Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

J.J. VAN DER SCHUIT (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

J.J. VAN DER SCHUIT (6)

Het verbond, de doop en de kinderen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kinderen behoren bij de samenleving. Zij vormen een deel daarvan. Zo kan dit ook gezegd worden van de kerk. In de kerk zijn doop - en belijdende leden. Echter hoe men de kinderen moet zien, daar wordt niet eensluidend over geoordeeld. In het verleden was dat zo en vandaag is dat niet anders. Naar redenen kan gezocht worden, maar de kardinale vraag kan gesteld worden: geven de Schrift, de belijdenis, en het liturgisch formulier daar aanleiding toe? Wanneer er serieus te werk gegaan wordt, dan moet het tot eenheid van gedachten komen. Immers wat staat er beschreven? Wat kan en moet er naar het Woord van de Heere gesteld worden? Wanneer het nu gaat over de kinderdoop, dan is die voluit Bijbels. Wanneer de Heere Zijn verbond opricht heeft Hij niet alleen Abraham, maar ook zijn gezin op het oog. Terecht is gezegd: het gezin is de cel van de samenleving, een kerkje in de kerk. De kinderen horen erbij. Steeds heeft prof. van der Schuit dit ook benadrukt. Nu was er voor de doop de besnijdenis. Zeker dit gold alleen de jongetjes., maar naar de aard van het Oude Testament waren de meisjes in hen begrepen. Onder het Nieuwe Testament is de bedeling van het verbond, door de arbeid van de Heere Jezus Christus ruimer geworden. Zeker moeten we ons wachten voor verbondsoverschatting, zo dat verbond en doop spreken van het kindschap Gods en dat dit slechts geloofd dient te worden. Onderschatting van verbond en doop kan er zijn wanneer de doop voor de kinderen slechts een uitwendig teken is. Van der Schuit zegt: de doop wijst heen naar de noodzakelijkheid van de wedergeboorte en verzegelt de belofte van de wedergeboorte of vernieuwing door de Heilige Geest. Over deze twee zaken gaat het ook in ons doopsformulier. De noodzakelijkheid is direct aan het begin gesteld en de belofte van de wedergeboorte daar waar in het formulier over de subjectieve zijde van de belofte wordt gehandeld, namelijk over wat de Heilige Geest in de zondaar doet. Nu heeft het ontkennen en zelfs het verwerpen van de kinderdoop geen einde genomen. Van der Schuit heeft op die zaak ook gewezen. Hij merkte op: al geeft de Schrift geen directe uitspraak, wij blijven als het over zaken van betekenis gaat nooit bij de letter staan. We gebruiken woorden die opgebouwd zijn uit principia van de Heilige Schrift. Denk aan de twee naturen van Christus. Zijn Goddelijke en menselijke natuur. De leer van de triniteit, van de Heilige Drie-eenheid. Wanneer het woord huisgezin wordt gebruikt, dan behoren daar de kinderen bij en laten we niet vergeten wat we in Kol. 2:11, 12 lezen, dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Als de kinderen niet gedoopt mogen worden, had dit er zeker bij gestaan. Van der Schuit wijst ook op de bekende tekst: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden. Markus 16:6. deze tekst zegt niets tegen de kinderdoop. Indien ja, dan zijn alle kinderen verloren, want zij kunnen niet komen tot dadelijk geloof en dan zal men naar dit woord van Jezus Christus verdoemd worden. Een duidelijke aanwijzing dat dit woord dus enkel de volwassenen betrof. Van der Schuit was ook tegen de herdoop. Het was uit zijn hart gegrepen wat in artikel 34 staat van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis. Hierom geloven wij, dat zo wiens voornemen is in het eeuwige leven te komen, die moet maar eens gedoopt worden met de enige doop, zonder die immermeer te herhalen, want wij kunnen ook niet tweemaal geboren worden. De doop is het sacrament van de inlijving in de kerk. Nu worden de kinderen als leden van de kerk geboren. En dat krijgt zijn plechtige verklaring en bezegeling in de doop. In het doopsformulier staat: zij worden niet ‘tot’, maar ‘als’ lidmaten van Zijn gemeente gedoopt. Dit wordt door de ouders met hun jawoord bevestigd Laten wij niet wijzer zijn dan de Heere. We kunnen weten wat Hij zegt in Zijn woord,. Wat door de vaderen is gesteld, is volledig naar de Schrift en Art 34 van de NGB hoort daar bij. Wat daar staat kan geen achterhaalde zaak worden, De grote fout van hen die de volwas-senendoop of herdoop voorstaan, is dat alle nadruk wordt gelegd op het komen van de mens tot de Heere en men de doop ziet als kroon op het geloof, het geloven. Dit is beslist in strijd met Gods verbond en woorden Wat de kinderdoop betreft mogen we niet voorbij zien, wat in zondag 27 van de Heidelberger Catechismus beleden wordt. In die zondagsafdeling wordt de vraag gesteld: zal men ook de jonge kinderen dopen? Ja het, mitsdien zij al zowel als de volwassenen in het verbond Gods begrepen zijn. Dit mag niet leiden tot allerlei interpretaties. Als: wie gedoopt is, deelt in de zaligheid, of moet slechts komen tot geloven. Moet slechts gedacht worden aan uitverkoren kinderen, dan heeft de doop geen enkele zin noch enige betekenis voor het gedoopte kind en de ouders.

