Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Zai het goed zijn als Hij u zal onderzoeken?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Job 13:9a

We hebben elkaar een ernstige en dringende vraag te stellen, waarop u voor het aangezicht des Heeren oprecht en ongeveinsd antwoord dient te geven. Want van dat antwoord zal het afhangen, waar u straks in de eeuwigheid zult wezen, als de Heere u vandaag nog kwam weg te nemen. Het is de vraag, die Job zijn vrienden stelde: ‘Zal het goed zijn, als de Heere u zal onderzoeken’?

We kennen de geschiedenis. Job, hij was een ‘man, oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van alle kwaad’. U ook? Nu, satan had de Heere tegen deze Job opgehitst en hem alles afgenomen: zijn kudden, knechten, kinderen, alles. Hij kwam op de ashoop terecht en zijn vrouw viel hem af: ‘zegen God en sterf’. En toch mag de Heere van hem getuigen: ‘en hij houdt nog vast aan zijn oprechtheid’. En in dit alles zondigde Job niet, en schreef Gode niets ongerijmds toe’. Kan de Heere dat van u ook getuigen?

En dan komen de drie vrienden van Job. Doch zij wijzen hem niet op de Heere, maar ze werpen hem op zichzelf terug. Ze zeiden: ja Job, je kunt nu wel vroom praten, maar het zal wel je eigen schuld zijn. De zonde zal wel als een wolk tussen God en je ziel liggen en daarom heeft de Heere je nu met Zijn toorn bewolkt. Maar dan opent Job zijn mond en gaat van Godswege gedreven en bewogen zijn vrienden deze ernstige vraag stellen: ‘zal het goed zijn, als de Heere u zal onderzoeken’.

Ziehier de levensvraag van al Gods kinderen. Is het uw levensvraag al geworden? Want weet u wat die vraag betekent? Twee zaken. Allereerst dit, dat er een ogenblik zal komen in uw leven dat de Heere u zal gaan onderzoeken. Het woord voor onderzoeken betekent een doorgronden van het hart (Psalm 139). Het duidt op een gerechtelijk onderzoek des Heeren van het hart van alle mensen. Wie moet er gerechtelijk onderzocht worden? Misdadigers. En dat zijn wij allen. Want wij hebben God van de troon gestoten om er zelf op te klimmen. Daarom moeten wij allen eenmaal geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, om geoordeeld te worden en weg te dragen naar dat wij gedaan hebben, hetzij goed, hetzij kwaad. Aan deze kant van het graf in de tijd of straks in de eeuwigheid. Want Hij komt. Hij komt! O, hoe nodig is het daarom dat we aan deze kant van het graf iets van dat gerechtelijk onderzoek leren kennen; dat we hier door ontdekkende genade dat recht leren billijken, willen we straks niet voor eeuwig onder de straffende en wrekende gerechtigheid Gods verloren gaan. Weet u daarvan? Dat onderzoek behelst niet vele vragen, maar een vraag. Hoe zijt gij rechtvaardig voor God? Wie is Christus voor u? Is Hij u ijdel gebleven? Of is Hij u noodzakelijk en dierbaar geworden door een waar geloof en in de weg van ontdekking en ontgronding? Zal het dan goed zijn, als de Heere u zal onderzoeken ? Zal het goed zijn? Weet u wat dat nog meer betekent? Vervolgens dat het van nature niet goed is. Ja, in het paradijs was het goed tussen God en de mens. Zo goed zelfs, dat de Heere van zijn schepsel mocht getuigen: ‘En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed’. Hoe goed was het daar voor de mens nabij God te zijn. Totdat we zo onpeilbaar diep zijn gevallen. Satan heeft God verdacht gemaakt. ‘... gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad’. Maar hij loog. Want hij zei er niet bij hoe ik het goed zou kennen, nl. als iets dat ik nooit meer zou kunnen doen. Ja, Gods kinderen komen er zielsbevindelijk achter: ‘het goede dat ik wil doen, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik. Ik ellendig mens’. Bent u daar ook al achter gekomen? Eens was het goed. Het is niet meer goed. Zal het nu goed zijn als de Heere u komt te onderzoeken, dan moet het goed worden tussen God en ons.Maar hoe kan het ooit weer goed worden tussen God en mijn ziel? Weet u waar het geheim daarvan ligt? In God Zelf. In Christus. Voor al degenen, die Hem van eeuwigheid gegeven zijn, heeft Hij zich in de stilte der nooitbegonnen eeuwigheid als de schuldovernemende Borg aangeboden: zie Ik kom om Uw wil te doen. En in de volheid des tijds heeft Hij hun schuld, hun kwaad gedragen en zo verworven dat het weer goed kan worden tussen God en uw ziel.

