Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENRUBRIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENRUBRIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Jeremia 31 is sprake van een nieuw verbond. Is dat bedoeld voor Israel of ook voor de heidenen? Is dat al gebeurd of moet dat alles nog komen? Er is ook sprake van dat allen de Heere zullen kennen van de kleinste tot de grootste. Dat wijst zeker wel op een rijke bloeitijd in het geestelijk leven? Moet dat nog komen?

Zo luidt de vraag die ons ter beantwoording is voorgelegd. Het is zeker de moeite waard om deze zaken te overdenken. Ik zal proberen kort, maar wel duidelijk weer te geven hoe we over het nieuwe verbond moeten denken.

God heeft in Zijn goedheid met Abraham en zijn zaad het verbond der genade opgericht. Zo wou Hij met geen volken handelen. Een groot voorrecht is het om in dat verbond begrepen te zijn. Ook een grote verantwoordelijkheid. Teken en zegel van het verbond was de besnijdenis. Nu is dat de heilige doop. De ceremoniën van de oudtestamentische bedeling wezen alle heen naar de Persoon en het werk van de Zaligmaker, Die eens als het Lam Gods Zijn kostbaar bloed zou geven tot een rantsoen voor velen. Dit werd en wordt door de God des Verbonds telkens weer benadrukt en onderstreept. Wat een voorrecht dat ook wij mogen weten van die ene weg ter ontkoming. Het wordt ons hoorbaar en zichtbaar telkens weer gepredikt.

Het verbond met zijn tekenen en zegelen maakt ons niet zalig. Dat doet de Middelaar van het Verbond, de Heere Jezus. En Hij doet dat door Woord en Geest. Ik ga mijn zonde en schuld zien en het alles reinigend bloed van Christus nodig krijgen. Welk een rijke pleitgrond ontdek ik dan in het onwankelbare beloftewoord van de God des Verbonds!

Het verbond met Abraham Zijn vrind, heeft God bevestigd op de Sinaï. Abraham is tot een groot volk geworden. Het verbondsvolk. Op de heilige berg geeft God Zijn volk de wet der 10 geboden. De nadruk bij deze hernieuwde verbondssluiting valt dan op het onderhouden van Gods geboden. Ik ben de HEERE, uw God. Daarom zult gij naar Mijn stemme horen. Ook het geven van de wet is weer genade. In het leven naar Gods wil ligt immers het leven en wordt Zijn gunst ervaren. Het gaan van eigen wegen eindigt in de dood. Let er op dat de wet nergens gegeven wordt als een weg naar de hemel. Dat is Christus, de Zaligmaker alleen. Maar dan wel als een Zaligmaker Die de ganse wet vervuld heeft! Zo komt God aan Zijn eer en is er voor wetsovertreders die zich daarom voor God leerden verootmoedigen toch nog genade en vergeving. Gelukkig wie als een schuldig mens pleiten mag op de beloften van de God van het genadeverbond! Die zal niet beschaamd worden!

Als Jeremia in hoofdstuk 31 spreekt van een nieuw verbond moet inderdaad de vraag beantwoord worden of het daar om een geheel nieuw, ander verbond gaat, dan waarvan we tot nu toe hoorden. Het antwoord is dat de Heere daar opnieuw het verbond vernieuwt. De wet die Hij belooft in het hart te schrijven is dezelfde die op de Sinaï werd gegeven. Ook toen al schreef Hij Zijn wet bij Zijn gunstgenoten in het hart. Het werk Gods in een zondaarshart is in alle tijden al hetzelfde geweest. Na de schrikkelijke zonde van Israels afval en daarop volgende ballingschap wil God het verbond weer vernieuwen. Heerlijke dingen spreekt Hij in hoofdstuk 31. Maar het zijn wezenlijk dezelfde beloften als gegeven bij de oprichting van het verbond met Abraham. Heerlijke toezeggingen! Het is nu de grote vraag of we er door genade reeds werkzaam mee werden. Want elke belofte wil ons toch allereerst zeggen dat we hetgeen God belooft missen! Hoe nodig moet dat altijd weer in de prediking onderstreept worden. Maar dan ook dit, dat hetgeen wij nu van nature missen, door onze diepe val in Adam, ook weer uit genade ontvangen kan worden! Daar staat God Zelf voor in! Die trouwe Verbondsgod in Christus wordt mijn enige hoop en mijn enige troost. Hoe komen we er achter dat we het telkens weer verzondigen en het leven ons onwaardig maken. Maar op ons noodgeschrei doet God grote wonderen. ‘Ik zal nooit herroepen hetgeen Ik eenmaal heb gesproken; hetgeen uit Mijn lippen ging blijft vast en onverbroken’. Welk een verantwoordelijkheid ook! Hoe vreselijk om in onze natuurstaat voort te leven en het bloed van Christus als het ware onrein te achten en te vertreden. Met een gedoopt voorhoofd onverzoend voor God te moeten verschijnen is het ergste wat een mensenkind overkomen kan. Het rijke genadeverbond laat ons toch duidelijk zien dat we slechts verloren gaan door eigen schuld!

