Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AFSCHEID DRS. A. VAN DER ZWAN VAN DE GEMEENTEN THOLEN EN OUD-VOSSEMEER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AFSCHEID DRS. A. VAN DER ZWAN VAN DE GEMEENTEN THOLEN EN OUD-VOSSEMEER

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

J.l. 2 november nam drs. A. van der Zwan afscheid van de gemeenten Tholen en Oud-Vossemeer, die hij ruim 3 1/2 jaar diende. De afscheidsdienst - die aanving om half drie ’s middags - werd gehouden in de Ned. Herv. Kerk te Oud-Vossemeer. Behalve gemeenteleden van de beide gemeenten, waren er vele genodigden en belangstellenden - o.a. uit de gemeente Sliedrecht-Bethel - aanwezig.

Na stil gebed, votum en groet wordt er gezongen ps. 77:7 en 8. Ds. Van der Zwan leest Filippensen 2:1-18 en - na het zingen van ps. 17:3 - de Dordtse Leerregels, hfdst. III/IV par. 11 en 12. De tekst van afscheid is Filipp. 2:12-16: ‘Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven; want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen. Doet alle dingen zonder murmureren en tegenspreken; opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht, onder welke schijnt als lichten in de wereld; voorhoudende het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet tevergeefs heb gelopen, noch tevergeefs gearbeid’.

Ds. Van der Zwan gaat voor in gebed en draagt o.a. ouderling Otte op die wegens ziekte de dienst niet kan meemaken. Hierna wordt er gezongen ps. 34:6 en 7; ondertussen vindt de collecte plaats. Vervolgens bedient ds. Van der Zwan voor de laatste keer als predikant van de beide Thoolse gemeenten, het Woord.

De scheidende dienaar zegt samengevat het volgende.

Het moment van afscheid nemen is nu werkelijk aangebroken. Allerlei werkzaamheden werden afgerond, soms afgebroken. Vele gemeenteleden hebben we de afgelopen week de hand gedrukt. Afgelopen zondag hebben we in beide kerkgebouwen, waar we zulke goede uren beleefd hebben, geluisterd naar Mozes’ afscheidspreek. Nu willen we niet alleen terugblikken, maar ook vooruitzien. Daarvoor is een tekst uit de Filippenzenbrief heel geschikt. Paulus neemt als gevangen apostel ook afscheid. Van een gemeente die als eerste in Europa het evangelie mocht horen. Er was een bijzondere hechte band tussen Paulus en Filippi. In geen enkele brief is Paulus zo mild in zijn vermaningen.. Evenwel roept de apostel de gemeente ertoe op eensgezind te zijn in de Heere.

Ds. Van der Zwan ziet overeenkomsten. Er zijn banden gevallen met Tholen en Oud-Vossemeer. Toch vermaant de scheidende dominee ook zijn eerste gemeente(n) eensgezind te zijn in de Heere. En hoe kan dat beter dan - in navolging van Paulus - heen te wijzen naar de bron: de Heere Jezus Christus en Zijn werk.

Het thema van de afscheidspreek is: Paulus spoort de Filippenzen aan te leven in de stijl van Christus. Drie gedachten: 1. Het geheim van dat leven. 2. Het karakter van dat leven. 3. Het perspectief van dat leven.

