Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het onuitputtelijke wonder van Bethlehem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het onuitputtelijke wonder van Bethlehem

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond...’

We mogen samen weer overdenken de geboorte van Gods Zoon. Misschien zegt u wel: ‘Kan een feit van zóveel eeuwen geleden nog wel nieuwe stof geven tot herdenking? Elk jaar opnieuw wordt het geboodschapt in Gods huis. Elk jaar opnieuw wordt het op allerlei manier gevierd. Moet daar de glans en de kracht niet van afgaan?’

Och, bij velen is dat in wezen zo. Zij spreken wel van het Kind in de kribbe en proberen in de sfeer van deze dagen te komen. Maar men gaat voorbij aan het wonder en ziet niet waarom dit Kind moest komen. Er is geen erkentenis voor God van de ongerechtigheid en schuld en daarom ook niet van de liefde Gods bewezen in de zending van Zijn Zoon. Dan kan er geen glans en kracht liggen in de viering van dit feit. Het is eindelijk een Kerstfeest van benedenuit, dat met een paar dagen voorbij is. Maar voor wie, in waarheid, het wonder van het Godsgeschenk in de kribbe werkelijkheid wordt, voor die krijgt dit heilsfeit een onuitputtelijke inhoud.

Dan spreekt het wonder, van-God-uit. En aan de beleving van dat wonder komt nooit een eind.

De evangelist Johannes vertolkt dat wonder. Hij brengt net zo goed het Evangelie van de geboorte als Lucas. Niet door het vermelden van de geschiedenis, waarnaar we zo graag in deze dagen horen. Maar in de boodschap van de achtergrond in God Zelf. Zijn evangelie is de sleutel tot de anderen. De Heilige Geest heeft hem geïnspireerd om de diepte van het wonder te boodschappen. Hij predikt de geboren Koning in dit Woord: ‘En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond...’

Het Woord! Zó noemt de apostel Johannes de Christus. Hij sprak maar niet het Woord. Hij was en is het Woord. Dat Woord was er al. Van eeuwigheid was het bij God. Het is Zelf God. Dat Woord is openbaar gekomen bij de Schepping. Alles is er door Hem. In dat Woord is het leven en het licht. De oorsprong van het Kind van Bethlehem gaat terug naar de eeuwigheid.

Maar nu wat wonder. In deze wereld, waarin het licht door onze schuld in donkerheid is veranderd, waar het leven de dood is geworden, daar wordt dit waar: ‘En het Woord is vlees geworden’. Tekenend is hier het woordje ‘en’. Er is een vervólg voor een verloren zondaar. Van zijn kant verloren. Niets meer te verwachten. Het licht gedoofd. Het leven kwijtgeraakt. Maar nu gaat God opnieuw beginnen in het vleesgeworden Woord. Het Woord vlees! Wat een geweldige tegenstelling. Het Woord dat is het eeuwige, het onvergankelijke. In het Woord is het licht en het leven. En dan.... het vlees. Dat is het sterfelijke en het vergankelijke. ‘Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem des velds’. Wat wij nog aanzien voor heerlijkheid in allerlei eigenschappen van de mens is uiteindelijk niets tegenover de Heilige God. Vlees.... het tekent het bestaan van een zondaar. Dat bestaan is van God gescheiden. Wij hebben God verlaten We leven buiten God. Vol zwakheid, vol van verdorvenheid is ons bestaan. Het is niets anders dan verwerpelijk voor God.

Hoe kan het?! Toch is het waar. Als het Kind van Bethlehem geboren wordt, schrijft God boven de kribbe: ‘Het Woord is vlees geworden. Met ons ellendig vlees en bloed, bekleedt Zich hier het eeuwig goed’ (Luther). In dat vlees is God ingedaald, het eeuwige Gods Woord. Hij verandert niet in vlees. Hij is gebleven wat Hij was: het Woord. Hij is geworden, wat Hij niet was: vlees. Juist dat grote verschil spreekt van Zijn diepe vernedering. En daarachter en daarin wordt de peilloze liefde gepredikt van Gods Zoon in Zijn nederdalen in deze diep-verloren wereld. Wij kunnen proberen in onze woorden weer te geven wat dat betekent, maar dat zijn toch onze woorden te arm voor: zo onuitputtelijk is het wonder van Zijn komen. Vrijwillige liefde is het, Die Hem gebracht heeft in de kribbe en in deze duisternis.

