Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. van Dam, Leer mij Uw wet, 64 blz., f. 12,90, Uitgeverij den Hertog-Houten. De ondertitel luidt: De tien geboden aan kinderen uitgelegd. We hebben deze eenvoudige toelichting van de tien geboden voor kinderen met instemming gelezen. Naast alle waardering die wij hebben zouden we persoonlijk het arm- zijn van de Heere Jezus Christus op blz. 54 op eenvoudige wijze wat meer hebben uitgediept door te verwijzen naar de

Godverlatenheid aan het kruis. De eigenlijke armoede was immers dat Hij arm werd aan de nabijheid en gunst des Heeren in het ondergaan van de toorn van God.

J.C. Philpot. Wat is het dat een zondaar zalig maakt? 79 blz., f. 19,90, Uitgeverij Den Hertog- Houten. Dit boekje bevat een samenspraak over de vraag verwoord in de titel van dit boekje. Deze samenspraak werd geschreven door James Shuttleworth, predikant van een bijzondere baptistengemeente van 1788- 1826 in Yorkshire. In deze samenspraak worden arminiaanse dwalingen beproken en weerlegd. In 1838 werd een antwoord van Philpot gepubliceerd op bovenstaande vraag. In dat antwoord worden alle valse gronden aan de mens ontnomen en wordt duidelijk gesteld dat zaligheid een vrije, souve-reine gift van God is. De Heere werkt erop aan dat de ziel gaat leren dat de zaligheid alleen gelegen is in het Bloed van Christus. Op blz. 62 lezen we dat God niet opbouwt voordat Hij eerst heeft afgebroken, dat Hij niet behoudt voordat Hij de ziel heeft doen voelen dat ze verloren is. De Heere gebruikt niets van de oude natuur om een fundament te leggen. We geven een citaat van blz. 62 en 63: “Zo gaat doden vooraf aan levendmaking, armoede vooraf aan rijkdom; bedelen en de mesthoop vooraf aan de erfenis van de troon der heerlijkheid; het graf van hoopvolle verwachtingen en het stof van zelfverfoeiing vooraf aan de verhoging tot het zitten bij de vorsten (1 Sam. 2: 6- 8). Het zaaien met tranen gaat vooraf aan het maaien met vreugde; as gaat vooraf aan sieraad, treurigheid vooraf aan vreugdeolie en de benauwde geest vooraf aan het gewaad des lofs. De zaligmaking is geen uiterlijk iets. Ze bestaat niet in de letter, maar in de geest; niet in een zuivere belijdenis, maar in de genieting ervan als een balsem voor een verbroken hart.” We lezen verder op blz. 74: “En daarom dienen al hun ontblotingen, ontledigingen, kastijdingen, verzoekingen, worstelingen, droefheid, zuchten, kermen en tranen, dienen al hun twijfels, angsten, verschrikkingen, schuddingen, duisternis en moedeloosheid, dienen al hun aanschouwingen van de rechtvaardigheid Gods in een heilige wet, dienen al hun op- en nedergangen, veranderingen, slingeringen, schuld, veroordeling en bittere gevoelens van pijn vanwege de zonde, in een woord, dienen al hun bevindingen van de diepten van een hopeloos verdorven hart in de handen van de gezegende Geest om hen tot dit punt te brengen, namelijk dat de zaligheid alleen gelegen is in het bloed van Christus, en dat deze zaligheid aan en in hen geopenbaard moet worden, om hen te verlossen van de vlammen der hel.” De waarde van dit lezenswaardige boekje is dat het duidelijk remonstrantse dwalingen weerlegt en de vrije, souvereine genade van God weergeeft.

Caspar Olevianus, Een nieuw verbond, 416 blz., f. 59,50, Uitgeverij Den Hertog- Houten. De ondertitel van dit boek luidt: Een verklaring van de Apostolische Geloofsbelijdenis en het Genadeverbond. Het boek over het genadeverbond is een van de bekendste werken van Caspar Olevianus, mede-opsteller van de Heidelberger Catechismus. Hieraan is toegevoegd een verklaring van de apostolische geloofsbelijdenis. Deze uitgave is een herdruk van 1963. Achterin het boek vinden we een register van 17 blz. waardoor het bestuderen van een bepaald onderwerp vergemakkelijkt wordt. Het is een goede zaak dit boek te raadplegen en te bestuderen. Zo gaan bronnen uit het verleden spreken. Om u een indruk te geven van de inhoud van dit keurig uitgegeven boek citeren wij een gedeelte van blz. 165 en 166: “Doch waarom Christus niet slechts op een rechterlijke wijze, maar ook op geen andere plaats dan aan het kruis een zoenoffer heeft willen worden, gelijk Petrus zegt: ‘Die onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout’ (1 Petrus 2: 42), daarvan geeft de Schrift deze reden:

Omdat er zulk een opoffering vereist werd, die voldoende was voor onze zonden. Nu waren we God niet slechts een gewone, maar zulk een dood schuldig, die gepaard ging met de vloek en de uiterste smaadheid en dat uit kracht van het vonnis door God in Zijn Wet uitgesproken. En aangezien nu de dood des kruises vervloekt was, niet alleen volgens het oordeel van de mensen, maar ook volgens de uitspraak van de hemelse Rechter: ‘vervloekt is een iegelijk die aan het hout hangt’, zo heeft onze Borg Christus deze dood moeten ondergaan, opdat Hij door genoeg te doen, ons van de vloek zou verlossen en de gedachtenis daaraan voor eeuwig zou uitdelgen.