Om als eerste het geheim van het leven in de stijl van Christus trachten te verstaan, moet de tekst in zijn verband gelezen worden. In de verzen 1-4 van Filipp. 2 vermaant de apostel de gemeente tot standvastigheid, eensgezindheid met elkaar en nederigheid tegenover elkaar. In de verzen 5-11 wordt deze oproep in verband gebracht met het optreden van de Zaligmaker Zelf. Als Paulus daarover gaat spreken, gaat hij eigenlijk zingen.. De Zoon van God Die Zich heeft vernederd, de gestalte van een slaaf heeft aangenomen en gehoorzaam geweest is tot de dood van het kruis. Christus is daarin voor de Zijnen niet alleen Borg geweest, maar ook Voorbeeld. Hij is niet alleen Priester, maar ook Profeet en Koning. Vandaar de oproep in vers 5: dat gevoelen, dat in Hem was toen Hij Zich voor anderen vernederde, Zichzelf verloochende, moet ook in u gevonden worden. Vanuit de prediking van de vernederde en verhoogde Christus komt de opdracht op: ‘Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven..’, een oproep tot heiligmaking. ‘Want het is God Die in u werkt beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen’. Beide teksten lijken met elkaar in tegenspraak te zijn. Maar het is een geheim waarvan elke gelovige iets gaat verstaan. De Heilige Geest leert het: de heiligmaking is geen tegenprestatie van mij maar voortgezet werk van God in Christus in mijn leven, waarbij hij me heilig actief maakt, mijn wil vernieuwt en als een goede boom goede vruchten laat voortbrengen. De verhouding tussen Zijn werk en mijn werk komt op een subtiele wijze tot uiting als we het ‘werken’ uit vs. 13 vergelijken met hetzelfde werkwoord in vs. 12. In het laatste vers is het meer een ‘uitwerken’, een ‘afwerken’. ‘Want waarom wordt gij een christen genaamd? Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus ben en alzo Zijner zalving deelachtig, opdat ik Zijn Naam belij-de, en mijzelf tot een levend dankoffer Hem offere, en met een vrij en goed geweten in dit leven tegen de zonde en de duivel strijde..’ (Heid. Cat). In de stijl en kracht van Christus, en op Zijn kosten, mag en kan een kind van God zijn zaligheid uitwerken.

De tekst is in zekere zin een woord voor bekeerden. Maar laat dat niet tot het misverstand leiden dat de HEERE onbekeerden toestemming geeft voor geestelijke luiheid. Ook vanmiddag mag het bevel van bekering en geloof als een laatste appèl klinken tot het hart van degenen die nog niet voor Koning Jezus gebogen hebben. Wie met vreze en beven tot de HEERE vlucht, zal merken dat het aan Zijn voeten zo meevalt. Degenen in de gemeenten die ‘door het geloof een lidmaat van Christus zijn’, worden aangespoord waakzaam te zijn en nauwkeurig in het dienen van de HEERE, ook ‘in mijn afwezen’ - als de dienaar afscheid neemt.

Paulus geeft ook het karakter van dat nieuwe leven aan, hoe het leven van de heiligmaking in de stijl van Christus er in de praktijk uitziet. ‘Doet alle dingen zonder murmureren en tegenspreken, opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht, onder welke gij schijnt als lichten in de wereld’. Ds. Van der Zwan zegt het Paulus na: ‘Doet alle dingen zonder murmureren en tegenspreken’. Laat er binnen de gemeenten én tussen de gemeenten eensgezindheid en onderlinge liefde zijn. U die een volgeling van de Heere Jezus bent geworden, doe de dingen die God van u vraagt zonder murmureren, eenvoudig en bereidwillig. Een praatgodsdienst is geen godsdienst. Als we - naar een voorbeeld van de puritein Richard Sibbes - de geestelijke dingen alleen maar bepraten en beredeneren, heeft dit alles weg van de wijze waarop natuurkundigen over eten praten: ze beredeneren welke bestanddelen erin zitten zonder het voedsel tot zich te nemen en er kracht uit te putten.

De mate waarin het geloof en zijn vruchten in de gemeente te zien is, is belangrijk met het oog op de wereld om ons heen. Daarom roept Paulus de Filippenzen ertoe op te schijnen als ‘lichten in de wereld’. Hoe kunnen ze dat? Van nature zijn ze immers net zo verdorven als alle andere mensen. Ze kunnen alleen licht geven omdat ze beschenen worden door de Zon der gerechtigheid. Maar hoe kunnen de Filippenzen nu dat schijnsel van de Zon der gerechtigheid weerkaatsen, zodat er iets van hen uitgaat? Vs. 16 spreekt over ‘voorhoudende het woord des levens’. Dan moet het Woord van God een lamp voor de voet en een licht op het pad zijn. Dan moet een kind van de Heere - toen en nu - dicht bij het Woord van de Heere leven, dat Woord vasthouden, vóór je houden. In Zijn Woord en door Zijn Woord - toegepast door de Heilige Geest - schijnt het licht van Christus over het levenspad van in zichzelf arme zondaren. Paulus spoort ertoe aan om in de stijl van Christus te leven. Want heeft de Zaligmaker-tijdens Zijn leven op aarde - niet volmaakt als het Licht der wereld geschenen? Het was immers Zijn spijze om te doen de wil van Zijn Vader. Als Borg is Hij volkomen gehoorzaam geweest. En die gehoorzaamheid wordt Zijn volk door het geloof toegerekend, zodat Hij als Voorloper de weg gebaand heeft, die de Zijnen door genade achter Hem aan leren gaan. Dat leven weg wil de vertrekkende dominee de gemeenten nog éénmaal aanwijzen en aanprijzen.

