Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

W. van Gorsel, Onder een open hemel, 82 blz., ƒ 9,95, Uitgeverij Den Hertog-Houten.

De auteur is hervormd em. predikant. In duidelijke letter bevat deze paperback tien eenvoudige overdenkingen over de Openbaring aan Johannes. Een mooie uitspraak lezen wij op blz. 52: “God regeert de wereld, zei een Engels godgeleerde, door de gebeden van Zijn kinderen.” Moge de lezing van dit boek bijdragen aan het beter verstaan van het laatste bijbelboek en de tekenen der tijden.

Dagboek, Bloeien als een lelie, ƒ 34,95, Uitgeverij Groen - Heeren-veen.

Iedere week wordt een thema behandeld. Aan het eind van elke meditatie is een vraag of opmerking geplaatst. Het boek biedt ruimte voor het maken van persoonlijke aantekeningen. Dit dagboek blijkt veel vrouwen aan te spreken en zal ook dit jaar zijn weg wel weer vinden.

Dr. P. Buitelaar, Prediking en geestelijk leven vanuit de praktijk toegelicht, 96 blz., ƒ 17,50, Uitgeverij de Groot Goudriaan - Kampen.

Dr. P. Buitelaar promoveerde in 1996 op een dissertatie over ‘Geloofsbe-vinding in de prediking.’ Nu is een eenvoudig, duidelijk en praktisch boekje verschenen in de vraag- en antwoordvorm. Veel onderwerpen worden aangesneden. Uit de inhoud blijkt meer dan eens dat de schrijver oog heeft voor de veranderingen binnen de gereformeerde gezindte. Dit klinkt bijvoorbeeld duidelijk door in het hoofdstuk dat gaat over bekering in de prediking. De schrijver signaleert terecht dat er een tendens is om meer nadruk te leggen op de heiliging dan op de rechtvaardiging (blz. 27). Daardoor krijgt de dagelijkse bekering meer aandacht dan de (eerste) bekering tot God. Ook heeft de auteur de indruk dat de oproep tot bekering minder doorklinkt dan de oproep tot geloof. Terecht stelt de auteur dat de oproep tot bekering nodig is omdat wij allen gezondigd hebben en de heerlijkheid Gods derven (blz. 30). Aan de andere kant wijst de schrijver er ook op dat de bekering een gave Gods is. Er is een gedeelte gewijd aan de prediking van de wet. We lezen de vraag op blz. 41 “De prediking van de wet moet dus wel onderscheiden worden van wettische prediking?” De auteur schrijft dat soms in de gemeente de gedachte leeft dat de prediking van de wet ‘wettisch’ zou zijn. Maar zo is het niet. In een wettische prediking staat niet de wet als zodanig centraal, maar staat het ‘moeten’ centraal. Terecht wordt een pleidooi gevoerd voor ontdekkende prediking. We lezen op blz. 43 “Ontdekkende prediking is niet alleen zonde ontdekkende prediking, maar ook prediking die ontdekt aan alle gronden buiten Christus. Het is een van de meest heilzame vormen van prediking, omdat zij middellijkerwijs de weg baant naar het enige fundament der zaligheid.” Op blz. 53v neemt de schrijver het op voor de Statenvertaling. “Het is een vertaling met merg en pit, niet vlak zoals de meeste nieuwere vertalingen. In de oudere uitgaven heb je niet de taal van het volk, maar een wat verheven en deftige taal. Dacht u dat iedereen dat toen begreep?” De schrijver wijst erop hoe nuttig en nodig het is de taal van de Bijbel uit te leggen aan onze jongeren. Er wordt een pleidooi gevoerd voor het zingen van Psalmen. We lezen op blz. 81: “De vraag is echter wat wij in de eredienst zingen. Onder Israel zong men de psalmen, de Heere Jezus zong de psalmen, het grote en het kleine hallef Ze zijn geput uit de Schriften van het oude testament. Nu hebben wij ook de Schriften van het nieuwe testament.

