Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dordt voor jou (9)

Voor de tweede keer schrijven wij iets over “Gods verkiezend handelen en de jonggestorven kinderen van de gelovigen”. De vorige keer heb ik jullie erop gewezen dat de D.L. allereerst wijzen op de belofte van het genadeverbond. Deze beloften moeten in jouw leven in de weg van wedergeboorte, bekering en geloof persoonlijk toegeëigend worden. Bij jonggestorven kinderen is dit niet na te gaan. Wij moeten ook van hen zeggen dat ze in zonde ontvangen en geboren zijn en daarom aan de verdoemenis onderworpen zijn, maar dat zij in Christus geheiligd zijn. De uitverkiezing van zulke kinderen is voor ons verborgen. De HEERE heeft door de Heilige Doop de beloften van het genadeverbond betekend en verzegeld aan de voorhoofden van deze kinderen. Dat dient voor een vader en moeder stof tot gebed te zijn. Onze D.L. wijzen in artikel 17 dan ook op de verantwoordelijkheid van de ouders. Daarom willen we stilstaan bij de plaats van jonggestorven kinderen in het gezin.

Hun plaats in het gezin

De Dordtse Leerregels spreken namelijk over ‘kinderen der gelovigen’ en ‘godzalige ouders’. De aandacht wordt gevestigd op de ouders van een jonggestorven kind. Ik weet uit de praktijk dat zulke ouders het soms erg moeilijk hebben met zulke uitspraken. Je moet het maar meemaken, datje een kind naar het graf hebt gebracht en je weet van jezelf niet of je een gelovige vader of moeder bent. De vraag die aan onze Dordtse vaderen gesteld mag worden is; wat houdt dat precies in? En hoe zit het met kinderen van ouders, die nog niet kunnen zeggen dat ze kinderen van God zijn? Nu kende de Kerk in de dagen van de Dordtse Synode een zeer ruime dooppraktijk. In de eeuwen daarna werd de dooppraktijk er niet beter op, toen de Vaderlandse Kerk uitgroeide tot een volkskerk. De mannen van de Nadere Reformatie hebben erg geworsteld met de vraag; wat wordt verstaan onder gelovige ouders?

Is dat in ruimere zin bedoeld, namelijk het historisch geloof ( met je verstand geloven dat God bestaat en Zijn Woord de waarheid is). Of bedoelen ze het zaligmakend geloof ( Zie zondag 7). Onze Dordste vaderen bedoelen het laatste, want ze hebben de gelovigen nader omschreven als ‘Godzalige ouders’. Het gaat hier over ouders die in hun levenswandel laten merken dat ze God vrezen. Zulke ouders worstelen ook voor het zielenheil van kinderen. Ze vragen aan de HEERE of Hij de beloften van het genadeverbond in hun leven wil toepassen door het werk van de Heilige Geest. Zij weten dat ze zelf zondaren zijn, die zondaren ter wereld hebben gebracht. Maar ze weten ook dat de Heere Jezus gezegd heeft: “Laat de kinderen tot Mij komen en verhinder ze niet” en “Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen en in Zijn schoot dragen”. Dat zijn niet alleen ouders, die hun kinderen begeleiden in hun huiswerk, kleren voor hen kopen, zorgen dat ze gezond eten, enz., maar hun kinderen erop wijzen dat ze een nieuw hart moeten krijgen. Zij trachten het gezinsleven in te richten naar Gods Woord. Ze houden allerlei werelds vermaak buiten de deur. Ze willen geen televisie, geen zondige video’s, geen verkeerde lectuur, in huis hebben. Ze zoeken naar een sfeer in het gezin, dat doortrokken is van de vreze des HEEREN. Ze doen dit met vallen en opstaan. Ze zijn niet zonder zonden. Ze worstelen telkens om de vergeving van zonden over hun opvoeding. Het is hun verlangen om heel hun gezinsleven in te richten overeenkomstig Gods geboden. Toets je ouders daaraan? Spreek ze op een beleefde manier erop aan? Immers de keerzijde is dat ongelovige ouders hun kinderen meeslepen naar het verderf. Zij maken zich geen zorgen om de ziel en zaligheid van hun kinderen. Ze zijn oppervlakkig in het waarnemen van hun godsdienstige verplichtingen, slordig in hun levensstijl, slap in het bestrijden van de zonde. Ik weet wel dat er ouders zijn die in hun gemis lopen.

Ze kennen het nieuwe leven niet en worstelen daarom. Ondertussen proberen ze hun gezinsleven in te richten overeenkomstig Gods Woord.

Zij sturen van harte hun kinderen naar een reformatorische school, ze stimuleren het verenigingsleven, ze zijn samen met hun kinderen betrokken bij de catechisatie en de prediking. Ouders die met smart constateren dat ze de waarachtige vreze des HEEREN moeten missen. Leg dit voor de HEERE neer, Hij zal u genadig zijn. Jongelui laat het bovenstaande voor jullie een aansporing zijn om de HEERE te zoeken. Vraag of je zo het huwelijk mag ingaan.

Godzalige ouders weten door het geloof de troost uit de belofte van het genadeverbond te halen, als ze bittere dingen moeten meemaken met hun kinderen.

Hun plaats in de eeuwigheid

Is met het bovenstaande alles gezegd over dit gevoelige onderwerp?

Absoluut niet. In het pastoraat is ieder geval weer anders. Wij kunnen en mogen niet oordelen. William Perkins schrijft ergens: “Het ligt nu eenmaal niet in onze macht om uit te maken wie van de jong gedoopte kinderen uitverkoren zijn of niet.” Godzalige ouders mogen deze troost door het geloof omhelzen. We kunnen echter niet zeggen, dat alle jonggestorven kinderen van onbekeerde ouders verloren zijn. Denk aan het kind van de goddeloze koning Jerobeam. Zijn kind werd van hem afgenomen, omdat de HEERE er iets goeds in gelegd had. (1 Kon.14:13) Weggenomen voor de dag van het kwaad. Dit kind heeft God tot zich genomen als een kleine bloem in Zijn hemelse tuin ( Uitspraak van Rutherford). De HEERE klaagt in Ezechiel 16: 21 ontrouwe ouders aan, hoe ze hun kinderen voor de Moloch door het vuur lieten gaan. De HEERE spreekt dan van ‘Mijn kinderen’. Er zijn kinderen in de hemel, dat is wel zeker. We lezen in Openbaring 20:12: “En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God”.

God is rechtvaardig in Zijn oordeel, Hij vergist zich niet. Hij houdt er een schare op na, die niemand tellen kan. Daar zijn kinderen onder, opdat de Schrift vervuld wordt: “Uit de mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest.”

Ontvang de hartelijke groeten van jullie vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002

Bewaar het pand | 12 Pagina's