Tenslotte geeft (alleen) het leven in de stijl van Christus perspectief. De gelovigen hebben wel een strijd op aarde, hebben vijanden van binnen en van buiten, ervaren dat het een hele worsteling is om zichzelf te verloochenen en het licht van God helder te laten schijnen. Maar aan het einde van de strijd - op de dag van Christus - wacht hen de kroon der heerlijkheid. Op die dag waarop iedereen -vrijwillig of gedwongen - belijden zal dat Jezus de Heere is. Ds. Van der Zwan spreekt het Paulus na: gemeenten, laat ik onder u niet ‘tevergeefs gelopen en gearbeid’ hebben. Als dat zou blijken op de grote dag, dan zullen de grootste voorrechten die u hebt genoten eeuwig tegen u getuigen! Laat dat andere woord over mogen blijven: ‘roem’. Dit is geen eigenroem. De apostel wijst van zichzelf af. Hij ziet uit naar de vrucht die de eeuwigheid zal openbaren, om zo in God Drieënig te eindigen: ‘Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht, Uw vrije gunst alleen wordt d’ere toegebracht’. Het is de diepste wens van ds. Van der Zwan geweest, met alle lek en gebrek en met alle zondigheid van dien, dat de gemeenten van Tholen en OudVossemeer deze psalm hier zouden oefenen om hem op de grote dag van Christus’ komst zonder wanklank zuiver te kunnen zingen. Daarom geliefden: geloof in Christus, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven.. Houdt voor u het woord des levens, dat u verkondigd is, en leg daarom in uw hart mijn rede weg. Amen.

Als antwoord op de prediking wordt gezongen ps. 119:6 en 9. Ds. Van der Zwan gaat voor in dankgebed. De laatste twee verzen van ps. 90 worden gezongen. Voor de laatste keer als herder en leraar van Tholen en Oud-Vossemeer spreekt ds. Van der Zwan de zegen uit.

Er volgen toespraken: eerst van burgemeester W. Nuis namens de gemeente Tholen, daarna van ouderling F.W. Simons namens de plaatselijke kerken en vervolgens van de consulent van Tholen, ds. M.J. Oosting, namens de classis Middelburg. Tot slot spreekt ouderling D A. Aarnoudse uit Oud-Vossemeer een afscheidswoord namens de beide kerkenraden en gemeenten. We waren blij toen u in januari 1999 meedeelde het beroep naar onze gemeenten te hebben aangenomen. De tijd is omgevlogen. U mocht op een heldere enduidelijke wijze, met de door u geschonken gaven ons het Woord voorhouden. U zei nogal eens ‘laten we het Woord aan het woord laten’. U maakte blijde en droeve dingen mee. Naar de mens gesproken vinden we 3,5 jaar veel te kort, maar u meende het beroep naar Sliedrecht te moéten aannemen. Ook dank aan zr. Van der Zwan. De Heere zegene u als pre dikantsgezin in de nieuwe gemeente. Br. Aarnoudse geeft de scheidende predikant 1 Tim. 4:16 mee en laat hem staande ps. 115: 8 en 6 toezingen. Ds. Van der Zwan beantwoordt de toespraken. Tot slot klinken de (gezongen) woorden van ps. 72:11: ‘Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen..’.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's

AFSCHEID DRS. A. VAN DER ZWAN VAN DE GEMEENTEN THOLEN EN OUD-VOSSEMEER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's