Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TROUW AAN ISRAEL (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TROUW AAN ISRAEL (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is Israel nog steeds Gods volk?

In de Bijbel staat duidelijk dat Israel door de Heere tot Zijn volk is aangenomen. Maar geldt dit nog steeds? Is Israel nu niet een gewoon volk als alle andere volken? Hebben de Joden zichzelf niet beroofd van hun bijzondere positie? Zij hebben de Christus toch verworpen? Hebben de profetieën in het Oude Testament nog steeds betekenis voor het Joodse volk vandaag? Of moeten ze geheel op de kerk betrokken worden? Heeft de nationale bedeling van het genadeverbond plaatsgemaakt voor de kerkelijke bedeling? Of zijn er in feite twee volken van God: enerzijds het volk der Joden en anderzijds een volk dat getrokken is uit het heidendom en dat God in Christus mocht leren kennen? Mag een orthodox Jodendom dat afkerig is van de Christus der Schriften, gezien worden als Gods volk? Of kan een geseculariseerd Jodendom dat van de Bijbel bijna niets meer weet, Gods volk genaamd worden?

Israel in het licht van het Nieuwe Testament

We dienen te bedenken dat bekering en geloof absoluut onmisbaar zijn. Denk aan de duidelijke woorden die de Heere Jezus tot Nicodemus sprak. Hartvernieuwende genade is dus ook nodig voor het ‘oude bondsvolk’. De uitwendige verbondsrelatie is niet genoeg voor de eeuwigheid. Kinderen des Koninkrijks zullen worden uitgeworpen terwijl velen uit oost en west zullen aanzitten met Abraham, Izak en Jakob. Israel is nog steeds Gods volk, maar je moet het wel goed uitleggen. ‘Want die zijn niet allen Israel, die uit Israel zijn’ (Rom. 9:6). Calvijn maakt in dit verband onderscheid tussen een algemene verkiezing en een verborgen verkiezing tot zaligheid. Er zijn dus tweeërlei kinderen des verbonds. Het voorrecht van Israel is dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd. Met de komst van Christus is de nationale bedeling van het genadeverbond beëindigd, maar dat betekent niet dat Israel als volk geheel terzijde is geschoven. De Heere heeft de bedding niet verlegd, maar verbreed. De Kerk wordt toegebracht uit Jood en heiden. Zijn er dan twee volken van God? Neen, er is ten diepste maar één volk van God bestaande uit Jood en heiden. De Joden die tot de Zaligmaker gebracht zijn vormen de kern van het Joodse volk. God brengt het geestelijke zaad van Abraham toe uit het natuurlijk zaad. Enkelingen uit het volk der Joden worden toegebracht. Dit bewijst dat de Heere doorgaat met Zijn werk onder Israel. De boom van Israel heeft heel wat takken verloren, maar de boom is wel blijven staan en zal eenmaal zijn volle bloei vertonen. Wij mogen het volk der Joden het Evangelie niet onthouden.