Daarom zegt Paulus, dat Christus de vloek van de Wet van ons heeft weggenomen, als Hij een vloek voor ons aan het kruis geworden is, opdat de beloof-de zegening van Abraham tot ons zou komen (Gal. 3: 13 en 14). Zo verstaan we dan uit het kruis, als het teken van de vloek, dat de gehele vloek, die wij moesten gevoelen, op Christus is overgebracht. Want gelijk wij de vloek en de toorn van God naar ziel en lichaam, volgens de uitspraak van de Wet moesten dragen, zo heeft de Zoon van God beide in lichaam en ziel dit moeten gevoelen, en daardoor vermorzeld worden, opdat Hij een waarachtig slachtoffer zou zijn voor onze zonden, gelijk Jesaja zegt in hoofdstuk 53: 10. Vandaar die smartekreet: ‘Mijn God, Mijn God!, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ (Matth. 27: 46 en Hebr. 5: 7). Want omdat wij niet alleen met het lichaam, maar ook voornamelijk met de ziel gezondigd hebben en daarom de vloek op ons hebben geladen, zo was het tot onze verlossing noodzakelijk, dat onze Borg Christus voor Gods rechtvaardige rechterstoel, niet in het lichaam alleen, maar ook en voornamelijk in de ziel gevoelde de vloek, die op ons lag, opdat er volkomen aan Gods gerechtigheid zou voldaan worden. Want dat Christus waarlijk de vloek van God om onzer zonden wil gedragen en gevoeld heeft, kunnen we niet ontkennen. Tenzij we willen ontkennen, dat Hij ons waarlijk verlost heeft. En in dat totale gevoel van de goddelijke vloek is er geen wantrouwen of enige andere zonde vermengd geweest. Want ofschoon Hij waarlijk gevoelde, gelijk Hij klagend uitriep, dat Hij door God verlaten was, hetgeen tot het gevoelen van onze vloek behoort, zo heeft Hij echter niet opgehouden een vast en onwankelbaar vertrouwen op God te stellen, hoewel Hij die vertroosting en blijdschap, die de menselijke natuur van de goddelijke pleegt te ondervinden, miste. Want Zijn onwrikbaar vertrouwen blijkt duidelijk uit Zijn herhaald: ‘Mijn God, Mijn God!’, waarmede Hij te kennen geeft Zijn vast vertrouwen op die God, van Wie Hij klaagt verlaten te zijn.”

Drs. A.A. Teeuw (red.), Zorgen in de laatste levensfase, 96 blz., f. 24,95, Uitgeverij Groen, Heerenveen. Dit boekje, dat veel behartenswaardige zaken bevat, is uitgegeven in de serie Praktisch en Pastoraal. Drs. Teeuw is verbonden aan verpleeghuis Salem te Riderkerk en het Consultatiepunt van de Nederlandse Patiënten Vereniging. Ook heeft hij theologie gestudeerd. Hij verzorgt regelmatig medisch-ethische onderwerpen. Het boekje bevat de volgende hoofdstukken: 1. De dood in Bijbels licht. 2. Onze tijd en sterven. 3. De levensgeschiedenis. 4. De zieke en diens omgeving. 5. Praktische zorg rondom het levenseinde. 6. Medische zorg en het levenseinde. 7. Pastoraal bij stervenden. 8. Bereid uw huis, want gij zult sterven. 9. Pastoraat na het sterven. In kort bestek wordt veel geboden. Dhr. L. Terlouw heeft de hoofdstukken 1, 2 7, 8a en 9 geschreven. Een belangrijk boekje voor ieder die te maken heeft met terminale zorgverlening, waaronder zeker vallen verzorgenden en verpleegkundigen. Maar ook nuttig voor familieleden van ernstig zieke patiënten, vrijwilligers en ambtsdragers. We nemen de slotzin uit het voorwoord over: “Tot slot, en niet in het minst, geldt voor een ieder van ons ‘bereid uw huis, want gij zult sterven.’ Wanneer het boekje daartoe een bijdrage mag leveren, heeft het aan zijn doel beantwoord.”

Ds. J.S. van der Net, De zeven kruiswoorden, 119 blz., f. 24,95, Uitgeverij Den Hertog- Houten. Voor mij ligt de tweede druk van deze bundel van zeven preken. Hieruit blijkt dat er behoefte bestaat aan het overdenken van de zeven kruiswoorden. We denken hierbij ook aan het bekende boekje van prof. Wisse over de zeven kruiswoorden. Het moge waar worden wat in het voorwoord staat geschreven: “De Heere geve dat deze lijdenspreken door Zijn Heilige Geest gebruikt zullen worden tot bekering maar ook dat deze lijdende Borg voor Zijn kinderen steeds meer waarde zal krijgen door het geloof.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's