Is dat ooit voor u een wonder geworden? Dat het een wonder is, dat zegt onze mond gemakkelijk genoeg. Zo orthodox zijn wij wel! Wij weten het van jongsaf. Maar zo zijn we niet voor God. Voor God zijn we eigenlijk vijanden van dat wonder. Willen we niet bekennen vlees te zijn. Vallen we niet in de schuld tegenover de Heere. O, Hij is ook vlees geworden om Zijn Geest te verwerven. Die Geest, Die neerdaalt op het vlees, en het vlees ontdekt en in zijn armoede en ellende voor God brengt. Gelukkig, die dat in waarheid verstaat op Kerstfeest. Geen Kerstfeest zonder te leren: ‘Vanuit mij nooit; vanuit mijn vlees geen goeds.’ Die krijgen dat wonder nodig. Voor die wordt het zo nameloos groot: ‘Het Woord is vlees geworden’. Die leren meer en meer in dat licht het wonder spellen. Het wonder van de liefde Gods, waardoor Hij is gaan wonen onder verloren mensenkinderen.

Nee, Johannes is nog niet klaar met het boodschappen van het wonder: ‘En heeft onder ons gewoond’. Vertaald kan ook worden: ‘En Hij heeft onder ons getabernakeld’. Vanaf de Sinaï tot in het land der belofte heeft God willen wonen temidden van Israel in de tabernakel, de tent der samenkomst. Dat is nu vervuld in Hem, Die voor een tijd is gaan wonen onder schuldige mensenkinderen. Temidden van doden. Van dwazen en ongehoorzamen. Van mensen die uit zichzelf niet naar God vragen en alleen maar tegen Hem ingaan. Wij wonen niet graag in een beruchte straat, waarvan de bewoners met verachting worden aangezien. In het midden van zulken heeft Hij willen wonen om Gods heerlijkheid te openbaren. O, het was niet vreemd geweest, als God was neergedaald om die ‘ons’ te verteren met de stralen van Zijn Goddelijke heiligheid. Het was alleen maar recht geweest. En nu gaat Hij voor hen, uit louter welbehagen, in de tijd van Zijn inwoning voor de schuld van zulke zondaren de prijs betalen, die zij tot in der eeuwigheid niet kunnen voldoen. Nu gaat Hij op deze gevloekte aarde de gemeenschap verwerven, die zij zijn kwijtgeraakt. Nu gaat Hij voor onrei-nen en onheiligen, die het met schaamte leren bekennen dat ze niet anders zijn, heiligheid kopen, zodat ze zonder vlek en rimpel voor God gesteld zullen worden. Dat blijft er énkel liefde en énkel welbehagen over. De liefde des Vaders dat Hij hem daarin deed nederdalen. De liefde des Zoons dat Hij zo’n volk verkoren heeft om daaronder te wonen. De liefde des Heiligen Geestes, Die naar Gods vrije gunst zondaren onderwijst in wie zij zijn en in dit Gods geschenk het uitzicht op het eeuwige leven ontsluit, alleen door gerechtigheid uit Hem. Zult gij zó Kerstfeest vieren? Of hebt u genoeg aan alles wat aan de buitenkant is? We kunnen er veel over klagen dat zovelen opgaan in allerlei dat met dit heilsfeest niets te maken heeft. Het is inderdaad een vertoon van armoede. Maar... hoe is het met óns? Als wij niet anders hebben dan een beetje gevoel en sfeer of vrome stemming zonder meer, dan blijft er ook niets over van wat dit heilsfeest betekent. De Heere roept vanwege het vleesgeworden Woord in het heden der genade verloren zondaren. Hij is de Machtige om zondaarsharten te verbreken. Ga er niet aan voorbij. De poorten van Bethlehem zijn open om tot God te vluchten, in de komst van dit Kind.

Zalig, Die Hem zo door een waar geloof mag omhelzen als het vleesgeworden Woord. Uw weg gaat door deze aardse woestijn. Vaak vol moeiten en strijd. Vol van aanvechting. Vol van allerlei noden. Zo is de weg van Gods Kerk hier op aarde. Maar het is de weg waarop Hij Zijn voetstappen heeft willen zetten. Daarin ligt de kracht en troost. Hij heeft onder hen willen zijn! Door de bediening des Geestes wordt de kracht er van gekend. Maar om Hem, die vanboven-uit heeft willen neerdalen is er ook uitzicht op hemelse zaligheid. Hij leidt hen door dit tranendal naar de eeuwige gemeenschap met God.

Dan zal God eeuwig bij hen wonen. Dan wordt het eeuwig waar: ’Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 2003

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het onuitputtelijke wonder van Bethlehem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 2003

Bewaar het pand | 12 Pagina's