Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PROF. VAN DER MEIDEN 3 : TEKST EN PREEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PROF. VAN DER MEIDEN 3 : TEKST EN PREEK

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke zondag moet er gepreekt worden. De zondag en de prediking horen bij elkaar. Dit is geen traditionele zaak, maar een Bijbelse eis. Steeds moet het vierde gebod voor de aandacht staan en gelet worden op wat de opgestane Heere Jezus, de Kerk-Vorst deed op de eerste dag van de week namelijk op de zondag. Welk een opdracht gaf Hij aan de discipelen en in hen aan de kerk, de gemeenten, ’s Heeren dienaren worden daarom zondag aan zondag geroepen om te preken. Wanneer het nu over preken gaat, moet vanzelf ook gedacht worden aan preken maken. Dit is geen gemakkelijke zaak. Wie er zo over denkt, of gaat denken, beseft niet dat men Gods Woord moet preken. Het Woord van de Heilige God. En welk een inhoud heeft het. Tevens wordt voorbijgezien, wie men zelf is en blijft. Wanneer de gerichtheid op het Woord afneemt, en zelfs niet toeneemt, mag men wel zichzelf onderzoeken in het licht van Gods Woord of men een geroepen dienstknecht is. Wie op de school van de Heilige Geest komt, ontvangt Godskennis en zelfkennis. En die kennis blijft niet beperkt tot een bepaalde tijd, maar gaat door tot het einde van het leven. Maar er is meer. Wanneer er afhankelijk, biddend gewerkt wordt, ook in betrekking tot de zondag, zal de persoonlijke vrucht niet uitblijven. Elke dienst wordt begonnen met het votum, de zegengroet en geëindigd met de zegenbede. De bedelende dienaar, die zichzelf zondaar weet en bewust is een verduisterd verstand te hebben, zal de inhoud van wat hij uitspreken mag verstaan en dieper, rijker kennen. Door van der Meiden werd dit onderstreept en in de 21e eeuw leeft Gods dienaar daarbij. Hij moet het ervan hebben. Voor het werk en voor zijn hart, want ook hij wordt uit genade zalig! Nu weten we dat aan het preken maken, de tekstkeuze vooraf gaat. De preek moet opgebouwd worden uit de tekst. Voor de tekst moet regelmatig gebed zijn, want tot de juiste tekstkeuze moet men geleid worden. Men zal dan bewaard worden voor eenzijdigheid. Daartoe kan men komen wanneer men zelfbepalend met de Schrift omgaat. Men is dan ook met het preken maken in een korte tijd klaar en in een tweede of derde gemeente is men er zeer spoedig mee klaar. Worstelingen zijn er dan niet en is er ook geen vragen om gegrepen te worden door een tekst. Van der Meiden heeft steeds benadrukt dat de studeerkamer een bidvertrek moet zijn. Een predikant moet ook denken aan het kerkelijk jaar. Tot dat jaar behoren ook de feestdagen. Op die dagen dienen de heilsfeiten te spreken. De rijke historische gedeelten mag men niet voorbijgaan. Van der Meiden zei: die gedeelten hebben er recht op dat ze in de prediking een ruime plaats hebben. En de gemeente verwacht, dat er gepreekt wordt onder andere uit Lukas 2 of Matth. 28.

Door hem werd ook onderstreept, dat steeds de tekst in de preek behoort te spreken. Niet slechts noemen, of gebruiken als een kapstok. Voluit, de volle raad van God moet verkondigd worden. Nimmer mag vergeten worden dat de gemeente aan de zorg is toevertrouwd. Ook zij heeft er recht op dat verkondiging van Gods Woord en geestelijke leiding samengaan. Beide dienen exegetisch gefundeerd te zijn. In beide moet het Woord spreken. Het is niet overdreven dat men de kansel gekarakteriseerd heeft als de gevaarlijkste plaats in de wereld. Het gaat op de preekstoel mis, wanneer niet centraal staat, wat de Heere zegt en leert. Steeds moet men zich bewust zijn: op de kansel heb niet ik het woord, maar dien ik het Woord van de Heere. Van der Meiden keerde zich tegen het bevredigen van mensen. Hij legde in zijn onderwijs de nadruk op het Bijbelsverantwoordelijk omgaan met de mensen. Met jongeren en ouderen. Blijvend moet het een dienaar beheersen: zeg ik wel voldoende, wat de Heere zegt. Daarom moet het gebedsleven voorop staan. Telkens komen we het tegen dat op de studeerkamer biddend, luisterend gestudeerd moet worden. Luisteren moet zelfs gezien worden als een levenszaak. Nagespeurd moet worden wat de tekst zegt, wat de inhoud is en in welk een verband hij staat. Het kennen van alle regels voor het maken van een preek moet benut worden, maar de persoonlijke betrokkenheid mag niet ontbreken. Anders is men een letterknecht. Men moet kennen de hartenklop van de liefde en de scherpte van de toorn des Heeren. De levende kracht van Christus’ bloed en dat naar het woord van Calvijn in de prediking laten druppen. Door de machtige werking van de Heilige Geest is er steeds opening van het Woord des Heeren. Ontvangt men licht, verlichting en inzicht, moed en vaardigheid om te preken. Men wordt naar de kansel gedreven. Het zal de gemeente aan verklaring en toepassing van het Woord niet ontbreken. Voor- en onderwerpelijk zal er gepreekt worden. Als een schatgraver zal men uit de schat van het Woord nieuwe en oude dingen naar voren brengen. Woorden uit het verleden! Van betekenis in het heden. Geen aangepast evangelie. Geen prediking die naar de mens, maar voor de mens is. Dood en leven, zonde en genade, verlorenheid en behoudenis mogen geen oude begrippen zijn, maar zaken aangegeven in het Woord moeten spreken in de prediking. Wat in het bevestigingsformulier staat moet leven. Het is geciteerd uit het Woord van de Heere: wees een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in de geest, in geloof en in reinheid. Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kom. Verzuim de gave niet die in u is, die u gegeven is door de profetie met de oplegging der handen van de ouderlingschap. Bedenk deze dingen en wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar worde in alles. 1 Tim. 4:12b-15.

Wee de prediker die veel zegt tot de gemeente en eist van de gemeente en zichzelf vergeet!

Anderen zullen binnengaan, maar men zal zelf buiten staan!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's

PROF. VAN DER MEIDEN 3 : TEKST EN PREEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's