Zal het goed zijn als de Heere u zal onderzoeken? Dat kan alleen op grond van de zoen- en kruisverdienste van Christus en in de weg van wedergeboorte en waarachtige bekering. Daartoe gaat Hij in de tijd van het welbehagen dat werk toepassen aan hun hart door de werking van de Heilige Geest. Door ontdekkende en hartvernieuwen-de genade gaat de Heilige Geest voor Christus plaats maken in het hart. Door deze vraag van Job op het hart te binden: ‘zal het goed zijn, als de Heere u zal onderzoeken’. Zo gaat hij ze ontdekken aan hun ongerechtigheid, aan het einde brengen met hun eigengerechtigheid opdat ze in die weg geworpen worden op de Borggerechtigheid van Koning Immanuël, Christus.

Is er in uw leven voor Hem plaats gekomen? ‘U dan, die gelooft, is Hij dierbaar’. Dat kan niet anders. Want buiten Hem is er geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Een in beginsel ontdekte zondaar zal de dierbaarheid van Christus weinig zien. Maar hoe dieper de Heere ontdekt, hoe meer ik op Hem geworpen word.

Zal het goed zijn als de Heere u zal onderzoeken? U. d.w.z. ulieden. meervoud. Niemand onzer komt daar dus onderuit. Verschuil u daarom niet langer achter de massa, of achter uw onmacht. Want dan maakt ook u met satan God verdacht. Dan zegt u: ik wil wel, maar God wil niet. O, maar nu brengt de Heere er de Zijnen achter, dat niet God onwillig is, maar ik.

Dat de Heere er alles aan doet om ons te behouden, maar dat ik er alles aan doe om verloren te gaan. Dan leer ik smeken: o Heere, buig mijn wil, zodat ik, die niet wil metterdaad ga willen. Werk het willen en het werken naar Uw welbehagen.

Laat dat vanaf heden uw enige bede mogen zijn. Keer vandaag nog met deze vraag de binnenkamer in: zal het goed zijn als de Heere u zal onderzoeken. Maak uzelf toch aan de Heere bekend en smeek Hem toch: Heere bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn.

Zal het goed zijn als de Heere u zal onderzoeken? Hoe kan ik dat weten? Aan de vruchten. Laat ik er slechts een mogen noemen. Het is de voornaamste vrucht. Zij allen, die God vrezen, zij allen, kleinen en groten in de genade, worden van deze vrucht deelgenoot. Welke vrucht? Als de Heere in uw leven komt, wordt deze vraag van Job uw bede. Zal het goed zijn als de Heere u zal onderzoeken? O Heere onderzoek Gij mij maar, want als ik het moet doen dan bedrieg ik mezelf voor de eeuwigheid.

Heere, beproef m’ en zie of mijn gemoed iets kwaads iets onbehoorlijks voed en doe mij toch met vaste schreden de weg der zaligheid betreden.

En daar komen Gods kinderen hier op aarde nooit bovenuit. Maar straks worden ze er eeuwig bovenuit getild. Dan zullen zij het goede tot verzagiging voor eeuwig ontvangen. Zal het goed zijn als de Heere u zal onderzoeken?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's