Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tolerantie en Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tolerantie en Reformatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat werd Nehemia diep getroffen door hetgeen hij zag bij zijn terugkeer in Jeruzalem. Welk een verandering was er gekomen. Welk een afwijking van de wetten van de Heere. Bij zijn terugkeer naar Perzie leefde het volk bij het Woord van de Heere. De wacht des Heeren werd door de priesters en de levieten waargenomen. Men lette nauwkeurig op de aanwijzingen die de Heere had gegeven. Ze zorgden er voor dat alles plaats had zoals de Heere het wilde. Welk een zegen ging daarvan uit. Ook nu is dat het geval. Gezegend is de gemeente, die ambtsdragers heeft, die het Woord van de Heere brengen. De belijdenis, die gegrond is op het Woord van God, onverkort handhaven en oproepen tot een leven naar Gods wet. Diep werd Nehemia geraakt toen hij verslapping en aanpassing bemerkte. Hoe anders was het dan een aantal jaren geleden. Ditzelfde kan ook nu het geval zijn. Ontzettend is het wanneer er een tegenstelling is ontstaan met het verleden. Bij de geconstateerde situatie kon Nehemia zich niet neerleggen. Het bleef ook niet beperkt tot een gesprek. Daarvoor was de omstandigheid te ernstig. Gods huis, de tempel, was verontreinigd. De hogepriester Eljasib had in de tempel een grote kamer ingericht voor Tobia. Dit was een grove ontwijding van de tempel. Immers niemand behalve de priesters mochten er komen. Ook geen buitenlander en zeker niet een Ammoniet. En dat was hij! Deze daad was in strijd met wat de Heere had laten beschrijven! Geen Ammoniet of Moabiet mocht komen in de tempel van de Heere. Men had Israel in de woestijnreis niet willen voorzien van proviand en Bileam gehuurd om Israel te vloeken.

Niemand van de Midianieten of Moa-bieten mocht toegelaten worden tot de samenkomsten van de gemeente, of tot een van de feesten van Israël. Ze behoefden niet het land uitgezet te worden, maar ze mochten niet komen in de eredienst. Nu was Tobia niet alleen een Ammoniet, maar ook een grote vijand. Een vijand van de Heere en Zijn dienst. Hij zette alles in het werk om het werk van de Heere tegen te werken en indien mogelijk uit te roeien. Zeer slim ging hij te werk. Soms zeer sympathiek, maar hij bleek een wolf in schaapsklederen te zijn. Zo zijn er ook vandaag die zeggen dat ze gereformeerd zijn, maar de praktijk blijkt anders te zijn. Zijn slimheid, om niet te zeggen zijn sluwheid werd ook merkbaar in zijn huwelijks- en familieleven. Hij was getrouwd met een joodse vrouw. Zijn zoon kwam tot diezelfde stap. Hierdoor had Tobia invloed in Jeruzalem en briefwisseling ontstond tussen Tobia en gemeenteleden in Jeruzalem. De hogepriester Eljasib was Tobia zeer gezind. Hij gaf hem niet alleen een kamer in de tempel, Tobia mocht zich ook tegoed doen aan de voorraden die daar opgeslagen waren. De tienden van koren, most en olie. Alles was bestemd tot levensonderhoud van de tempeldienaren. Welk een daad, welk een houding en dat van de hogepriester. De gevolgen daarvan bleven niet uit. Bij de terugkeer ontbrandde bij Nehemia een heftige toorn. Hij was een kenner van Tobia. Zijn vijandschap was hem bekend. Zijn spottende blikken waren niet verdwenen. Zijn werk met Sanballat en Gesem onvergetelijk. Alles was gericht tegen de Heere en Zijn dienst. En nu de gezindheid, de houding van de hogepriester. Hardhandig trad Nehemia op. Hij maakte korte metten. Tobia’s meubilair werd uit de tempel-kamer gesmeten. Al het huisraad werd er uit geworpen. Zo staat het er! Dus weg er mee! Daarna vond de reiniging van het vertrek plaats. We kunnen zeggen: alle bacillen moesten er uit. Nehemia’s ijver was geen Jehu’s ijver, maar hij werd gedreven door de liefde tot de Heere en Zijn huis. Hij zette zich in voor terugkeer naar het Woord van de Heere. Het gezaghebbende Woord van de Heere moest het weer voor het zeggen hebben. Het ‘zo zegt de Heere’, ‘zo wil de Heere het’ waren zijn drijfveren. Hij kon zich beroepen op het Woord van de Heere. Naar dat Woord was er de deformatie gekomen. Dat hield in: vergaande achteruitgang. Heilige toorn vervulde hem bijzonder, daar de hogepriester zo’n voorbeeld voor het volk was. De invloed van het kwade zou niet uitblijven. De algehele terugkeer was zijn oogmerk. Hoe staan wij in het kerkelijke leven? Waar staan we naar? Waar willen wij ons voor inzetten? Voor de Heere en Zijn dienst? Voor het Woord van de Heere, wat betrekking heeft op heel het leven? In Nehemia zien we een afschaduwing van de Heere Jezus Christus. Hoe heeft Hij geijverd voor het huis van Zijn Vader. Laten we Johannes 2 er op nalezen. Een van de eerste dingen die Jezus in het openbaar deed, was de reiniging van de tempel. Op het paasfeest werd dit gedaan. Het feest van de verlossing, van de genade. Immers de Heere spaarde Israël, toen Zijn brandende toorn over Egypte ging. Men mocht wegschuilen achter het bloed. Het bloed van het paaslam. Toen Jezus de voorhof betrad, was er een drukte en groot lawaai. Het leek een marktleven. Geloei van koeien, geblaat van schapen. Het rammelen van geld. Offerdieren waren te koop. Geld kon gewisseld worden. Dit alles vond plaats in de voorhof. Welk een ontwijding. De voorhof is veranderd in een marktplaats. Die ontwijding was meer dan een enkel uitwendige ontheiliging. Zij was een gevolg van geestelijke inzinking. Zo werd het door niemand gezien. Er was een verandering een aanpassing, waaraan men zeker moest wennen, maar de offers werden gebracht en geld ontbrak niet. Men ging de offerkist niet voorbij. Vandaag wordt gehoord: het zit niet in de vorm, als het wezen er maar is. Echter de Heere vraagt eerbied en ontzag in ons gaan en verkeren in de kerk. Het is het huis van de Heere. ’s Zondags gaan we op Zijn dag naar Gods huis. Het gebed tot reiniging en heiliging van ons leven mag ons niet onbekend zijn. Wee onzer als het ontbreekt. Ons horen, bidden, zingen, offeren, zelfs ons spreken, betrekt de Heere in het oordeel en niet het ‘kom in’, maar het ‘ga weg’ kan gehoord worden. Erg is het als de Heere bestraffend spreekt en handelt en de onbekeerlijkheid blijft en er geen behoefte is aan de steeds reinigende kracht des Heeren en de heiligende genade door Gods Geest. Welk een wonder is het dan dat de Heere wegen en omstandigheden gebruikt zodat komt het uitzien naar Hem en Zijn heilswerk. Aflerend tolerant te zijn. Maar priester te zijn en zo te leven in kerk en samenleving in hartelijke verbondenheid aan Zijn Woord en Wet. Dan is het:

Hoe lief heb ik Uw woning

De tent o Hemelkoning

Die G’U ter eer hebt opgericht!

Erg is het, wanneer dit gelet de plaatselijke situatie niet gezongen kan worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Tolerantie en Reformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's