Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe werd er gepreekt in de oude Christelijke Gereformeerde Kerk (1869-1892)? (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe werd er gepreekt in de oude Christelijke Gereformeerde Kerk (1869-1892)? (5)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer lazen we enkele gedeelten uit een preek over Catechismus-zondag 2. Van de hand van de jonge dominee Graansma. Vandaag een andere preek uit dezelfde bundel. Nu over zondag 23. We mogen met recht zeggen: het hart van onze Heidelberger. Omdat daarin het hart van het Christelijk geloof aan de orde komt: de rechtvaardiging door het geloof. “Hoe zijt gij rechtvaardig voor God? Alleen door een waar geloof in Jezus Christus ...” De schrijver is ook dit keer weer een jonge dominee: Philippus Willem Hendrik Eskes, geboortig uit Bunschoten. Als het boek met de Catechismuspreken in I88l verschijnt, is hij zojuist dertig jaar geworden. Hij dient in die tijd de gemeente van Smilde. Andere plaatsen waar hij werkzaam is geweest, zijn Franeker, Spijk (Gr.) en Genemuiden. Ds. Eskes heeft een bewogen leven gehad. Twee keer werd hij weduwnaar. Zijn derde vrouw heeft hem enkele maanden overleefd. Na zijn emeritaat vestigde hij zich in Leiden, waar hij nog enige tijd als ouderling de gemeente diende. Evenals vrijwel al zijn collega’s ging hij in 1892 met de Vereniging mee. Hij was dan ook vele jaren gereformeerd predikant geweest toen hij in 1929 stierf.

Het is me niet bekend of ds. Eskes deze preek ook zo heeft uitgesproken, zoals ze in gedrukte vorm voor ons ligt - maar als dat zo is, dan stonden zijn hoorders niet binnen anderhalf uur buiten. We kunnen ons afvragen: Ja, waarom ook? De lengte van onze diensten is ook maar een menselijke begrenzing. In andere landen en tijden - en zeker in tijden van een geestelijke opwekking - zijn/waren de mensen vele uren bij elkaar. En als de Geest in de raderen is, dan wordt het horloge vergeten. Deze preek telt 32 pagina’s en ongeveer wel 10.000 woorden. Me dunkt dat ‘onze’ preken korter dan de helft daarvan zijn.

Ik geef nu de eerste woorden van deze preek weer. Die zijn als volgt: “Aan niets, Mijne Hoorders, ligt de gemeente meer gelegen, dan aan een zuivere opvatting van de rechtvaardigheid des geloofs. Zoo er ééne waarheid is, op welke wij ons moeten toeleggen om ze te verstaan, dan die, welke wij daar genoemd hebben, de rechtvaardigheid namelijk des geloofs. In vele dingen kunnen wij on- of minkundig zijn, maar - niet te weten of niet genoeg te weten, hoe wij rechtvaardig zijn voor God, wreekt zich het eerst en het meest aan ons zelven.” Tot zover die eerste zinnen. De prediker is niet onduidelijk, vindt u wel? Van niet te overschatten gewicht, deze belijdenis aangaande de rechtvaardiging. Maar dat betekent voor de prediker die deze zaken aan de gemeente uitleggen moet “eene taak, welke dus waarlijk niet gering mag heeten”. Want wie hier scheef gaat, gaat in alle stukken scheef!

Wat mij aan deze uitvoerige preek opvalt, is dat ze in eigenlijke zin geen uitleg van zondag 23 genoemd kan worden. De uiteenzetting door ds. Eskes beweegt zich eigenlijk los van de vragen en antwoorden 59, 60 & 61. Zo komt bijvoorbeeld maar nauwelijks ter sprake wat de Catechismus zegt over het “dat mijn consciëntie mij aanklaagt” en evenmin wat nu bedoeld wordt met het “schenken en toerekenen” (antw. 60) en het “aannemen en toeëigenen” (antw. 61). Deze preek heeft een heel eigen opzet, waarbij op een vrije manier gebruik gemaakt wordt van diverse elementen uit de Catechismus-antwoorden. Of dat de bedoeling is, is de vraag. Daar staan echter veel goede dingen tegenover. Daarvan wil ik hieronder enkele voorbeelden geven.

Dominee Eskes benadrukt vooral “de onschatbare waarde” van dit leerstuk. De weg van zalig worden is die van de volmaakte rechtvaardigheid. Nooit zullen zondaren zalig kunnen worden dan in deze weg - de weg van de rechtvaardiging door het geloof. En daarom moeten we haar zoeken. “Wij hebben eene rechtvaardigheid noodig, welke volkomen is, welke, waar wij in ons-zelven niet anders dan vloek- en doemschuldig zijn, in dit opzicht ons tot geheel andere menschen maakt. Wij zijn rechtvaardig of wij zijn onrechtvaardig. Een derde is er niet. Zoo moeten wij dan door het geloof waarlijk rechtvaardig zijn en dat zijn wij.” De laatste vier woordjes zijn opmerkelijk. Predikt deze dominee een verondersteld geloof? Acht hij zijn hele gemeente rechtvaardig voor God ? Nee, daarvoor is ds. Eskes te zeer ervan overtuigd dat zalig worden geheel een zaak van goddelijke genade is. En dat is onverdiende genade. Door het wonder alleen! “Dat wij door het geloof kunnen gerechtvaardigd worden, is eene genade van God. Dat geldt ons hele zalig worden. Niet alleen de daad van de rechtvaardiging, maar ook ons komen tot het geloof. Onverdiende goedheid aan onwaardigen bewezen, want genade staat altoos tegenover onwaardigheid en schuld. Indien het nu genade is, dat wij zalig worden, dan is dit ook gezegd van het geloof, dat tot die zaligheid nodig is.”

