BRIEVEN AAN OUDERS (38)

God sprak in de droom tot Salomo: “Begeer wat Ik u geven zal”. Salomo begeerde een verstandig hart. Hoe heeft de Heere hem wijsheid geschonken! Als kind hebben we met ingehouden adem geluisterd naar de eerste rechtspraak van Salomo. Het leek zo wreed toen hij een zwaard eiste, en wel om het levende kind door midden te slaan. Echter - toen kwam de ware moeder openbaar. Salomo’s wijsheid blijkt ook uit het boek Spreuken. In het eerste hoofdstuk lezen we: “Mijn zoon! hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer van uw moeder niet”. Die twee woorden “mijn zoon” komt u steeds weer tegen in het Spreukenboek. Salomo is als vader bewogen, ja diep bewogen met de kinderen. Hij heeft hun welzijn en hun eeuwig welzijn op het oog. Vaders hebben tucht te oefenen, en moeders hebben onderwijs, en juist in geestelijke zaken, te geven. Dat tucht oefenen houdt niet in af en toe - als het nodig is - een draai om de oren of een pak voor de broek. Zoals de koetsier op de bok de teugels in handen heeft en de paarden leidt naar het doel, naar de bestemming, zo ook vaders. God heeft ze de leidsels in handen gegeven om hun kinderen te leiden en te sturen. Wat is hier het doel, de bestemming? Dat is de vreze des HEEREN, en die is het beginsel van alle wijsheid. Uiteindelijk gaat het om het eeuwig behoud, om de eeuwige zaligheid.

’t Is goed wanneer vaders aan tafel, dus in het gezin, het boek Spreuken lezen. Niet eens een keer. Voor opgroeiende jeugd is herhaling belangrijk. Uiteraard bidt vader of de Heere het lezen van Zijn Woord wil zegenen. Zonder die zegen blijft ons hart voor het Woord gesloten, en het Woord voor ons hart.

Welke wijze adviezen worden in het boek Spreuken gegeven. Ik denk nu aan dat woord: “Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken”. Als vanzelf komen nu dingen van mijn jeugdjaren terug in de gedachten. De vraag aan vader was: “Pap, mag ik naar dat feestje”. Mijn vader gaf als antwoord: “dat weet ik niet. Heb je het aan de Heere gevraagd? Als je van Hem mag, dan mag je ook van mij”.

Het ligt zo in onze aard de dingen stiekem te doen. Dat wil zeggen: de Heere er buiten te laten. Zelf de dingen uitmaken; niet vragen: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? De bewogen vader Salomo begeert dat het ik van zijn kinderen niet meer op de troon zit, maar dat de Heere de zeggenschap heeft.

Nu kan ik vele dingen gaan aanhalen uit het boek Spreuken. Dat doe ik niet. Slechts een enkel citaat: “Een wijs zoon zal de vader verblijden, maar een zot mens veracht zijn moeder”. “Mijn zoon! zo uw hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn, ja, ik”.

Vaders, zegt, als Salomo tot uw kind: “Laat wijsheid je zuster zijn, en het verstand je bloedvriend”.

Tenslotte denk ik aan dat woord: “Ik heb lief, die Mij liefhebben, en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden, en die Mij vindt, vindt het leven. De vreze des Heeren is een springader des levens”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen