Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Adventsgedachte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Adventsgedachte

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“.... wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken”

Teleurstelling!

Dit is een woord dat na de donkere paradijsnacht met zwarte letters geschreven staat boven het levenspad van een iegelijk onzer. Wat al idealen die nooit verwerkelijkt, wat al verwachtingen die nooit verwezenlijkt worden. Ja teleurstelling zal het einde zijn voor de mens die als voorwerp van zijn verwachtingen geen hoger goed kent dan de aarde en wat van de aarde is. Doch Gode zij lof, daar is een volk op aarde wiens verwachting hoger klimt dan de aarde, hoger dan het sterrendak. De adventsprediker van het Oude Testament Jesaja predikt ons: “wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken”.

Welk een schone aanwijzing van Jezus’ ambt en bediening. Welk een profetie van hetgeen Gabriels mond eenmaal zou noemen: “En gij zult Zijn Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden”. Deze verwachting dus heeft tot inhoud en voorwerp Jezus, de Zaligmaker.

Voorwaar, indien Jezus niet in de wereld was gekomen, de ganse aarde was één pessimisme. Geen moed om te leven, geen hoop in het sterven, geen vrede bij God, zou er kunnen bestaan, doch nu dalen deze voor de arme zondaar zo heerlijke en noodzakelijke vruchten af van Hem, Die is de boom des levens, Die is de verwachting van al Zijn volk. Immers het verwachten, dat hopend verlangen, dat gelovig verbeiden, het is een vrucht van de Heilige Geest. Het is het kenmerk van het overblijfsel naar de verkiezing der genade en die verwachting wordt nooit beschaamd. Want in het uitzien naar de Heere en dat zeggen: “Heere, ik hoop op Uw Woord”, in dat verwachten aanschouwt de Heere de vruchten van Zijn eigen werk en vervult Hij de belofte van Psalm 65: “En hebbende het land begerig gemaakt, verrijkt Hij het grotelijks”.

Immers Bethlehem is het antwoord op het vragen der wenende aarde: “Och, of Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt”. Welnu, de hoop van de vaderen, het voorwerp van hun verwachting, heeft God neergelegd in Bethlehems kribbe en de herdenking van dit gezegende heilsfeil wenkt ons in de verte. We zijn thans in de weken, die reeds vanaf de 6e eeuw door de kerk als adventsweken worden beschouwd. Advent, het wil zeggen: Hij komt. Ja, Hij komt, Hij is gekomen, en Hij komt altijd door, in de Geest, tot degenen die Hem verwachten tot zaligheid. De dagen worden al korter en donkerder. Het wijst ons op het snel heenvlieden van de tijd en de vergankelijkheid van dit aardse leven. Doch Bethlehems kribbe staat bij het graf van het wegstervende jaar en predikt ons: “Doch Gij, Heere, blijft in eeuwigheid en Uw gedachtenis is van geslachte tot geslacht”.

Donker is het in de wereld van de volkeren, donker in de kerk, donker ook in zo menig hart van Gods volk. Doch Bethlehem predikt ons, dit is het Licht, hetwelk verlicht een iegelijk mens komende in de wereld. God heeft in Bethlehem neergelegd het onmetelijke geschenk en de onuitsprekelijk rijke gave uit Zijn eeuwig welbehagen. Dat is een gave die altijd doorgeeft. Een gave voor de arme en nooddruftige. “Armen heeft Hij met goederen vervuld, maar rijken heeft Hij ledig weggezonden”. Moge u en ik, die kent die armoede van de geest, maar ook dat verwachten van Hem, Die al onze nooddruft voor tijd en eeuwigheid kan vervullen, wakende en biddende gevonden worden aan de troon der genade temidden van de tijden van nood en donkerheid. Die verwachting zal niet falen, schoon alles ons ontvalt. Die hoop doet al ons leed verzachten, komt, reisgenoten, ’t hoofd omhoog. Reizen we zo Kerstfeest tegemoet? Reizen we zo dood en eeuwigheid tegemoet? Ja, reizen we zo Sion tegemoet? Dan zullen we verwaardigd worden om ten volle te verstaan: “en Hij zal ons zalig maken”. Om dan de stad in te gaan die fundamenten heeft. De poort te doorschrijden die geopend is voor allen, die Hem verwachten tot zaligheid, en

Wie de poort wordt ingeleid,
met de stoet van Godgetrouwen,
mag des Heeren lieflijkheid,
mag de zoon van God aanschouwen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Adventsgedachte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's