MEDITATIE

Geliefde lezer, wat is een mens van nature een ongelukkig sc °l. De duivel fluistert hem in en Z« zondig rustig voort, straks komt nog tijd genoeg om je te bekeren, eniet nu van de zonden. Maar zo is het echter niet. En dan denk ik aan het volgende voorbeeld dat ik onlangs ergens las. Eens streek een machtige adelaar neer op een ijsschots in de Niagara-rivier. De rivier die eindigt in de indrukwekkende waterval. Op die ijsschots deed hij zich tegoed aan het aas van een dier. Straks als hij door de stroom meegevoerd zou zijn tot vlak bij die verschrikkelijke waterval, dan zou hij wel zijn brede vleugels uitslaan en er van door gaan. Tot op het laatste toe zou hij genieten. Maar toen de afgrijselijke diepte van de waterval vlak bij was, bleken zijn poten vastgevroren te zijn in het ijs. Hij werd met schots en al meegesleurd, de diepte in.

En zo zal het zijn met de zondaar, die zijn bekering blijft uitstellen. Daar komt een tijd dat het te laat zal zijn. We kunnen zomaar, geheel onverwachts door de dood worden weggenomen, maar we kunnen ook geraakt worden door het oordeel van de verharding. Toen Saul in het laatst van zijn leven tot God riep, bleef de hemel gesloten...

Laten we de duivel toch niet geloven. Wat heeft hij toch een geweldige macht. Paulus duidt hem in dit hoofdstuk aan met de woorden: “geestelijke boosheden in de lucht.”

En wat krijgen die woorden in onze tijd een diepe betekenis. Hoevele mensen zitten niet gebonden in de macht van de moderne media, die hun ziel vergiftigt. U misschien ook wel?

Paulus roept u echter uit de naam van de levende God toe om te strijden, om te worstelen tegen deze ontzagwekkende vijand, die het gemunt heeft op uw eeuwige ondergang.

Wie kan in deze strijd op leven en dood staande blijven? Alleen als we door genade de zonde en de duivel van harte vaarwel zeggen. En hoe kunnen we dat? Door sterkte te zoeken bij Hem, Die op de kruisheuvel van Golgotha de satan de kop heeft vermorzeld. Die het daar heeft uitgeroepen: “Het is volbracht.”

Op grond van die volbrachte arbeid, heeft Hij het tot Zijn discipelen gezegd: “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde.”

Hij heeft kracht voor krachtelozen. Bij Hem is hulp voor hulpeloze, bij Hem is redding voor goddelozen.

En welk wapen geeft Hij aan hen die door genade strijders worden tegen de zonde, de wereld en het eigen vlees? Dat is Zijn onfeilbaar Woord. Niets kan ons helpen in die strijd dan het onwankelbare Woord van God. Wanneer satan u aanvalt, dan zal hij nergens voor wijken, wat u hem ook tegenwerpt. Ook al wijst u hem op uw nette leven, uw vroomheid, uw ernst en waar u zich maar op wilt beroepen. Hij zal het onvolkomene er van aantonen. Maar voor één ding moet de satan op de vlucht: “Wat uit Gods lippen ging, blijft vast en ongebroken.”

Het is het Woord van Christus, Die goddelozen vrijspreekt. Als u daar uw hoop op vestigen mag, wat de duivel er dan ook tegen inbrengt en op welke zonden hij dan ook wijst, hij zal moeten wijken voor het Woord: “En het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden.”

Zo ontvangen zij het Woord Gods als een zwaard om staande te blijven tegen de listige omleidingen van satan en zingen met Luther: “Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken.”

Geliefde lezer, bent u nog geen strijder? O, haast en spoedt u om uws levenswil, opdat een haastig verderf u niet overkome op uw weg en gij voor eeuwig verloren gaat. Lees toch de ernstige woorden uit Spreuken 1 vers 24 tot 29. En gij, die door genade zo’n strijder mag zijn: Houdt moed! Christus heeft de wereld overwonnen. A.A. Egas.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen