg via art. 8 DKO ging niet door. De plaatselijke predikant zei: ‘Schoenmaker blijf bij je leest.’ Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het ombuigen van het pad van Willem naar de Gerefomeerde Gemeenten. Willem werd dooplid van de Gereformeerde Gemeente te Kort-gene, waar hij al anderhalf jaar kerkte. Wat de roeping tot predikant betreft wogen het gewicht en de verantwoordelijkheid van het ambt. Na een worsteling van twee dagen sprak de Heere: ‘Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid. ‘Ook sprak de Heere in tijden van ziekte: ‘Hij Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal.’ Op negentienjarig leeftijd vervoegde Willem zich tot de kerkenraad in verband met zijn roeping tot predikant. In november 1923 las Lamain een preek in Scherpenisse op verzoek van de ouderling die zeer vermoeid was, wat niet kerkrechtelijk was. Eenmaal voor de Kerstdagen en driemaal op deze dagen ging Willem voor in Bruinisse. Dat ging gepaard met veel strijd: alles eigen werk en zichzelf bedrogen voor de eeuwigheid. Doch de Heere verloste uit deze benauwdheid met de woorden: ‘Hij Die u roept is getrouw. Die het ook doen zal.’ Op 21 februari 1924 werd hij aangenomen door de Particuliere Synode in Middelburg om opgeleid te worden tot het leraars-ambt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1999

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Leven en werk van Ds.W.C. Lamain (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1999

Bewaar het pand | 12 Pagina's