Daarom laat ik zo nu en dan de lofzang van Maria, Simeon of van Zacharias zingen. We hebben ook geen enkel bezwaar tegen andere liederen uit het nieuwe testament. Je zou kunnen denken aan enkele hymnen, die we erin aantreffen. Mijn stelregel is: We preken uit de Bijbel, we zingen uit de Bijbel. Ik zou toch nog een goed woord voor de Psalmen willen spreken. Jezus als de lijdende Borg zong de psalmen. Hij zong ze voor, opdat wij ze zouden nazingen. Ik heb eerlijk gezegd van het invoeren van gezangen in de eredienst weinig of geen goede invloed zien uitgaan. De hele geschiedenis van de Gereformeerde Kerken spreekt boekdelen. En nu zie je die ontwikkeling ook in de Christelijke Gereformeerde Kerken, waar het volgens mij niet is toegestaan, maar toch gebeurt. Trouwens ook onder Hervormd Gereformeerden treden verschuivingen op.” Samenvattend kunnen we zeggen dat er veel in dit boekje staat waarmee we als lezers onze winst kunnen doen.

Jacobus Koelman, De natuur en gronden van het geloof, 129 blz., f. 23,95, Uitgeverij Frits Hardeman-Ede. Tweede druk. Het boek is opgesteld in de vorm van een brief tot vaststelling van de staat van degenen die Christus in geloof omhelzen. Het is herschreven door drs. W. van Vlastuin. Koelman was predikant in de 17e eeuw. Het feit dat dit boekje herdrukt moest worden geeft aan dat er belangstelling voor is. De auteur behandelt de oefeningen en daden van het ware geloof. Hij wijst erop dat de zaligheid buiten de mens ligt. Hij wijst op het gevaar van het zich koesteren in klachten en twijfels. Op blz. 15 lezen wij dat het wezen en de eigen natuur van het evangelisch zaligmakend en rechtvaardigend geloof bestaat in het aannemen en omhelzen van Christus, zoals Hij in het Evangelie wordt voorgehouden. Behartenswaardige zaken lezen we ook op de blz. 16 en 17 “Het geloof zelf, het rechtvaardigend en zaligmakend geloof, dat in het evangelie vereist wordt, bestaat hierin: De zondaar bevindt zichzelf geheel verloren en machteloos. Hij ontvangt deze voorstellingen en openbaringen van Gods weg om zondaren zalig te maken en dit gebod om deze weg te omhelzen. Hij doet aldus: Hij erkent en stemt toe al die heerlijke eigenschappen van God, zoals die geopenbaard en vertoond worden in die weg des levens, der rechtvaardigheid en der zaligheid en hij is tevreden om door die weg behouden te worden. Hij wil aan God de eer, die Hij in deze weg beoogt toeschrijven. Hij keurt die weg zeer goed, heerlijk, God betamelijk, wenselijk en zeker, omdat deze voortvloeit uit Gods liefde, genade en wijsheid en omdat deze weg waarlijk zoveel in zich heeft, zodat een groot zondaar daarop veilig mag vertrouwen en bouwen. Zo geeft hij door het geloof God de eer, Rom. 4: 20. Het geloof is dus een vergenoegen nemen in de raad of het voorstel van God, om mensen door Christus te verlossen en zalig te maken. Het is een hartelijke goedkeuring, en een omhelzing met welgevallen, van de geopenbaarde weg des levens door de Middelaar Jezus, de Zoon van God. Het is een goedkeuring en weloverwogen verkiezing van de Goddelijke wijze, waarop God geopenbaard heeft, dat hij ellendige zondaars wil zaligma-ken. Het is een rust vinden in de door God uitgevonden en geopenbaarde weg, als heerlijk voor God, en zekeren veilig voor de verloren zondaar. Het is de weg der zaligheid, die in het evangelie is voorgesteld, zo te achten, dat men daarop vertrouwen en rusten mag. Het is de goedkeuring van het hart van een zondaar, betreffende de weg des levens en der zaligheid door Jezus Christus. Omdat die weg de rechte en oneindig beminnelijke vrucht is van de oneindige wijsheid, liefde, genade en goedertierenheid van God. Omdat die weg alles bevat wat het gebrek en de ellende van de zondaar volkomen kan wegnemen. Het is de toestemming, omhelzing en goedkeuring van die weg der zaligheid van de zondaar door Christus, omdat daarin de eer van Gods rechtvaardigheid, wijsheid, liefde, genade, barmhartigheid, waarheid en kracht op een bijzondere wijze heerlijk blijkt. En omdat daardoor de rechtvaardigma-king, het leven der heiligmaking en de zaligheid zeker te verkrijgen zijn.” Op blz. 19 lezen wij: “Het is een hartelijke uitgang, en toevlucht van de ziel tot Christus, om rechtvaardigheid, sterkte, hulp en het eeuwige leven te ontvangen. Het is een geven van de hand en een gewillig onderschrijven met de hand der ziel, dat men om alles tot God en Christus wil komen, om het als een vrije gift te ontvangen. Tegelijk is het een opgeven en overgeven van zichzelf in Jezus’ handen, opdat Hij de vergeving en de doding van de zonde zou toebrengen. En opdat Hij door Zijn Geest vrede, troost, heiligmaking, vruchtbaarheid in goede werken, wasdom en volharding in genade en tenslotte de volle zaligheid zou werken. Met een woord: Het geloof is een daad van de wil, waardoor men met een weldadige toestemming en genegenheid het leven en de zaligheid, genade en heerlijkheid, en alles wat tot het leven en de godzaligheid nodig is, graag wil en verkiest te ontvangen door de weg, waarin de Heere het geven wil.” We dachten met bovenstaande citaten recht gedaan te hebben aan de inhoud van het boek. Neem en lees.