Als we Abraham, de Sinaï en Jeremia naast elkaar zetten zien we wel een duidelijke voortgang in de verbondsgeschiedenis. ‘Zie, de dagen komen!’ Natuurlijk moeten wij daarbij denken aan de komst van de Heere Jezus. Met Hem komt het eeuwige Koninkrijk van God naderbij! En dan niet voor de Jood alleen, maar ook voor de heiden! Denk aan de prediking van Johannes de Doper en van de Heere Jezus Zelf. Let er op dat Hij toen niet gezegd heeft dat met Zijn komst alle bondelingen automatisch in de heerlijke vervulling van de verbondsbeloften zouden delen. Hij heeft altijd de noodzaak van bekering, wedergeboorte en geloof gepredikt. Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen! Dat Koninkrijk heeft een Deur en die Deur is Christus. Wie door die Deur ingaat zal het eeuwige leven beërven. Die buiten blijft en niet door de enge poort, die tot het leven leidt, zal gaan, zal sterven. Al is hij dan nog wel een bondeling. Een bondeling gaat verloren, niet omdat hij niet uitverkoren was, maar omdat hij niet gewild heeft. Op de erve des verbonds is hem immers dood en leven voorgehouden? Met dubbele slagen zal hij geslagen worden.

Maar gelukkig de mens die, ontdekt aan zijn verlorenheid, de toevlucht leerde nemen tot God in Christus, de belovende God. In Christus zijn al Gods beloften ja en amen. Aan die zondaar worden al die heerlijke toezeggingen daadwerkelijk vervuld. God zal zijn stenen hart wegnemen en hem een viesen hart geven. De wet zal hem ontdekken aan zijn zonde en schuld. De wet zal hem tot Christus drijven. De wet zal hem in zijn hart worden geschreven. Wat de Borg volmaakt kon zingen: “Ik draag Uw heilige wet, dien Gij de sterveling zet, in het binnenst ingewand”, wordt in beginsel ook waarheid in het leven van allen die in Christus zijn. Het gebed wordt “Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? Er komt een lust en liefde om niet alleen naar sommige, maar naar alle geboden Gods te mogen leven. Die kinderen van God herkent u daaraan dat ze veel over zichzelf klagen. Het goede daadwerkelijk te doen, vinden ze niet bij zichzelf. Het kwade te doen, dat wel. Maar o, wat een smart veroorzaakt dat. Ze krijgen Gods genade meer en meer nodig.

De heerlijke tijd van Christus verschijning op aarde, de heerlijke openbaring van Christus in het hart, zal gevolgd worden, niet door een heerlijke tijd hier op aarde, maar door een eeuwige rust die er overblijft voor het volk van God. Hierna. Hier is het strijden. Een tranendal. De dag van de verdrukking. Het volkomene is er nog niet. En toch is het er reeds. In de belofte. In beginsel in mijn hart. En God zal geen half werk doen. Straks zullen zij allen Hem volmaakt kennen, de kleinen met de groten. Elk die Hem vreest, hoe klein hij zij, of groot, wordt van dat heil, die weldaan deelgenoot! Dat zal geen bloeitijd zijn, maar een eeuwigheid van vrede en zaligheid. En allen, gebonden in het bundelke der levenden, zullen de Drie-enige Verbondsgod eeuwig toezingen: door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2004

Bewaar het pand | 16 Pagina's

VRAGENRUBRIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2004

Bewaar het pand | 16 Pagina's