Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENRUBRIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENRUBRIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit artikel zal ik proberen een tweetal vragen te beantwoorden, die te maken hebben met het geslachtsregister van de Heere Jezus, zoals we dat vinden in Matth. 1. Ik heb weer nieuwe vragen gekregen, waarvoor dank! Die hoop ik dan een volgende keer te beantwoorden.

De eerste vraag spitst zich toe op de vraag of de Heere Jezus nu eigenlijk wel een Zoon van David was. Mattheüs 1 begint bij Abraham en eindigt met Jozef, de man van Maria. Maar Jozef stond toch geheel buiten de geboorte van de Heere Jezus?

Inderdaad is dit een juiste vaststelling. Jozef was naar het vlees een echte zoon van David en Abraham. Zo wordt Jozef dan ook door de engel aangesproken in de droom. Zie Matth. 1:20. Daar zegt de engel: Jozef, gij zone Davids! Jozef was uit den huize Davids, Lukas 1:27. Jozef was uit het huis en geslacht van David, Lukas 2:4.

Van Maria’s afkomst weten we niets. Maar door haar verbintenis met Jozef hoorde ze krachtens de wet ook tot het Davidshuis. De kinderen uit dit huwelijk behoorden daarom ook tot het huis en geslacht van David. Jozef en Maria hadden samen ook kinderen, twee van hen waren Jakobus en Judas, van wie we ook een brief in het Nieuwe Testament hebben. Die twee brieven zijn dus van echte zonen van David.

Jozef was niet alleen een zoon van David, maar ook een zoon van Adam. Lukas geeft ons in hoofdstuk 3 ook een geslachtsregister van de Heere Jezus, en hij begint zo: En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, enz. Lukas gaat dan door tot de eerste mens, Adam.

Beide geslachtsregisters geven ons dus de namen van Adamieten, gevallen zondaren, die van nature voor God niet kunnen bestaan. Allen liggen in hun eerste vader, het hondshoofd Adam, verloren voor God. Van hen uit is er geen enkele mogelijkheid tot behoud. De zonde plant zich voort van vader op zoon. Wie zal een reine geven uit den onreine? Niet één, Job 14:4.

Nu is daar in genoemde geslachtsregisters op die droeve regel één uitzondering. En dat is Christus! Hij is dan wel als wij allen uit een vrouw geboren, en ons in alles gelijk geworden, maar: uitgenomen de zonde! Want aan Zijn wonderlijke ontvangenis in Maria’s schoot is niet Jozef, maar God Zelf te pas gekomen De engel had tot Maria gezegd: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.

Na Adams val is Hij de Eerste, de Enige, Die rein ter wereld kwam naar Zijn menselijke natuur. Zo kan Hij voor verloren Adamieten een volkomen Zaligmaker zijn Zo toont God dat de zaligheid niet van beneden, maar van Boven is, van de Vader der lichten afkomende!

We kunnen de Heere Jezus dus gerust de Zoon van David noemen, omdat Hij in dat huis werkelijk geboren is. Hoorde Maria daar krachtens de wet toe, dan ook haar Zoon. Maar vergeet niet dat Hij niet alleen Davids Zoon, maar tevens Davids Heere is. Over dat mysterie spreekt Hijzelf in Matth. 22:41 ev.

Zo mochten uw en mijn hart voor het eerst of opnieuw getroffen worden door het heilsingrijpen Gods, Die Zijn Zoon naar deze wereld zond, geboren uit een verloren geslacht en voor dat verloren geslacht. Omdat Hij rein en volmaakt en rechtvaardig is, is er voor mij, onre? en onvolmaakte en schuldige zondaar, volkomen zaligheid. Leerden we onszelf al als een onreine voor de Heere verootmoedigen?

Nu de tweede vraag. Volgens Matth. 1:5 zou Boaz, de man van Ruth, een zoon van Rachab de hoer zijn geweest. Nu is er een vraag of dat wel klopt. Daar ligt toch zoveel tijd tussen dat het niet kan? Hoe zit dat?

Uit vers 17 moeten we opmaken dat de evangelist geen volledige opsomming van Jezus’ voorgeslacht heeft willen geven. Hij geeft immers aan dat alle geslachten tot de komst van Christus te verdelen zijn in drie maal veertien geslachten! Hij heeft per periode slechts veertien namen willen noemen. Dat is symboliek. Want drie maal veertien is zes maal zeven namelijk. Zes zeventallen gaan aan Christus vooraf. Het getal zeven duidt op volheid. Een week heeft ook zeven dagen. Christus kwam dus in de volheid des tijds. Zoals de zevende dag de sabbat was, zo is in Christus de ‘zevende’ periode aangebroken, de ware sabbat, de ware sabbatsrust.

Om tot die symboliek te komen, heeft de evangelist dus enkele namen moeten weglaten en heeft hij zelfs één keer een naam twee maal meegeteld. In de eerste reeks van veertien heeft hij ook namen weggelaten dus. Het laat zich inderdaad moeilijk denken dat Boaz een zoon van Rachab is geweest. De geschiedenis van Ruth speelde in de dagen van de richters, dus enige tijd na de intocht in het land Kanaän toen Rachab leefde.

In de tweede reeks van veertien zijn de namen van de koningen Ahazia, Joas en Amazia weggelaten, terwijl die toch ook echte zonen van David en koningen van Juda zijn geweest!

In de derde reeks zijn blijkens Lukas 3 vele namen weggelaten, terwijl Jechonias twee maal wordt genoemd. Hij hoorde bij de tijd voor de wegvoering en wordt als eerste genoemd in de tijd na de wegvoering, vandaar.

Het kan ons wat onlogisch en gezocht lijken, maar de evangelist, die zijn evangelie in het bijzonder voor de joden schreef, heeft er alles aan willen doen om zijn lezers te overtuigen dat Christus de ware Messias, de door God Beloofde was!

Het is nodig te weten dat de Heere Jezus de van God gezonden Messias was. Maar die kennis alleen is niet genoeg. Het komt er toch voor ons allen op aan of de door God gezonden en gepredikte Zaligmaker door genade ook de onze mocht worden! Dat is nu het werk van de Heilige Geest. Hij overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Hij doet mij mijn Adamsbestaan inleven. Om in die weg die Ander, de tweede Adam, nodig te krijgen voor eigen hart en leven. En wat is dat groot, als de Heere Jezus Christus Zich door Woord en Geest aan zo’n schuldverslagen zondaar openbaart! Denk aan Bartimeüs. Hoe groot was zijn nood! Maar toen de Heere Jezus voorbij kwam, heeft hij geroepen: Heere, Gij Zone Davids, ontferm U mijner! En de Heere Jezus heeft toen die heerlijke woorden gesproken: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En het antwoord was: Heere, dat ik ziende mag worden! Is dat ook uw bede mogen worden?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 2005

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VRAGENRUBRIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 2005

Bewaar het pand | 12 Pagina's