Drs. W. van Vlastuin, Onbekeerd... wat doe je ermee? 102 blz., f. 17,90, Uitgeverij De Banier- Utrecht. Sinds de vorige druk uit 1988 zijn door de schrijver enkele veranderingen aangebracht. Het boek wil een vereenvoudigde versie zijn van het boekje van Jozef Alleine ‘Betrouwbare gids naar de hemel’ bestemd met name voor jongeren. Het boek bestaat uit drie hoofdstukken. 1. Onbekeerd, wat zeg je ermee? 2. Bekering, mogelijk? 3. Bekering, hoe? Elk hoofdstuk is onderverdeeld in een aantal paragrafen. Veel behartenswaardige dingen zijn in dit boekje te vinden. Toch willen we bij de bespreking van dit boekje ook in herinnering roepen wat in 1989 geschreven werd door ds. G. Blom “Maar onder het lezen is bij mij de vraag opgekomen of de schrijver wel het evenwicht bewaart tussen beide, de vrijmacht Gods en de verantwoordelijkheid van de mens.”

Dr. J.W. van Pelt, Hoeden tot het heil, Gisbertus Voetius en het pastoraat, 47 blz., f. 9,50, Uitgave Willem de Zwijgerstichting, Postbus 10049,7301 GA Apeldoorn, tel. 055- 5212900. De auteur is in 1999 gepromoveerd op een studie getiteld: Pastoraat in trinitarisch perspectief, de samenhang van trinita-rische en antropologische aspecten in het pastoraat. Een lezenswaardige brochure verscheen aangaande het doel, de inhoud en de vorm van het pastoraat bij Voetius. Voetius vindt het ambtelijke huisbezoek heel belangrijk. Voetius wilde troost bieden in de pastorale praktijk vanuit de zekerheid van het heil in God en in Zijn werk. In de brochure wordt eerst een kort overzicht gegeven van de ontwikkeling van het pastoraat in de tijd van de Reformatie tot aan de tijd van Voetius. De positie van Voetius in de gereformeerde traditie wordt kort getekend. Dan volgt het grootste deel van de brochure: overzicht van het pastoraat bij Voetius. Een slotbeschouwing besluit het geheel. Waardevolle zaken aangaande ambt en pastoraat voor onze tijd worden in deze brochure vanuit het verleden aangereikt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's