Israel in het licht van de profetie

Hoe zit het met de profetieën van het Oude Testament? Zijn al die profetieën niet vervuld in Christus en worden ze niet vervuld in de christelijke kerk? Of zijn er nog bijzondere profetieën voor het Joodse volk? Staat de stad Jeruzalem op één lijn met steden als Londen en Parijs? De Joden zijn teruggekeerd uit de ballingschap te Babel. Zijn hiermee de voorzeggingen aangaande de terugkeer vervuld? We dienen te bedenken dat profetieën en beloften soms een dubbele of meervoudige vervulling hebben. Soms is er een eerste vervulling, concreet- historisch, bijvoorbeeld de terugkeer uit de ballingschap. Er kan een tweede vervulling zijn in de tijd van Christus. Dan valt te denken aan de profetie over het geween in Rama. Tijdens de wegvoering zal er geweend zijn, maar ook in de dagen van de kindermoord te Bethlehem. Er zijn ook profetieën die betrekking hebben op de gemeente van Christus onder het Nieuwe Testament, bijvoorbeeld Jesaja 52 en Jeremia 31 In 2 Kor. 6:17 past Paulus dit toe op de gemeente. Er kan een persoonlijk geestelijke toepassing zijn van beloften. Te denken valt aan Ezech. 37 waar gesproken wordt over het herleven van dorre doodsbeenderen. Dit is een beeld van de levend - making uit de geestelijke dood. Soms is er een nadere vervulling in de eindtijd. Hier valt te denken aan de profetieën over Gog en Magog in Ezech. 38 en 39. Gog en Magog zijn symbolische aanduidingen voor anti-goddelijke en anti-christelijke machten, die zich ook in de eindtijd zullen openbaren. Tenslotte zijn er ook profetieën die hun vervulling krijgen op de jongste dag en in de eeuwige heerlijkheid. Wat de beloften betreft kunnen we spreken van profetisch perspectief, dat wil zeggen dat er beloften zijn die stapsgewijze vervuld worden. Verschillende profetieën hebben een meervoudige vervulling. Met de verlossing uit de Babylonische ballingschap zijn de profetieën aangaande de terugkeer van de Joden niet uitgeput. Veel puriteinen en Nederlandse oudvaders hebben over een terugkeer naar het land der vaderen gesproken, toen daar nog niets van te zien was. Ze hebben uitgezien naar het nationale en geestelijke herstel van Israel. De profetieën uit het verleden hebben nog geldigheid in het heden en ook in de toekomst. We lezen in Romeinen 11 dat God Zijn volk niet heeft verstoten. De Heere is de Almachtige. Hij deed het verstrooide volk terugkeren naar het land der vaderen. Zou het voor Hem te wonderlijk zijn geestelijk herstel te geven?

Geheel Israel

Israel is de theologische aanduiding van het volk der Joden. We dienen onder ogen te zien wat ‘Israel’ betekent in Romeinen 11:25 en 26a. We lezen daar: “Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israel zalig worden.” Romeinen 9-11 heeft betrekking op de weg die de Heere met Israel gaat. In Romeinen 9 spreekt Paulus over de vrijmacht van God met betrekking tot Israel. In Romeinen 10 gaat het over de verantwoordelijkheid van Israel. In Romeinen 11 wordt het doel van de struikeling van Israel beschreven en wijst Paulus op de toekomst van dit volk overeenkomstig het raadsplan van God. De apostel Paulus tekent in Romeinen 11 dat de Heere doorgaat met Zijn werk onder Israel. In Romeinen 11:11-24 wijst Paulus op drie zaken: zaligheid voor de heidenen, jaloersheid bij de Joden en ootmoed in de gemeente. Paulus is zijn eigen volk niet vergeten. De Heere gaat naar de heidenen toe opdat Israel jaloers zou worden en zo de Heere achterna zal schreien. De gemeente uit het heidendom dient Israel tot jaloersheid te verwekken. Vanaf Romeinen 11:25 zet Paulus zijn onderwijs voort aangaande Gods weg met Israel. De apostel wil de Romeinen ervan doordringen wat de Heere met Israel voorheeft. Paulus spreekt van een verborgenheid, dat wil zeggen: iets wat in Gods raad van eeuwigheid besloten lag en nu geopenbaard wordt tot verheerlijking van Zijn Naam. Er was een gedeeltelijke verharding over Israel gekomen. Die verharding gold dus niet het gehele volk. Er was nog een overblijfsel naar de verkiezing der genade. Die verharding was ook niet definitief, niet altijddurend. De verharding over Israel is wel ontzettend groot, maar ze is toch beperkt en tijdelijk. Ze is slechts gekomen over een deel van Israel en ze zal eenmaal worden opgeheven. Er staat: “totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.” Dat wil zeggen totdat de heidenen op volle sterkte zijn gekomen. Totdat de brede stroom vanuit de heidenwereld is ingegaan. Dan zal de verharding van Israel een einde nemen.

Wat is Israel?