Een opvallende lijn in deze preek is dat hij de weg van zalig worden tekent als: 1) een eenvoudige en gemakkelijke weg, 2) een unieke weg en 3) een blijvende weg. Dat roept op het eerste gehoor wat vragen op. Wat bedoelt hij daarmee? Wel, het is een gemakkelijke en eenvoudige weg, want (en nu citeer ik weer): “Wat is er eenvoudiger en gemakkelijker dan het geloof? Tegenover het geloof staan de werken. Het is öf gelooven öf werken en aan werken is altijd moeite verbonden. Gelooven daarentegen staat hier gelijk met rusten. Het is een ophouden van werken. Het is Christus laten werken. Hem die reeds heeft uitgeroepen, dat het volbracht is, maar Die op grond hiervan nu juist altoos voortwerkt.” Bedenk dat ds. Eskes deze (bijna uitdagende en prikkelende) uitspraken doet nadat hij eerst de onmogelijkheid van zalig worden heeft uiteengezet. Toen hij sprak over de loutere genade. Dit gezegd hebbend, spreekt hij over het gemakkelijke en eenvoudige geloof - als immers de rechtvaardigheid niet is uit de werken maar uit het geloof alleen!

Zalig worden in de weg van het geloof is ook “een éénige weg”. Want de rechtvaardigheid des geloofs duldt geen andere naast zich. Hoevelen ook de zaligheid gezocht hebben in de weg van het werken - ze hebben het niet verkregen! “En eindelijk is ze ook de blijvende weg.

Nooit zullen de zondaren anders zalig worden dan alleen door het geloof. Ook in dezen is er bij God geene verandering of schaduwe van omkeering. Van Adam af is het zóó geweest en zóó zal het blijven tot den jongsten dag. Ook hierom is de rechtvaardigheid des geloofs van eene onschatbare waarde. Haar moet men bezitten en anders is er nooit eene gegronde hoop voor de eeuwigheid. Wie zoude daarom niet juist haar moeten zoeken?”

U merkt dat ds. Eskes er nog al wat gewicht op legt dat de weg van het geloof de enige weg tot zaligheid is. En daarmee laat hij bijbelse en reformatorische noties horen. In het vervolg van zijn preek werkt hij dat nog nader uit. Als hij namelijk laat zien dat in deze weg ook de vruchten van de rechtvaardiging ontvangen worden: vrede bij God, liefde tot God. hoop op God en een voorsmaak van het zalig hemelleven.

Aan het slot van zijn preek stelt de prediker nog een tweetal vragen aan zijn hoorders. De tweede luidt: “Beleeft gij uw rechtvaardigheid?” Wat merkwaardig geformuleerd misschien, maar de bedoeling wordt wel duidelijk. Die is als volgt: U die meent rechtvaardig voor God te zijn, is het ook waarheid in het binnenste? Hij waarschuwt zijn hoorders voor zelfbedrog. Want dat is niet denkbeeldig. Voor Gods rechterstoel zal de waarheid blijken. Maar dan zal het te laat zijn! Daarom: onderzoek u zelf! Trouwens - de ware godvrezenden doen dat ook, zo zegt ds. Eskes. Altijd weer moet een begenadigd zondaar zich voor de Heere verootmoedigen. Want ook zijn of haar hart is arglistig. “Immers, nooit mag een geloovige zóó gerust zijn over zijne eeuwige toekomst, als hem in gevaar zoude brengen, van het met den ernst des levens niet zoo nauwgezet te nemen. De oprechte zal veeleer als zoodanig vreezen van wege zijne overgeblevene zonden, dat hij zichzelven nog bedriegt en hier ziet hij iets verschrikkelijks in.” En dan geeft ds. Eskes nog een vermaan: “Daarom zijn de geloovigen gehouden, zichzelven voortdurend te plaatsen voor de kenmerken der genade en des geloofs, om uit de vruchten van de waarheid hunner rechtvaardigheid verzekerd te worden”. Opvallend: in een uitleg over de rechtvaardiging door het geloof (!), roept deze prediker op naar zekerheid te staan door het zoeken naar kenmerken! Eerlijk moeten we zeggen dat ds. Eskes hier toch wel enigszins afbuigt van de weg die antwoord 60 wijst:”... al is het dat mijn consciëntie mij aanklaagt dat ik tegen al de geboden Gods zwaarlijk gezondigd heb ... nochtans (!) schenkt God mij uit louter genade de volkomen gerechtigheid en heiligheid van Christus - in zoverre ik zulk een weldaad met een gelovig hart aanneem!” Dat is de koninklijke weg waarop hier toch zeker gewezen had moeten worden. De weg van de arme en aangevochten zondaar die zich nochtans (!) verlaat op de ontfermende God en Zijn Christus. En eerst in die weg kunnen door het werk van de Heilige Geest ook de kenmerken bijdragen tot de zekerheid van het geloof in het leven van Gods kind.

Toch - en daarmee besluit ik - komt ds. Eskes uiteindelijk wel terecht bij dat ‘nochtans’ van het geloof: “Dat dan een iegelijk tot dat bloed zich blijve wenden, want al is de rechtvaardigmaking volkomen, toch heeft de geloovige zijnerzijds telkens opnieuw behoefte, om de vrijmakende kracht van dat bloed van Christus te ondervinden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Hoe werd er gepreekt in de oude Christelijke Gereformeerde Kerk (1869-1892)? (5)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's