Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bekeert u tot Mij, joel 2: 12 (ged.).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bekeert u tot Mij, joel 2: 12 (ged.).

Samenvatting toespraak ontmoetingsdag ‘Bewaar het Pand’ te Werkendam 21 april 2001.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is veel gaande in ons vaderland. Er is ook veel gaande in het kerkelijke leven. Er is veel oorzaak tot verontrusting en verootmoediging. Maar deze zaken worden slechts spaarzamelijk gevonden. Wat zouden land en volk van Nederland nodig hebben? Wat zou er nodig zijn in de kerken? Gods Woord geeft daarop het antwoord: Bekering. Onze tekst spreekt daarvan en wel onder bijzonder ernstige omstandigheden: Bekeert u tot Mij.

De profeet Joel heeft deze woorden van Godswege gesproken in een benarde situatie. Het land Kanaan was een land vloeiende van melk en honig, een bijzonder vruchtbaar land. Bovendien was Kanaan het land waar de Heere bijzonder wilde wonen en werken. Daar stonden eerst de tabernakel en later de tempel. Daar werd de dienst des Heeren waargenomen. Daar zond de Heere Zijn profeten uit om te prediken en te waarschuwen. Het land Kanaan was een bijzonder bevoorrecht land. Maar nu was er door de oordelen Gods verandering opgetreden. We lezen daarvan in Joel 1: 4 Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgegeten, en wat de sprinkhaan heeft overgelaten, heeft de kever afgegeten, en wat de kever heeft overgelaten, heeft de kruidworm afgegeten. In dit alles zien wij de toorn van God over de zonde en de afgoderij. Wat geschiedde in Kanaan zou moeten doen terugdenken aan de plagen van Egypte, dus aan de toorn van God over Egypte. Die toom rustte ten tijde van Joel op Kanaan. Ook Nederland is bijzonder bevoorrecht. Welk een welvaart is er na de tweede wereldoorlog niet gekomen. Maar ook in geestelijk opzicht heeft de Heere ons land bijzonder willen gedenken. Het werk der reformatie en der nadere reformatie heeft de Heere gewrocht. Maar wat hebben we met dit alles gedaan? Wat hebben we de Heere vergolden voor al Zijn weldaden aan land en volk van Nederland bewezen? We moeten het eerlijk zeggen dat ook in ons vaderland de afgoden worden gediend. Wat is dan nodig? Waarachtige bekering. Een afwenden van de afgoden en een dienen van God. Maar nu is ieder van nature een afgodendienaar. In dat opzicht geldt ook ons de eis van de waarachtige bekering. Bekering tot God is noodzakelijk. Het is nodig persoonlijk de afgoden vaarwel te zeggen en de Heere alleen te dienen. De Mammon wordt volop gediend in Nederland. Op het altaar van de Mammon worden duizenden gezonde dieren geofferd. Geld en welvaart staan bovenaan. Handelsbelangen gaan boven de normen van Gods Woord. Buigen ook wij nog neer voor de Mammon? Zoals de Heere sprak in de oordelen die kwamen over Kanaan, spreekt de Heere ook in al datgene wat er in ons land gebeurt. Ook in Nederland is sprake van een benarde situatie. Mogen we het opmerken? Het is niet toevallig dat juist in een tijd waarin de euthanasiewet door de Eerste Kamer is aangenomen mond- en klauwzeer heerst onder het vee. In de oordelen over Kanaan riep de Heere op tot een terugkeer tot Hem. Dat is een billijke eis. Zo is het ook in ons vaderland. De Heere laat niet alleen de prediking uitgaan, maar Hij roept bijzonder in de gebeurtenissen die wij nu meemaken op tot bekering. Ook nu geldt dat dit een billijke eis is die van Godswege klinkt. De Heere heeft er recht op dat hij gediend wordt. Ook door kerkmensen. Ja, bijzonder door kerkmensen. De Heere is hun Schepper en Onderhouder. Hij is hun Weldoener in algemene zin. Hij heeft hen gebracht onder Zijn Woord en de prediking van Zijn Woord. Is die eis gaan spreken en klemmen in ons leven? Werd de bede geboren: Heere, bekeer mij. Neig mijn hart en voeg het saam, tot de vrees van Uwen Naam. We schreven al dat kerkmensen ook bekering nodig hebben. Wanneer er over bekering wordt gesproken dienen we goed na te gaan wat hiermee wordt bedoeld. Wanneer hier alleen de voortgaande of dagelijkse bekering mee wordt aangeduid, deugt het niet. Dit dient vooral bedacht te worden in contacten en samenspre-kingen met andere kerken. We hebben ervan gehoord dat in zulke samenspre-kingen met andere kerken gesteld werd dat je aan kinderen niet mag leren vragen om een nieuw hart. Want een nieuw hart hebben zij al, zij zijn immers gedoopt en het zou een belediging van de Heere zijn hen te leren vragen om bekering. Wanneer de eis van wedergeboorte en waarachtige bekering niet meer zou klinken in onze kerken zijn wij van het Bijbelse spoor afgegaan. Dan hebben wij het spoor van Schrift en belijdenis verlaten. Dan bevinden wij ons niet meer in het spoor van de Afscheiding. De Heere behoede onze kerken daarvoor. Dat we blijven mogen bij de noodzakelijkheid van wedergeboorte en waarachtige bekering. De Heere werke bekering in ons vaderland, bij overheid en onderdanen, alsook in ons vorstenhuis. De Heere werke ook bekering in de kerken, in onze kerken. Het vinde weerklank in het hart wat we lezen in Joel 2: 12- 14 Nu dan ook. spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage. En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbend over het kwade. Wie weet. Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor den HEERE uw God.

Moge de Heere de waarachtige bekering werken, ook onder ons. Dan wordt ware Godskennis, zelfkennis en op Gods tijd ook Christuskennis geboren. Als God in het leven komt, kan een mens niet meer voortleven zoals hij altijd heeft geleefd. Gods Woord wordt dan immers tot een Lamp voor de voet en een Licht voor het pad. Mag u dat kennen? Mag u smeken: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? Mag er in beginsel gehoorzaamheid zijn aan de wil van God? Wie dat mag kennen zal de uitbreiding van Gods Koninkrijk begeren. Wie de Heere in waarheid mag vrezen zal smeken:

Uw Koninkrijk kome.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Bekeert u tot Mij, joel 2: 12 (ged.).

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's