Er zijn in hoofdlijnen drie opvattingen. Sommigen stellen dat het ‘geestelijk’ Israel is: de kerk uit Jood en heiden. Een sterk argument om deze opvatting af te wijzen is het feit dat in Romeinen 9 tot en met 11 elf maal over ‘Israel’ wordt gesproken altijd in de betekenis van het Joodse volk. Waarom zou het in vs. 25a dan opeens anders zijn? Anderen zien hierin de ware gelovigen uit Israel, al de uitverkorenen uit de Joden, de optelsom van overblijfsels die er te allen tijde zijn geweest en tot aan het einde toe zullen zijn. Hiertegen kan ingebracht worden dat ‘geheel Israel’ als volk, als Israel in meerderheid wordt gezien. Weer anderen zien hierin het Joodse volk als natie, dus het natuurlijke volk in zijn totaliteit. Wanneer de volheid der heidenen is ingegaan, keert God Zich opnieuw tot Zijn oude bondsvolk en zullen er niet enkelen, maar zeer velen de Heere Jezus als hun Messias en Zaligmaker leren kennen. ‘Alzo’ in Romeinen 11:26a geeft de weg aan waarin takken in de olijfboom worden ingeënt door het geloof in Christus. Bekende oudvaders zagen met groot verlangen uit naar het geestelijk herstel van Israel. Denk bijvoorbeeld aan W. a Brakel. In Romeinen 11 spreekt Paulus vanaf vers 11 over Israel als volk. Als volk heeft de Heere er nog iets bijzonders mee voor. Kanttekening 12 op de Statenvertaling schrijft: “dat is wanneer de Joden met grote hopen en menigte het Evangelie zullen aannemen.” Velen zullen worden gebracht tot de zaligmakende kennis van Christus en zo zal Israel als volk weer op volle kracht komen. Nu zijn het nog maar enkelingen, straks een brede stroom. Dan niet slechts een overblijfsel, maar als volk zal Israel weer rijk delen in het heil des Heeren. Thomas Boston schreef in een preek over Zach. 12:12 “Laat de bekering der Joden een onderwerp in onze gebeden zijn. Dat we voor de bekering der Joden de genadetroon mogen aanlopen als een waterstroom. Hebt u enige liefde tot de kerk en tot het werk der reformatie van de wereld? Hebt u een begeerte dat er een grote reformatie in de wereld zal komen, en het leven dat nu tot stilstand gekomen is, weer mag bloeien? Bidt dan om de bekering der Joden!” De val; en de verwerping van Israel zal plaatsmaken voor haar aanneming. De kanttekenaar spreekt van “grote hopen en menigte”. Bij ‘geheel Israel’ wordt door de kanttekenaar aangetekend: “Dat is niet enige weinigen, maar een zeer grote menigte en gelijk als de ganse Joodse natie.” Het wil evenwel niet zeggen dat alle Joden die dan zullen leven, zalig zullen worden. Maar het zullen er wel zeer velen zijn en Israel zal als volk worden tot een christelijke natie. De wederaanneming van Israel berust op de vrije genade Gods en op de vergeving der zonden die Christus verworven heeft door Zijn bloed In Rom 11:28 staat dat zij bemind zijn naar de verkiezing. In vs. 29 staat dat de genadegiften Gods en de roeping Gods onberouwelijk zijn. De Heere zal een wonderlijke weg met het volk Israel gaan. De Heere zal Zijn raad volvoeren. Der Naam Gods zal verheerlijkt worden. Zo mag Paulus in Romeinen 11 spreken over de toekomst van Israel vanuit een heerlijke verwachting: ‘En alzo zal geheel Israel zalig worden.’ Hoe, dat weten we niet precies. De Bijbel is geen puzzelboek, geen blauwdruk voor de toekomst. Wat staat opgetekend in Rom 11:25 en 26a zal pas echt duidelijk worden als de tijd daarvoor is aangebroken. Het is daarom niet goed om te gaan rekenen, ook niet goed om moedeloos te worden. Laten we ons maar houden aan het Woord Gods dat stand houdt in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's

TROUW AAN ISRAEL (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's