Wanneer de doop slechts de uitverkorenen gold, zou antwoord 74 anders geformuleerd moeten zijn. In het formulier voor de volwassendoop staat dat de kinderen der christenen uit kracht van het verbond moeten gedoopt worden. Alle kinderen moeten, behoren gedoopt te worden. Zij zijn in het verbond Gods begrepen in Zijn gemeente. Wat er in antwoord 74 volgt moet ook letterlijk genomen worden, namelijk: dat hun door Christus’ bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest die het geloof werkt niet minder dan de volwassenen toegezegd wordt. Opvallend is het dat het woord toegezegd wordt gebruikt. In het woordenboek van Van Dale staat: toezeggen is min of meer officieel beloven. Als voorbeeld wordt gegeven: hem is een woning toegezegd Toegezegd dat is nog niet in bezit. Er moeten nog handelingen gebeuren. Maar de toezegging staat vast. Er mag aan gedacht en op gewezen worden. Zo heeft nu de Heere in de doop een pleitgrond gegeven. De Heere spoort er zelfs toe aan om uit te spreken: Wat toegezegd is, Heere, heb ik nodig. Laat het vervuld worden. Laat op de toezegging de toe-eigening volgen. Het werk van de Heilige Geest. Zo spreekt de doop van onze totale verlorenheid, van ons ongewassen zijn, van ons kind des toorns zijn, maar de doop wijst tevens op en spreekt van de nieuwe geboorte, gewerkt door de Heilige Geest, Christus’ bloed en Zijn heil in het leven. Met nadruk werd door prof. van der Schuit gezegd: onze totale verlorenheid moet scherp en duidelijk gepreekt worden, maar tevens rijk en ruim de drie-eenige God en Zijn werk. Bij het ouder worden moeten kinderen daarin nader onderwezen worden. Zo doceerde prof. van der Schuit. Daarin was hij niet arminiaans of remonstrants, maar Bijbels confessioneel. Het einde van alle tegenspraak? We mogen van een persoon, geen apostel maken. Toch wat van der Schuit leerde, kon en kan in de Schrift en de drie formulieren van Enigheid hun grond vinden. Zo moet het ook vandaag zijn. de Heere eist het. De kerkjeugd, het verbondsvolk heeft er recht op. Wanneer het anders kan zijn dan is er sprake van misleiding en dat kan leiden tot zelfbedrog.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's

J.J. VAN DER SCHUIT (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's