Voor de Jeugd

We willen het nu hebben over het ‘Aannemen van Christus’. Helaas klinkt het ‘aannemen van Christus’ ons een beetje verdacht in onze oren. Dit komt door de invloed van allerlei evangelische richtingen en organen, zoals bijvoorbeeld de E.O. en Yought for Christ. In die kringen wordt heel sterk de nadruk gelegd op het ‘aannemen van Jezus’. Dit wordt op een manier gedaan, alsof het van mij afhangt, alsof het mijn eigen beslissing is, alsof het mijn eigen daad is. Ja zo, dat ik het toch wel een beetje aan mijzelf te danken heb, dat het nu zo anders in mijn leven geworden is. Ondanks dit alles, mogen we de bijbelse invulling van het aannemen van Christus niet zomaar naast ons neerleggen. We zijn geroepen om eerbiedig te luisteren wat Gods Woord ons zegt, over het aannemen van Christus.

Wie nemen Christus aan?

Laten we eerst Joh. 1: 12 en 13 lezen: ‘ Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit de wil des vieses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn’. Deze teksten geven ons antwoord op de vraag, wie Christus aannemen. Het zijn zondaren die uit God geboren zijn. Ze zijn opnieuw geboren, de wedergeboorte. ‘Niet uit den bloede’ , d.w.z. niet omdat ze edel bloed bij zich hebben, mensen van een bepaald ras. ‘ Niet uit de wil des vieses’ , d.w.z. niet omdat ze de voor- en nadelen tegen elkaar hebben afgewogen en tot de conclusie kwamen, er niet minder van te worden als ze Christus aannemen. ‘Noch uit de wil des mans’ , d.w.z. omdat ze zo’n sterke wil hadden, een stuk discipline om Christus aan te nemen. ‘Nee’, zegt Johannes, ‘ God gaf hen een nieuw hart, een vernieuwde wil, het ware geloof en daardoor namen ze Christus aan.’

Wat is dat ‘Christus aannemen’?

Wat aannemen is, weten we allemaal. Toch is het aannemen van iets kostbaars, niet zo vanzelfsprekend als je denkt. Er was eens een keer een meester, die een gouden horloge had. Hij zei tegen zijn klas: ‘Jongens, ik ga mijn gouden horloge weggeven’. Niemand geloofde de meester. Hij ging rond met zijn horloge en zei: ‘Hier neem het aan’. De meeste kinderen deden het niet, totdat hij bij een jongen kwam, die het gouden horloge uit de handen nam van zijn meester. Tot ieders verbazing zei de meester: ‘ Jij mag mijn horloge houden’. Deze jongen geloofde de meester op zijn woord. En nu het aannemen van Christus! God heeft Zijn Zoon als Zaligmaker gezonden naar deze wereld en in Hem komt Hij tot ons met het aanbod van genade voor de grootste van de zondaren. Nemen wij Zijn aanbod aan? Nu begint het een beetje te kriebelen in onze rechtzinnige aderen. We vragen ons dan af: ‘ Dus het hangt wel mij af?’ We aarzelen en stellen het aannemen van Hem uit. We hebben niet door, dat we Hem dan door het ongeloof verwerpen. Daar heb je diepste oorzaak van het feit, dat we Christus nog niet aangenomen hebben. Niet geloven, niet aannemen, dat is het enige wat wij kunnen, als God met het aanbod van genade in Christus tot ons komt. Christus afwijzen, verwerpen, aan Hem voorbijgaan. Hem niet nodig hebben, buiten Hem onze zaligheid proberen te vinden of te bewerken. Het ongeloof zit zo diep in ons en wordt pas het laatst van alle zonden beleden. Immers als God Zich voorgenomen heeft om jou toch zover te krijgen, dat je Christus gaat aannemen, dan heeft Hij door Zijn Geest veel afbrekend werk bij jou te verrichten. Je onwil moeten een knak krijgen, je eigen schijnmacht moet lamgelegd worden, je eigen verdiensten moeten waardeloos gemaakt worden. Nogmaals, dat zijn geen voorwaarden, maar barricades die omvergeworpen moeten worden, om te komen tot het gelovig aannemen van Christus. Als het ongeloof blootgelegd wordt en beleden en het bevel tot geloof gehoord, dan zul je je machteloosheid voelen. Geen handen om Hem aan te nemen! Het gaat jouw strijd en gebed worden: ‘ Heere, wat is dat toch? U aannemen als de enige Zaligmaker? Ik kan het niet, ik durf het niet? Mag ik u wel aannemen?’ In deze strijd komt de belofte van het heil in Christus tot je: ‘ O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk’. (Jes.55:1) Je ziet Zijn gewilligheid om je zalig te maken, je voelt de noodzakelijkheid ervan vanwege je zondig bestaan en toch.......die toe-eigening van Hem! Hoe moet het toch, Heere? Deze strijd kent de namaak-christen niet. Ze vinden het overdreven en voorwaardelijke klinken, als de prediker het naar hun gevoelen zo ‘ingewikkeld’ maakt. Toch herkennen al Gods kinderen zich in deze strijd.

Ondertussen is de Heilige Geest bezig met Zijn verborgen werk in de ziel, om door een geschonken geloof je te leren

Hem niet langer meer af te wijzen. Als dan weer met kracht gehoord wordt: ‘Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt’, dan houd je op Hem nog langer te verwerpen. Je ziet in deze belofte de permissie liggen, om Hem aan te nemen. Je vlucht tot Hem en voor dat je het weet lig je in Zijn armen en heb je Hem door het geloof aangenomen. Je ontvangt ( zo kun je het Griekse woord voor aannemen ook vertalen) Hem als de grote gave Gods. Hem als de van God geschonken Zaligmaker. Zonder besef van zonden, zonder het gevoel van rampzalig te zijn in je zelf, weet je geen raad met deze Zaligmaker. Als we echter weet hebben van onze verschrikkelijke toestand buiten Christus, dan zullen we onze ziel en zaligheid voor eeuwig aan Hem toevertrouwen.

Dieper inzicht in het aanneinen van Christus

Als we Christus door de eerste aanraking van het geloof hebben aangenomen, gaat de Heilige Geest ons leren Wie we aangenomen hebben, nl. de Christus der Schriften. Dat is Christus, zoals Hij ons in het Woord bekend gemaakt is. De Heilige Geest gaat ons verdiepen in de weg, die Christus moest gaan om voor de zonden te betalen. De Heilige Geest geeft dieper inzicht in Gods recht. God moest de zonden straffen. Christus moest mens worden. Hij moest gekruisigd worden. De toorn van God moest geblust worden. Je gaat dit ook aannemen! Hoe Hij dat deed in jouw plaats. Amen zeggen op Gods recht. Je krijgt dieper inzicht in het feit van Pasen. Dat Hij uit de dood moest opstaan, om Zijn Volk het nieuwe leven te geven. Christus aannemen is maar niet het aanvaarden van een goedkoop Evangelie, maar het zien en aannemen van Gods toorn over de zonden, gestraft in het vlees van Zijn lieve Zoon. Jouw vlees!? Je gaat door deze verdieping niet roemen in jouw keuze, maar je leert meer en meer te zien hoe groot Gods genade is, in de Heere Jezus Christus. Vol verwondering leer je het belijden: “Wie ben ik Heere, dat U mij door Uw Geest zover bracht om U te mogen aannemen, als de grote Gave Gods?’ We leren het Paulus nazeggen: ‘Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave’. ( 2 Kor.9:15)

Ontvang de hartelijke groeten van jullie vriend,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen